Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Dood.

Als we een christen eraan herinneren dat zijn leven geen ander doel heeft dan aan de wil van God te gehoorzamen, dan betekent dat niet dat hij zich van andere mensen moet afzonderen. Integendeel, het gebod van Christus om elkaar lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad (zie Joh 13, 34-35) wordt meestal nagekomen door onder de mensen te zijn en te leven zoals zij, door ons in de wereld in dienst te stellen van God, zodat we de liefde van God beter bekend kunnen maken aan alle mensen en we ze kunnen vertellen dat de goddelijke wegen op aarde zijn geopend.

Christus heeft niet alleen gezegd dat Hij van ons houdt, Hij heeft het ook laten zien. We mogen niet vergeten dat Jezus mens werd om ons te leren hoe we kunnen leven als kinderen van God. Denk aan de inleiding van de evangelist Lucas bij de Handelingen van de apostelen: Primum quidem sermonem feci de omnibus, O Theophile, quae coepit Iesus facere et docere, Ik heb verslag gedaan, Theophilus, over alles wat Jezus gedaan en onderricht heeft (Hand 1, 1) Hij kwam om te onderrichten, door het zelf te doen; Hij kwam om te onderrichten, door ons het voorbeeld te geven.

Nu we bij het Kindje in de kribbe zijn, kunnen wij verder gaan met ons gewetensonderzoek. Zijn wij vastbesloten om van ons leven een voorbeeld en een leerschool te maken voor onze medemensen? Zijn we bereid als Christus te zijn? Het is niet genoeg dat we het met de mond belijden. Jij — ik stel de vraag aan ieder van jullie en ook aan mijzelf — jij, die geroepen bent als Christus te zijn omdat je christen bent: kan men van jou zeggen dat je gekomen bent om facere et docere, om alles te doen als een kind van God, om open te staan voor de wil van zijn Vader en daardoor alle zielen te laten delen in de goede, edele, goddelijke en menselijke waarden van de verlossing? Leef je het leven van Christus in je leven van iedere dag, midden in de wereld?

De werken van God willen doen is geen kwestie van mooie woorden, maar een uitnodiging om onszelf uit liefde op te gebruiken. We moeten sterven aan onszelf om herboren te worden tot een nieuw leven. Want zo heeft Jezus gehoorzaamd, tot de dood aan het kruis; mortem autem crucis. Propter quod et Deus exaltavit illum. Daarom heeft God Hem verheven (Fil 2, 8). Als we aan de wil van God gehoorzamen, zal het kruis ook voor ons verrijzenis, verheffing zijn. Christus’ leven zal stap voor stap in ons worden verwezenlijkt en ons eigen leven zal de inspanning worden van goede kinderen van God, die ondanks hun vele zwakheden en persoonlijke fouten weldoende rondgaan zoals Christus.

En als de dood komt — en die zal onverbiddelijk komen — dan zullen we die met vreugde opwachten, zoals ik dat heb gezien bij veel mensen die in de gewone omstandigheden van iedere dag als heiligen hebben geleefd. Met vreugde, want als we Christus hebben nagevolgd in het doen van het goede — en we ondanks onze ellende hebben gehoorzaamd en het kruis hebben gedragen — dan zullen we zoals Christus verrijzen: surrexit Dominus vere, want Hij is waarlijk verrezen (Lc 24, 34).

Bedenk dat Jezus, die een kind wilde worden, de dood heeft overwonnen. Door zo klein te worden, door zijn eenvoud en gehoorzaamheid, door het gewone, alledaagse leven van de mensen te vergoddelijken, werd de Zoon van God overwinnaar.

Dat was de triomf van Jezus. Hij heeft ons op zijn niveau gebracht, op het niveau van kinderen van God, door naar beneden te komen, naar ons niveau, naar de wereld van de kinderen van de mensen.

