Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Luiheid.

Denk nog eens aan de gelijkenis van de talenten. De dienaar die er maar één gekregen had, zou deze —net als zijn lotgenoten— nuttig hebben kunnen gebruiken en winstgevend hebben kunnen maken door al zijn mogelijkheden aan te wenden. En wat doet hij? Uit angst het te verliezen aarzelt hij. Dat is nog tot daaraan toe. Maar daarna? Hij begraaft het! (vgl. Mat 25, 18). Dat brengt geen vrucht voort.

Laten we dat geval van ziekelijke angst om eerlijk voordeel te trekken uit de mogelijkheid tot werken, tot gebruik van verstand en wil —tot inzetten van de hele mens— nooit vergeten. Ik begraaf het —schijnt die stakker te zeggen— maar dan is mijn vrijheid tenminste veilig! Nee. Zijn vrijheid is gezwicht voor iets heel concreets, voor de schraalste en dorstigste droogte. Zij heeft een keuze gemaakt, want zij kon alleen maar kiezen. Maar zij heeft verkeerd gekozen.

Het is volstrekt verkeerd vrijheid tegenover overgave te stellen, want het zich wegschenken vloeit voort uit de vrijheid. Bedenk, dat een moeder, als ze zich opoffert voor haar kinderen, een keuze heeft gemaakt. En de mate van haar liefde is bepalend voor de mate van haar vrijheid. Hoe groter de liefde is, des te vruchtbaarder zal de vrijheid zijn. En het geluk van haar kinderen komt voort uit die gezegende vrijheid die zelfgave insluit. Het geluk komt voort uit die verrukkelijke gave die de vrijheid nu juist is.

Vanaf het eerste uur

Met het Rijk der hemelen is het als met een landeigenaar die vroeg in de morgen uitging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard (Mat 20, 1). U kent het verhaal wel: die man gaat verscheidene keren naar het marktplein om arbeiders te huren. Sommigen werden al bij zonsopgang geroepen, anderen bij het vallen van de avond.

Zij krijgen allemaal een denarie: “Het loon dat ik u beloofd had, dat wil zeggen, mijn beeld en mijn gelijkenis. In de denarie is de beeltenis van de Koning geslagen” (H. Hiëronymus, Commentarium in Matthaeum libri, 3, 20 (PL 26, 147)). Zo werkt de barmhartigheid van God die ieder een roeping geeft volgens zijn eigen persoonlijke omstandigheden, omdat Hij wil dat alle mensen gered worden (1 Tim 2, 4). Wat ons betreft, wij zijn christenen, wij zijn opgevoed in het geloof, wij zijn heel duidelijk door de Heer uitverkoren. Dat is de werkelijkheid. Als u uitgenodigd wordt te antwoorden, zelfs al is het op het allerlaatste moment, kunt u dan op het marktplein blijven genieten van de zon, zoals velen van die arbeiders deden als ze tijd te over hadden?

Wij hebben geen tijd in overvloed, we hebben geen seconde te verliezen. Ik overdrijf niet: er is werk te doen; de wereld is groot en er zijn nog miljoenen zielen die de leer van Christus nog niet duidelijk hebben horen verkondigen. Ik richt me tot ieder van u. Als u tijd te veel hebt, denkt u dan eens na. Het is niet onmogelijk dat u lauw bent geworden of dat u in bovennatuurlijke zin verlamd bent. U beweegt niet meer, u kent vrucht noch opbrengst, u brengt niet al het goede tot stand waar uw omgeving, de mensen van uw werk, uw gezin, recht op hebben.

Resultaten voor God

Laten we nu onze gedachten richten op het verhaal van de man die naar het buitenland vertrok en zijn dienaren bij zich riep om hun zijn bezit toe te vertrouwen (Mat 25, 14). Hij gaf aan ieder een verschillend aantal talenten om tijdens zijn afwezigheid te beheren. Het lijkt me de moeite waard het gedrag te volgen van de man die één talent gekregen had. Hij probeert, lijkt me, slim te zijn. Hij denkt na, hij overlegt met het niet al te grote verstand dat hij heeft, dan neemt hij een besluit. Hij ging een gat in de grond graven en het geld van zijn heer verbergen (Mat 25, 18).

