55

Beginnen aan een werk doen er veel; het afmaken doen er maar weinig. Laten wij proberen bij die laatste groep te horen; wij, die als kinderen van God proberen te leven. Vergeet niet dat alleen de werkzaamheden die men met liefde tot een goed einde brengt, kunnen rekenen op de instemming van de Heer, zoals we in de Heilige Schrift kunnen lezen: beter het einde dan het begin (Pr 7, 8).

Misschien hebt u me bij andere gelegenheden deze anekdote al eens horen vertellen, maar toch hecht ik er aan haar nog eens naar voren te brengen, omdat het voorval zo beeldend, zo leerzaam is. Op een keer zocht ik in het Rituale Romanum het formulier voor de zegening van de laatste steen van een gebouw, de belangrijkste bouwsteen omdat deze een symbool is voor de zware, moedige en noeste arbeid van veel mensen, gedurende vele jaren. Ik was stomverbaasd toen ik merkte dat dit formulier niet bestond en dat men gebruik zou moeten maken van de benedictio ad omnia, een zegening voor algemeen gebruik. Ik moet toegeven, dat het me onmogelijk leek, dat een dergelijke lacune bestond en ik nam nog eens langzaam, maar tevergeefs, het register van het Rituale door.

Veel katholieken hebben de overtuiging laten varen, dat een rechtschapen levenswandel, zoals de Heer van zijn kinderen verlangt, een echte zorgvuldigheid vergt bij het vervullen van ieders eigen taken die ze dienen te heiligen tot in de allerkleinste kleinigheid.

Wij kunnen de Heer alleen maar iets aanbieden dat —binnen onze povere menselijke begrenzingen— volmaakt is, zonder smet, met zorg gerealiseerd tot in de kleinste details. God aanvaardt geen klungelwerk. Gij zult niets offeren met een gebrek, vermaant ons de Heilige Schrift, dan schept Jahwe geen behagen in u (Lev 22, 20). Daarom zal ieders werk, de arbeid die op onze dagen en energie beslag legt, een offergave moeten zijn die de Schepper waardig is, operatio Dei, werk van God en werk voor God: kortom, een taak die af is, smetteloos.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal