155

Verstandigheid, een noodzakelijke deugd

In de perikoop uit het Matteüsevangelie die we in de Mis van vandaag lezen, staat: In die tijd gingen de Farizeeën heen en beraadslaagden, hoe zij Jezus met een strikvraag zouden vangen (Mat 22, 15). Vergeet niet, dat dat systeem van huichelaars ook tegenwoordig een gebruikelijke tactiek is. Ik denk dat het onkruid van de Farizeeën op aarde nooit zal vergaan, het heeft zich altijd weelderig kunnen voortplanten. Misschien laat de Heer toe dat het groeit, opdat wij, zijn kinderen, ons gedragen als verstandige mensen; want de deugd der verstandigheid blijkt onmisbaar te zijn voor iemand die vanwege zijn positie moet adviseren, versterken, terechtwijzen, enthousiast maken, aanmoedigen. Dat is nu precies wat een christen, als apostel, met gebruikmaking van zijn gewone dagelijkse omstandigheden moet doen voor de mensen om hem heen.

Ik verhef nu mijn hart tot God en bid Hem, op voorspraak van de allerheiligste Maagd Maria —die in en boven de Kerk is: tussen Christus en de Kerk als behoedster, als koningin, als Moeder der mensen zoals zij dat is van Onze Heer Jezus Christus—; ik bid dat ons allen deze verstandigheid verleend mag worden en in het bijzonder hun die —te midden van de bloedbaan der maatschappij— willen werken voor God. Het is absoluut noodzakelijk dat we leren verstandig te zijn.

Dit punt in een andere taal