301

Vergeet dan echter niet, dat het samenzijn met Christus, zeker wil zeggen, dat we zijn kruis tegenkomen. Als wij onszelf in Gods hand stellen, laat Hij ons regelmatig zorgen, eenzaamheid, tegenstand, laster, smaad en hoongelach ondergaan, zowel innerlijk als uiterlijk. Dat is omdat Hij ons wil vormen naar zijn beeld en gelijkenis. Hij laat zelfs toe, dat we dwazen genoemd worden en voor gek worden aangezien.

Dat is het moment om de passieve versterving te omhelzen die —misschien verdoken, of juist zonder masker en onbeschaamd— komt, als wij haar het minst verwachten. Het kan voorkomen dat schapen gewond raken door de stenen die bedoeld waren voor de wolven: wie Christus volgt, zal aan den lijve ervaren dat de mensen die van hem zouden moeten houden, tegenover hem een gedrag vertonen dat gaat van wantrouwen tot vijandigheid, van argwaan tot haat. Zij bekijken hem met achterdocht, alsof zij te doen hebben met een leugenaar, want zij geloven niet dat je een persoonlijke verhouding met God, een innerlijk leven, kunt hebben. Tegenover de atheïst en de onverschillige daarentegen, die gewoonlijk weerspannig en schaamteloos zijn, zijn ze vol vriendelijkheid en begrip.

De Heer laat misschien toe, dat zijn leerling zich aangevallen ziet met het wapen dat nooit eervol is voor wie het ter hand neemt, het wapen van de persoonlijke beledigingen; of een aanval met gemeenplaatsen die de tendentieuze en misdadige vrucht zijn van een massieve en leugenachtige campagne. Niet iedereen is immers begiftigd met goede smaak en niet iedereen weet maat te houden.

Het is niet te verwonderen dat zij die een wankelmoedige theologie en een lakse en ongebreidelde moraal aanhangen, zij die volgens de eigen grillen een twijfelachtige liturgie vieren met een 'hippiediscipline' en onder onverantwoorde- lijke leiding, zich afzetten met heftige jaloezie, verdachtmakingen, valse aanklachten, beledigingen, mishandelingen, vernederingen, lasterpraatjes en kwellingen van allerlei soort tegen diegene die alleen maar van Jezus Christus spreken.

Zo beitelt Jezus de zielen van de zijnen zonder na te laten hun innerlijk rust en vreugde te verschaffen. Zij weten immers, dat de duivels —met honderd leugens tegelijk— niet in staat zijn een waarheid te creëren. Hij grift in hun levens de overtuiging, dat zij zich alleen op hun gemak zullen voelen als zij besluiten het gemak niet meer te zoeken.

Dit punt in een andere taal