197
Daadwerkelijk geloven
Dan ontspint zich een goddelijke dialoog, een wonderlijke, ontroerende dialoog, die het hart in vuur en vlam zet, want nu zijn u en ik Bartimeüs. Christus opent zijn goddelijke mond en zegt: Quid tibi vis faciam? Wat wilt ge dat ik voor u doe? De blinde: Meester, dat ik zie (Mar 10, 51). Logisch, niet waar? En u, kunt u zien? Bent u niet ooit als die blinde van Jericho geweest? Ik zal nooit vergeten hoe ik deze passage jaren geleden overwoog en toen begreep, dat Jezus iets van mij verwachtte. Maar wat? Ik had er toen nog geen idee van. Ik bad mijn schietgebeden: Heer, wat wilt gij; wat vraagt U van mij? Ik voorvoelde dat ik iets nieuws zou moeten aanpakken en het Rabboni, ut videam —Meester, dat ik zie— bracht me ertoe Christus te smeken en zonder ophouden te bestoken met dit gebed: ?Heer, laat geschieden, wat Gij wilt?
Document afgedrukt van https://escriva.org/nl/amigos-de-dios/197/ (20-4-2024)