Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Jezus Christus  → de wonden van Christus.

In het werkelijk bewonderen en beminnen van de Allerheiligste Mensheid van Jezus zullen wij een voor een zijn wonden ontdekken. En in die ogenblikken van lijdelijke loutering, moeizame harde momenten, met zoete en bittere tranen die wij trachten te verbergen, zullen wij ons genoopt voelen ons in elk van die allerheiligste wonden te nestelen: om ons te louteren, ons te verheugen in dat verlossende Bloed, ons te sterken. Als de duiven uit het Hooglied (vgl. Hoogl 2, 14), die bij de storm onderdak vinden in de rotsspleten, zullen wij onze toevlucht tot Hem nemen. Zijn wonden zullen onze wijkplaats zijn, daar zullen wij de intimiteit van Christus vinden. Wij zullen zien dat zijn wijze van spreken vredig is en zijn gelaat schoon (vgl. Ibidem). “Zij immers die weten dat zijn stem aangenaam en beminnelijk is, zij hebben de genade van het evangelie ontvangen, waardoor zij zeggen: Gij hebt woorden van eeuwig leven” (H. Gregorius van Nyssa, In Canticum Canticorum homiliae, 5 (PG 44, 879)).

Laten we niet denken, dat op dit pad van de contemplatie de hartstochten definitief tot zwijgen gebracht zijn. Wij zouden onszelf een rad voor ogen draaien, als wij zouden denken dat de vurige ijver om Christus te zoeken, de werkelijke ontmoeting en omgang met Hem en de zoetheid van zijn liefde ons veranderen in mensen die niet meer kunnen zondigen. Hoewel u geen gebrek aan ervaring hebt, wil ik u toch even hieraan herinneren. De vijand van God en de mens, Satan, geeft zich niet gewonnen en rust niet. Hij belegert ons, zelfs als de ziel ontbrand is in een vurige liefde tot God. Hij weet, dat het vervallen tot zonde dan moeilijker is, maar ook dat hij —als hij erin slaagt dat schepsel zijn Heer te laten beledigen, al is het maar een beetje— in die ziel de verleiding van de wanhoop kan opwekken.

Als u van de ervaring van een arme priester wilt leren die niets anders wil dan over God spreken, zou ik u de raad willen geven, dat u, als het vlees zijn verloren rechten wil terugvorderen, of als de hoogmoed —wat erger is— zich verzet en giftig wordt, u haast om u te verschuilen in die goddelijke wonden die, in het Lichaam van Christus, werden geopend door de spijkers die Hem aan het Kruis nagelden en door de lans die zijn zijde doorboord heeft. Ga, zoals uw hart het u ingeeft: stort in de Wonden van de Heer al deze menselijke liefde uit… en deze goddelijke liefde. Dat is verlangen naar eenwording, zich broer en zus van Christus voelen, kind van hetzelfde bloed, kind van dezelfde Moeder, want zij immers heeft ons naar Christus gevoerd.

De Allerheiligste Drie-eenheid

Wij waren begonnen met mooie en betoverende mondgebeden die wij leerden, toen wij klein waren en die wij ons leven lang niet graag zouden vergeten. Het gebed dat met zo'n kinderlijke onschuld begon, ontwikkelt zich nu tot een brede, kalme en gestage stroom, omdat deze gelijke tred houdt met Hem die zei: Ik ben de Weg (Joh 14, 6). Als wij Christus zo liefhebben, als wij met goddelijke vermetelheid onze toevlucht zoeken in de opening die de lans achterliet in zijn Zijde, zal de belofte van de Meester in vervulling gaan: Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen (Joh 14, 23).

Het hart heeft dan behoefte aan het onderscheiden en aanbidden van ieder van de drie goddelijke Personen afzonderlijk. Het is op een bepaalde manier een ontdekking die de ziel doet in het bovennatuurlijk leven, zoals een pasgeboren kind dat de ogen opent voor het leven. En de ziel onderhoudt zich liefdevol met de Vader en met de Zoon en met de Heilige Geest. En zij onderwerpt zich gemakkelijk aan de werking van de levendmakende Parakleet die zich, zonder dat wij het verdienen, aan ons overlevert: zijn gaven en de bovennatuurlijke deugden.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift