87

Die wijsheid van hart, die verstandigheid zal nooit worden tot de verstandigheid van het lichaam waarnaar de heilige Paulus (vgl. Rom 8, 6) verwijst: de verstandigheid van iemand die verstand heeft, maar niet probeert het te gebruiken om God te ontdekken en te beminnen. Werkelijk verstandig is hij, die altijd bedacht is op de influisteringen van God en —in dit waakzaam luisteren— in de ziel de beloften en werkelijkheden van de verlossing ontvangt: Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen (Mat 11, 25).

De wijsheid van het hart richt en leidt veel andere deugden. Door de verstandigheid is de mens stoutmoedig, zonder onbezonnenheid. Hij gaat niet —om duistere redenen, gemakzucht— een inspanning uit de weg die nodig is om volledig volgens Gods plannen te leven. De matigheid van een verstandig mens is geen ongevoeligheid of mensenhaat. Zijn rechtvaardigheid is geen hardheid. Zijn geduld is geen slaafsheid.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Dit punt in een andere taal