Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Conformisme.

Met de begeerte van het vlees wordt niet alleen de ongeordende drang van onze zinnen in het algemeen bedoeld, of alleen de seksuele begeerte die geordend hoort te zijn en als zodanig niet slecht maar echt menselijk is, en geheiligd kan worden. Daarom spreek ik nooit over onzuiverheid, maar over zuiverheid, want de woorden van Christus zijn tot ieder van ons gericht: Zalig zijn de zuiveren van hart, want zij zullen God zien (Mt 5, 8). Op grond van een goddelijke roeping zal de één deze zuiverheid in het huwelijk beleven en de ander zal van deze menselijke liefde afzien om uitsluitend en hartstochtelijk aan de liefde van God te beantwoorden. Zowel de één als de ander mag geen slaaf van de zinnelijkheid zijn, maar meester van zijn eigen lichaam en zijn eigen hart, om ze met offergeest aan anderen te kunnen geven.

Als ik over de deugd van zuiverheid spreek, voeg ik er altijd het woordje heilig aan toe. Christelijke zuiverheid, de heilige zuiverheid, is niet de hoogmoedige houding zich als zuiver, onbesmet, te beschouwen. Het is veeleer ons besef dat we voeten van leem hebben (Dan 2, 33), ook als de genade van God ons dag in dag uit ver houdt van de gevaren van de vijand. De nadruk waarmee sommigen bijna uitsluitend over dít onderwerp schrijven of preken, beschouw ik als een misvorming van het christendom; zij vergeten andere deugden die van wezenlijk belang zijn voor de christen en voor de relaties tussen de mensen.

De heilige zuiverheid is niet de enige en ook niet de belangrijkste christelijke deugd. Toch is zij onmisbaar om in de dagelijkse inspanning voor onze heiliging te kunnen volharden en zonder deze deugd is het onmogelijk zich aan het apostolaat te wijden. De zuiverheid vloeit voort uit onze liefde voor onze Heer aan wie we ons lichaam en onze ziel, onze vermogens en zintuigen hebben gegeven. Het is geen ontkenning, maar een blijde, positieve bevestiging.

Ik zei zojuist dat de begeerte van het vlees niet alleen de ongeregelde zinnelijkheid is, maar ook de gemakzucht, het gebrek aan inzet en de neiging om de gemakkelijkste, prettigste, kortom de weg van de minste weerstand te volgen, zelfs als we daarvoor concessies moeten doen aan onze trouw aan God.

Dit betekent dat we ons zonder meer overgeven aan de macht van een andere wet — de wet van de zonde — waarvoor de heilige Paulus ons waarschuwt: Ik ontdek in mij dus deze wet: als ik het goede wil doen, dringt het kwade zich aan mij op. Mijn innerlijk schept behagen in Gods wet. Maar in mijn handelen ontwaar ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn rede, en die mij gevankelijk uitlevert aan de heerschappij van de zonde over mijn daden. Rampzalige mens die ik ben! Wie zal mij redden van dit bestaan ten dode? (Rom 7, 21-24). Luister naar het antwoord van de apostel: Het is de genade van God, door onze Heer Jezus Christus (Rom 7, 25). We kunnen en moeten vechten tegen de begeerte van het vlees, want als we nederig zijn zal de genade van de Heer ons nooit ontbreken.

Elk van deze menselijke gebaren is tegelijkertijd een gebaar van God. Immers in Hem is de godheid in haar volheid lijfelijk aanwezig (Kol 2, 9). Christus is God die mens is geworden, volmaakt mens, door en door mens. En juist in het menselijke laat Hij ons het goddelijke zien.

Als we denken aan de menselijke fijngevoeligheid van Christus die zijn leven volledig in dienst van anderen stelt, dan hebben we meer dan een bepaald gedrag voor ogen. We zijn God aan het ontdekken. Alle handelingen van Christus hebben een transcendente waarde. Ze leren ons de manier van zijn van God kennen, en ze nodigen ons uit te geloven in de liefde van God die ons geschapen heeft en die ons in zijn innerlijk leven wil laten delen. Ik heb Uw Naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. U behoorden ze toe; Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben Uw woord onderhouden. Nu weten zij dat al wat Gij Mij gegeven hebt van U komt (Joh 17, 6-7), riep Jezus uit tijdens het lange gebed dat de evangelist Johannes aan ons heeft overgeleverd.

Daarom is het gedrag van Jezus veel meer dan louter woorden of oppervlakkige gebaren. Hij neemt de mens serieus en wil hem de goddelijke zin van zijn leven doen kennen. Hij stelt eisen en confronteert hem met zijn plichten. Hij haalt de mensen die naar Hem luisteren uit hun gemakzucht en conformisme, om hen naar de driemaal heilige God te voeren. Jezus wordt geraakt door de mensen die honger hebben, door degenen die lijden, maar vooral door de onwetenden. Jezus zag dan ook een grote menigte. Hij gevoelde medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder; en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten (Mc 6, 34).