We zouden ons moeten verdiepen in wat de dood van Christus ons openbaart, zonder te blijven steken in uiterlijke vormen of gemeenplaatsen. Wij moeten ons echt verplaatsen in de taferelen die wij in deze dagen van de Goede Week beleven: het leed van Jezus, de tranen van zijn Moeder, de vlucht van de leerlingen, de sterkte van de heilige vrouwen, de moed van Jozef van Arimatea en Nikodemus die Pilatus om het lichaam van Jezus vragen.

Kortom: laten we naar de gestorven Jezus gaan tot vlakbij het kruis dat op de top van Calvarië tegen de hemel afsteekt. Laten we naderen met een oprechte houding en met de innerlijke inkeer die een teken zijn van christelijke volwassenheid. De goddelijke en menselijke gebeurtenissen van het lijden zullen dan in onze ziel binnendringen als woorden die God tot ons richt om ons de geheimen van ons hart te ontsluieren en ons te onthullen wat Hij van ons leven verwacht.

Jaren geleden heb ik een schilderij gezien dat een diepe indruk op mij heeft gemaakt. Het stelde het kruis van Christus voor, met drie engelen ernaast: de één huilde ontroostbaar, de ander hield een spijker in zijn hand alsof hij zich ervan wilde overtuigen dat het echt waar was, en de derde was in gebed verzonken. Hier hebben we een programma dat voor ieder van ons actueel is: huilen, geloven en bidden.

Laten we, nu we aan de voet van het kruis staan, berouw hebben over onze eigen zonden en over de zonden van de hele mensheid die Jezus naar de dood hebben gebracht; geloof, om in de verheven waarheid door te kunnen dringen die alle begrip te boven gaat en om ons te kunnen verwonderen over de liefde van God; gebed, opdat het leven en de dood van Christus het voorbeeld en de stimulans voor ons leven en voor onze overgave zijn. Alleen zó zullen we ons overwinnaars kunnen noemen: want dan zal de verrezen Christus in ons overwinnen en zal de dood veranderen in leven.

We gaan deze tijd van gebed beëindigen. Bedenk dat Jezus — wanneer je in het diepst van je ziel de oneindige goddelijke goedheid overweegt — door de woorden van de consecratie werkelijk in de hostie tegenwoordig zal zijn, met zijn Lichaam en zijn Bloed, met zijn Ziel en zijn Godheid. Aanbid Hem met eerbied en toewijding; hernieuw in zijn tegenwoordigheid je oprechte liefde voor Hem; zeg Hem zonder angst dat je van Hem houdt; bedank Hem voor dit dagelijkse bewijs van zijn barmhartigheid dat zo vol tederheid is en versterk je verlangen om met een groot vertrouwen tot de communie te naderen. Ik sta verwonderd over dit mysterie van liefde: de Heer wil mijn arme hart als zijn troon, en zolang ik niet van Hem wegga zal Hij mij niet in de steek laten.

Gesterkt door de aanwezigheid van Christus en gevoed met zijn Lichaam zullen wij in dit aardse leven trouw kunnen zijn en zullen wij ons later in de hemel, bij Jezus en zijn Moeder, overwinnaars kunnen noemen. Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw angel? God zij gedankt die ons de overwinning geeft door Jezus Christus, onze Heer (I Kor 15, 55 en 57).

De vrede van Christus

Ik wil jullie nog iets voorleggen: dat we geen rust mogen nemen bij onze strijd om het goede te doen, juist omdat we weten hoe moeilijk het voor de mens is om in alle ernst de rechtvaardigheid te beoefenen. Er moet nog heel veel gebeuren voordat de samenleving zich laat leiden door de liefde, en niet langer door haat en onverschilligheid. Zelfs als we erin zouden slagen een redelijke verdeling van goederen en een harmonieuze samenleving te bereiken, moeten we niet vergeten dat het leed door ziekte, onbegrip, eenzaamheid, de dood van geliefden en ook door onze eigen beperkingen, er altijd zal zijn.

