Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Heilige Geest  → en liefde.

Liefde is niet een maaksel van onszelf, zij wordt ons ingestort met de genade van God: omdat Hij ons het eerst heeft liefgehad (1 Joh 4, 10). Het is goed, dat wij doordrongen raken van deze wonderschone waarheid: “als wij God kunnen liefhebben, is dat omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” (Origenes, Commentarium in Epistolam ad Romanos, 4, 9 (PG 14, 997)). U en ik verkeren in de omstandigheid rijkelijk blijk te kunnen geven van onze genegenheid jegens de mensen om ons heen, wij zijn immers geboren in het geloof door de liefde van de Vader. Vraag de Heer vol overmoed om deze schat, deze bovennatuurlijke deugd van liefde om haar tot in de kleinste kleinigheid te beoefenen.

Het is vaak voorgekomen dat wij christenen niet aan deze deugd wisten te beantwoorden. Soms hebben wij haar verlaagd, alsof een zielloze, kille aalmoes alles zou zijn. Andere keren hebben wij haar gereduceerd tot een min of meer formele liefdadigheid. Deze misvatting werd eens door een zieke vrouw vol berusting onder woorden gebracht: hier gaan ze 'met liefde' met me om, maar mijn moeder verzorgde me 'uit liefde'. De liefde die voortspruit uit het Hart van Christus, biedt geen ruimte voor dergelijke onderscheidingen.

Om u deze waarheid goed aan het verstand te brengen heb ik duizenden keren op beeldende wijze verkondigd, dat wij niet een hart hebben om God te beminnen en een hart voor de mensen: ons arme hart, van vlees, bemint met een menselijke genegenheid die, mits verenigd met de liefde van Christus, ook bovennatuurlijk is. Dat, en niets anders, is de liefde die wij in de ziel tot ontwikkeling moeten brengen. Zij zal ons ertoe leiden in de anderen het beeld van de Heer te ontdekken.

De enige weg

Wij zijn er nu van overtuigd, dat de liefde niets te maken heeft met deze karikatuur die men soms schetst van deze deugd, die centraal staat in het christenleven. Waarom is het dan nodig voortdurend de liefde te preken? Is het soms een verplicht onderwerp, maar met weinig mogelijkheden om met concrete daden naar buiten te treden?

Als wij om ons heen zouden kijken, zouden wij misschien redenen kunnen vinden te denken dat de liefde illusoire deugd is. Als u echter de dingen zoudt beschouwen met een bovennatuurlijke visie, zoudt u ook de wortel van die steriliteit ontdekken: het ontbreken van een intense en voortdurende omgang, van persoon tot Persoon, met onze Heer Jezus Christus; en de onbekendheid met het werk van de Heilige Geest in de ziel, waarvan de liefde nu juist de eerste vrucht is.

Na het aanhalen van enige raadgevingen van de Apostel —helpt elkaar zulke lasten te dragen; op die manier zult ge de wet van Christus vervullen (Gal 6, 2)— gaat een Kerkvader verder: “door Christus lief te hebben zullen wij makkelijk de zwakte van anderen kunnen verdragen, ook van hem die wij nog niet beminnen, omdat hij geen goede werken verricht” (H. Augustinus, De diversis quaestionibus octoginta tribus, 71, 7 (PL 40, 83)).

Hier staan we voor de weg die ons doet groeien in liefde. Als wij zouden denken, dat wij ons eerst zouden moeten uitsloven in humanitair werk en dienstverlening, met uitsluiting van de liefde tot de Heer, zouden wij ons vergissen. “Laten wij Christus niet verwaarlozen als gevolg van onze zorg voor onze zieke naaste, want wij moeten de zieke liefhebben omwille van Christus” (Ibidem).

Kijk voortdurend naar Christus. Hij heeft, zonder op te houden God te zijn, zich vernederd door de gestalte van een slaaf aan te nemen (vgl. Fil 2, 6­7), om ons te kunnen dienen. Alleen in die richting ontvouwen zich doeleinden die de moeite waard zijn. De liefde zoekt eenwording, vereenzelviging met de geliefde. Door ons met Hem te verenigen zullen wij aangetrokken worden door het vurig verlangen zijn leven van overgave, van mateloze liefde, van opoffering tot in de dood, te leiden. Christus stelt ons voor de definitieve keuze: ofwel ons eigen bestaan op egoïstische en eenzame wijze verdoen, ofwel ons met al onze krachten wijden aan een dienende taak.

Verwijzingen naar de H. Schrift