Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Hemelvaart.

De liturgie plaatst ons voor het laatste mysterie uit het leven van Jezus onder de mensen: zijn hemelvaart. Sinds zijn geboorte in Betlehem is er veel gebeurd. We hebben Hem in de kribbe gezien waar Hij aanbeden werd door herders en koningen; we hebben Hem gadegeslagen in zijn lange jaren van stille arbeid in Nazareth; we hebben Hem vergezeld door de streken van Palestina, waar Hij het koninkrijk van God verkondigde en weldoende rondging onder de mensen. En later, in de dagen van zijn lijden, hebben wij ook geleden toen we zagen hoe ze Hem beschuldigden, met wat voor woede ze Hem mishandelden en met hoeveel haat ze Hem kruisigden.

Na het lijden kwam de grote blijdschap over de verrijzenis; een duidelijke en stevige grondslag voor ons geloof! Wij zouden nu niet meer mogen twijfelen. Maar misschien zijn wij nog zwak, net zoals de apostelen, en vragen wij op deze Hemelvaartsdag aan Christus: Heer, gaat Gij in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen? (Hand 1, 6). Zal onze twijfel en onze ellende nu definitief verdwijnen?

Het antwoord van de Heer is zijn hemelvaart. Net Heerals de apostelen zijn wij zowel verbaasd als bedroefd nu we zien dat Hij ons achterlaat. Het is zeker niet gemakkelijk aan de fysieke afwezigheid van Jezus te wennen. Ik vind het aangrijpend dat Hij met een schitterend gebaar van liefde is weggegaan en toch is gebleven. Hij is naar de hemel gegaan en in de heilige Hostie heeft Hij zich aan ons als voedsel gegeven. Maar we missen zijn menselijk woord, zijn manier van doen, van kijken, van glimlachen en van weldoen. Wij zouden Hem graag nog eens van dichtbij zien wanneer Hij vermoeid van de zware tocht bij de put gaat zitten,[Zie Joh 4, 6) wanneer Hij huilt om Lazarus (zie Joh 11, 35), lang achter elkaar bidt (zie Lc 6, 12), of medelijden heeft met de menigte! (zie Mt 15, 32; Mc 8, 2).

Ik heb het altijd vanzelfsprekend gevonden, en ik ben er ook altijd blij om geweest, dat de allerheiligste mensheid van Jezus naar de heerlijkheid van de Vader is opgestegen, maar ik denk dat een spoor van droefheid op Hemelvaartsdag ook een teken van liefde is. Hij is volmaakt God en Hij is mens geworden, volmaakt mens, vlees van ons vlees en bloed van ons bloed. En Hij verlaat ons om naar de hemel op te stijgen. Dan moeten we Hem toch wel missen?

Het feest van de hemelvaart van de Heer wijst ook op iets anders: dezelfde Christus die ons aanmoedigt bij onze taak in de wereld, wacht op ons in de hemel. Met andere woorden: we houden van ons leven hier op aarde, maar dat is niet definitief, want wij hebben hier geen blijvende stad, maar zoeken de toekomstige (Heb 13, 14), de permanente.

Laten we proberen om het woord van God niet binnen een te nauwe horizon uit te leggen. Hij wil niet dat we op onze aardse weg ongelukkig zijn en alleen maar hopen op de troost in het hiernamaals. God wil dat we hier al gelukkig zijn, terwijl we vol verlangen uitzien naar de uiteindelijke vervulling van dat andere geluk, dat alleen Hij in overvloed kan geven.

Het beschouwen van de bovennatuurlijke werkelijkheid, de werking van de genade in onze ziel en de naastenliefde als rijpe vrucht van Gods liefde, zijn hier op aarde al een vooruitlopen op de hemel, een vertrekpunt van waaruit er iedere dag weer verdere groei is. Wij christenen verdragen geen dubbelleven; ons leven vormt een eenvoudige en sterke eenheid waarvan heel ons doen en laten doordrongen is.

Christus wacht op ons. Laten we nu al leven als burgers van de hemel (Fil 3, 20), hoewel we ten volle burgers van de aarde zijn en te midden van moeilijkheden, onrecht en onbegrip leven, maar ook te midden van vreugde en sereniteit, want we weten dat we geliefde kinderen van God zijn. Laten we volharden in de dienst aan onze God en we zullen zien dat dit vredebrengende christelijke leger, dit volk dat voor de medeverlossing bestemd is, in aantal en heiligheid groeit. Laten we mensen van gebed zijn die voortdurend in gesprek zijn met de Heer en van de eerste tot de laatste gedachte van de dag met ons hart bij Hem te zijn. Laten we, door de tussenkomst van onze Moeder Maria dicht bij Hem komen, en door Hem bij de Vader en de heilige Geest.

Als de hemelvaart van Jezus ondanks alles een spoor van bitterheid en droefheid in ons achterlaat, dan kunnen we naar zijn Moeder gaan zoals de apostelen deden: Toen keerden zij naar Jeruzalem terug… en bleven eensgezind volharden in het gebed… samen met Maria, de Moeder van Jezus (Hand 1, 12-14).