Voor deze noden vindt de christen maar één authentiek en definitief antwoord: Christus aan het kruis, God die lijdt en sterft, God die ons zijn Hart geeft dat uit liefde voor allen door een lans is doorstoken. Onze Heer verafschuwt het onrecht en veroordeelt degene die het bedrijft, maar omdat Hij de vrijheid van de mensen respecteert, laat Hij het toe. God veroorzaakt het leed van de schepselen niet maar tolereert het, want sinds de zondeval hoort het bij het leven van de mens. En toch heeft zijn Hart, dat vol liefde voor de mensen is, Hem ertoe gebracht om met het kruis ook al ons lijden, ons verdriet, onze zorgen, onze honger en dorst naar gerechtigheid op zijn schouders te nemen.

De christelijke leer over het lijden is geen goedkope troost. Het is in de eerste plaats de aanvaarding van het lijden als iets dat onafscheidelijk met het leven van de mens verbonden is. Maar waar het kruis is, daar is ook Christus, de liefde. Omdat ik geprobeerd heb daarnaar te leven, zeg ik jullie niet zonder vreugde dat het ook in mijn leven niet aan lijden ontbroken heeft, en meer dan eens kon ik wel huilen. Ook ik heb vaak een groeiende afkeer gevoeld bij het onrecht en het kwaad. En ik weet uit ervaring hoe erg het is als je niets kunt doen en ondanks alle inzet en alle goede wil machteloos staat.

Als ik over het lijden spreek, spreek ik niet alleen over de theorie. En ik vertel niet alleen de ervaring van anderen als ik je verzeker dat je naar Christus moet kijken, als je bij de confrontatie met de hardheid van het lijden gaat wankelen. Dat is het geneesmiddel, want de gebeurtenis van Calvarië verkondigt aan alle mensen dat het lijden geheiligd moet worden als wij verenigd willen leven met het kruis.

Want de beproevingen die wij in christelijke zin beleven worden omgezet in eerherstel, in genoegdoening, in deelname aan het lot en het leven van Jezus. Hij heeft vrijwillig, uit liefde voor de mensen, alle denkbare vormen van lijden, alle soorten kwellingen meegemaakt. Hij is arm geboren, heeft arm geleefd en is arm gestorven. Hij werd aangevallen, beledigd, versmaad, belasterd en onrechtvaardig veroordeeld. Hij heeft ervaren wat verraad is en wat het betekent door zijn leerlingen in de steek te worden gelaten. Hij heeft eenzaamheid ondervonden en de bitterheid van de marteling en de dood. Christus lijdt nu nog steeds in zijn ledematen, in de hele mensheid die de aarde bevolkt en waarvan Hij het Hoofd is, de eerstgeborene en de Verlosser.

Het lijden heeft een plaats in de plannen van God. Ook als we het maar moeilijk kunnen begrijpen, is dat de realiteit. Ook Jezus als mens had er moeite mee: Vader, als Gij wilt, laat dan deze beker aan Mij voorbijgaan. Maar toch: niet mijn wil, maar uw wil geschiede (Lc 22, 42). In deze spanning tussen folterende angst en aanvaarding van de wil van de Vader gaat Jezus de dood kalm tegemoet en Hij vergeeft degenen die Hem kruisigen.

Deze bovennatuurlijke aanvaarding van het lijden is juist de grootste overwinning. Jezus heeft de dood overwonnen door te sterven aan het kruis. God haalt leven uit de dood. De houding van een kind van God is niet die van iemand die in zijn tragische lot berust, maar de voldoening van iemand die zeker is van de overwinning. In de naam van deze zegevierende liefde van Christus moeten wij christenen op alle wegen van de aarde, door onze woorden en daden, zaaiers van vrede en vreugde te zijn. We moeten een strijd van vrede strijden tegen het kwaad, tegen het onrecht, tegen de zonde, en op die manier verkondigen wij dat de huidige toestand van de mens niet de definitieve is, dat de liefde van God die zich in het hart van Christus openbaart ook onder de mensen de glorierijke geestelijke triomf zal behalen.