252

Bovendien zou ik willen dat u zich ervan bewust bent, dat niemand ontkomt aan naäperij. Mensen worden, zelfs zonder het te weten, gedreven door een voortdurend verlangen elkaar na te doen. Zouden we dan de oproep Christus na te volgen negeren? Ieder individu probeert zich beetje bij beetje te vereenzelvigen met de ander tot wie hij zich aangetrokken voelt, met het voorbeeld dat hij voor zich gekozen heeft, om zijn gedrag er op af te stemmen. Onze handelwijze wordt bepaald door het navolgen van het voorbeeld dat we ons gesmeed hebben. Onze Meester is Christus, de Zoon van God, de tweede Persoon van de Allerheiligste Drie-eenheid. Door de navolging van Christus verwerven we de wondervolle mogelijkheid deel te hebben aan die stroom van liefde die het geheim uitmaakt van de Drieëne God.

Als u bij gelegenheid niet de kracht kunt opbrengen in de voetsporen van Christus te treden, wissel dan een paar woorden vol vriendschap met hen die Hem van nabij gekend hebben tijdens zijn verblijf op deze, onze wereld. In de eerste plaats met Maria die Hem voor ons ter wereld heeft gebracht. En met de apostelen. Onder degenen die bij gelegenheid van het feest optrokken ter aanbidding waren ook enige Grieken. Deze nu klampten Filippus van Betsaïda in Galilea aan en vroegen hem: Heer, wij zouden Jezus graag spreken. Filippus ging het aan Andreas vertellen en tenslotte brachten Andreas en Filippus de boodschap aan Jezus over (Joh 12, 21­22). Is dat niet bemoedigend? Die vreemdelingen durfden zich niet rechtstreeks tot de Meester te wenden en ze zochten een goede tussenpersoon.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal