Jezus stijgt op ten hemel

Nu onderricht de Meester zijn leerlingen: Hij heeft hun geest ontvankelijk gemaakt voor het begrijpen van de Schriften, en neemt hen als getuigen van zijn leven en zijn wonderen, van zijn lijden en sterven, en van de heerlijkheid van zijn verrijzenis (Lc. 24, 45.48).

Dan leidt Hij hen naar Betanië, heft zijn handen omhoog en zegent hen. - En terwijl Hij hen zegent, verwijdert Hij zich van hen en stijgt op ten hemel (Lc. 24, 50), totdat een wolk Hem aan hun ogen onttrok (Hand. 1, 9).

Jezus is weer bij de Vader. - Twee engelen in witte gewaden komen naderbij en zeggen ons: Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? (Hand. 1, 1 l).

Petrus en de anderen keren metgrote blijdschap - cum gaudio magno - terug naar Jeruzalem (Lc. 24, 52). Het is rechtvaardig dat Christus' heilige Mensheid nu hulde, lof en aanbidding ontvangt van alle engelenkoren en van alle legioenen der gelukzaligen in de hemel.

Maar jij en ik voelen ons als wezen: we zijn bedroefd, en we gaan troost zoeken bij Maria.

Dit punt in een andere taal