43

Nu zegt u me misschien: en waarom zou ik me moeten inspannen? Niet ik, maar de heilige Paulus geeft u het antwoord: de liefde van Christus laat ons geen rust (2 Kor 5, 14). De tijd die een mensenleven duurt, is maar kort om de grenzen van uw liefde te verruimen. Vanaf het allereerste begin van het Opus Dei heb ik zonder ophouden deze roep van Christus herhaald voor edelmoedige mensen die hem ook in praktijk wilden brengen: Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart (Joh 13, 35). Exact daaraan zal men ons herkennen, want de liefde is het uitgangspunt van heel het doen en laten van de christen.

Hij, die de zuiverheid zelf is, zegt niet dat men zijn leerlingen zal herkennen aan hun vlekkeloos bestaan. Hij, die de soberheid zelf is, die zelfs geen steen heeft om zijn hoofd op neer te leggen (vgl. Mat 8, 20), die zoveel dagen in vasten en afzondering heeft doorgebracht (vgl. Mat 4, 2), stelt niet tegenover zijn apostelen: men zal u herkennen als mijn uitverkorenen omdat gij brassers noch dronkaards bent.

Het zuivere leven van Christus was —en is het altijd geweest en zal het altijd zijn— een klap in het gezicht van de maatschappij van destijds die vaak net zo verrot was als nu. Zijn soberheid —een andere zweepslag voor diegenen die van hun leven één groot banket maakten en die expres hun voedsel uitbraakten om verder te kunnen eten, waarmee ze letterlijk de woorden van Saulus in vervulling lieten gaan: ze hebben van hun buik een god gemaakt (Fil 3, 19).

Dit punt in een andere taal