Waar zal die man zich mee bezighouden, nu hij zich ontdaan heeft van het instrument waarmee hij moet werken? Hij heeft een besluit genomen, zonder enig verantwoordelijkheidsbesef. Hij heeft gekozen voor het gemak, voor het enkel teruggeven van wat men hem heeft toevertrouwd. Hij zal zich tot taak stellen de tijd te doden: minuten, uren, dagen, maanden, jaren; zijn hele leven! De anderen proberen iets te bereiken, drijven handel en spannen zich eerlijk in aan hun meester meer terug te geven dan ze ontvangen hadden: de legitieme vrucht. De aanwijzing was immers heel concreet geweest: negotiamini dum venio (Luc 19, 13). Belast u met dat werk om winst te maken totdat de meester terugkomt. Maar hij? Hij doet er niets mee. Hij verbruikt zijn leven zonder nut.

Wat een vreselijk leven, dat als enige bezigheid heeft het doden van de tijd, die een schat van God is. Er bestaat geen enkel excuus om een dergelijk gedrag te rechtvaardigen. “Laat niemand zeggen: ik heb maar één talent, ik kan niets bereiken. Ook met een enkel talent kunt u op een profijtelijke manier handelen” (H. Johannes Chrysostomus, In Matthaeum homiliae, 78, 3 (PG 58, 714)). Wat een ellende als je geen voordeel trekt, geen echte winst maakt met alle vermogens, groot of klein, die God aan de mens geeft opdat deze zich ten dienste stelt van de mensen, de samenleving!

Als de christen in zijn egoïsme zich terugtrekt, zich verstopt en zijn belangstelling verliest, kortom als hij alleen maar zijn tijd doodt, dan loopt hij het risico 'zijn Hemel te doden'. Wie God liefheeft, geeft niet alleen wat hij heeft en is prijs voor de dienst aan Christus: hij geeft zichzelf. Hij ziet niet —met de neus vlak boven de grond— zijn ik in gezondheid, goede naam, loopbaan.

Ik, ik, ik…, zo denken, spreken en handelen veel mensen. Wat is dat stomvervelend! De heilige Hiëronymus geeft als zijn mening dat “wat geschreven is verontschuldigingen zoeken voor de zonde (Ps 141, 4) werkelijk door deze mensen in vervulling gaat, die luiheid en nalatigheid paren aan de zonde van hoogmoed” (H. Hiëronymus, Commentariorum in Matthaeum libri, 4, 25 (PL 26, 195)).

Het is de hoogmoed die steeds hand in hand gaat met dat ik, ik, ik… Een ondeugd die de mens verandert in een onvruchtbaar schepsel, die in hem het verlangen om voor God te werken vernietigt, die de mens zover krijgt dat hij niet weet te profiteren van zijn tijd. Verlies je doeltreffendheid niet, maar verdelg juist je egoïsme. Uw leven, is dat voor u? Uw leven is voor God, voor het welzijn van alle mensen, uit liefde tot God. Haal dat talent uit de grond! Maak het produktief. Dan zult u de vreugde smaken, dat —in deze bovennatuurlijke aangelegenheid— het er niet toe doet, dat het resultaat hier op aarde geen wonder is waar de mensen vol verbazing naar kunnen kijken. Waar het om gaat, is dat we alles wat we zijn en hebben inzetten, dat we ervoor zorgen dat het talent rendement geeft en dat we zonder ophouden ons best doen goede vruchten voort te brengen.

Misschien geeft God ons nog een jaar om Hem te dienen. Denk niet aan vijf, denk niet aan twee. Kijk alleen maar naar dit jaar: naar één, naar het jaar, dat we net begonnen zijn. Geef het prijs, begraaf het niet! Dat moet ons vaste voornemen zijn.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift