Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Woord van God.

Wij luisteren in de lezingen naar de woorden van de heilige Schrift. Ze zijn het licht van de heilige Geest die in menselijke taal tot ons spreekt, zodat ons verstand kan kennen en overwegen, onze wil gesterkt wordt en we tot daden overgaan. Want wij zijn één volk dat één geloof belijdt, één credo, één volk verenigd in de eenheid van de Vader, de Zoon en de heilige Geest (H. Cyprianus, De domenica oratione, 23 (PL 4, 553)].

Dan komt de offerande: het brood en de wijn, gaven van de mensen. Veel is het niet, maar ze gaan samen met ons gebed: Aanvaard, Heer, onze vernederde geest en ons rouwmoedig hart, en laat heden ons offer zó voor uw aangezicht komen, dat het U behaagt, Heer God. Opnieuw komt de gedachte aan onze ellende boven en het verlangen dat alles wat wij de Heer nu aanbieden, rein en gezuiverd mag zijn: Ik zal mijn handen wassen, ik houd van de waardigheid van uw huis.

Al vóór de handwassing hebben we de heilige Geest aangeroepen en Hem gevraagd het offer te zegenen dat in zijn heilige naam wordt opgedragen. Na de reiniging richten wij ons tot de Drie-eenheid — Suscipe, Sancta Trinitas – met de vraag om wat wij Hem aanbieden te aanvaarden ter gedachtenis aan het leven, het lijden, de verrijzenis en de hemelvaart van Christus, ter ere van Maria, altijd Maagd, en ter ere van alle heiligen.

De priester bidt vervolgens orate, fratres, opdat het offer ten goede mag komen aan het welzijn van allen; want dit is mijn en jullie offer, dat van de hele heilige Kerk. Bidt broeders en zusters, zelfs als jullie maar met weinigen bij elkaar gekomen zijn, zelfs als er maar één gelovige fysiek aanwezig is of als de priester alleen is: want iedere Mis is het universele offer, de losprijs van alle stammen en talen, van alle volkeren en naties (zie Apok 5, 9).

Door de gemeenschap van de heiligen ontvangen alle christenen de genadegaven van iedere heilige Mis, of die nu wordt opgedragen in aanwezigheid van duizenden mensen, of er maar één kind aanwezig is om de Mis te dienen, dat misschien nog verstrooid is ook. In beide gevallen verenigen de hemel en de aarde zich om met de engelen van de Heer aan te heffen: Sanctus, sanctus, sanctus, Heilig, heilig, heilig…

Ik sluit me aan bij de lofzang van de engelen. Dat gaat vanzelf omdat ik weet dat ik bij het opdragen van de heilige Mis door hen omringd word. Zij aanbidden de Drie-eenheid. En ik weet ook dat de Maagd Maria op een of andere manier meewerkt vanwege haar innige verbondenheid met de allerheiligste Drie-eenheid en omdat zij de Moeder van Christus is, van zijn Lichaam en zijn Bloed. Jezus Christus, volmaakt God en volmaakt mens, heeft Maria als moeder. Ze heeft Hem zonder de tussenkomst van een man ontvangen, alleen door de kracht van de heilige Geest, en ze gaf Hem het bloed, hetzelfde bloed dat op Calvarië en in de heilige Mis als verlossend offer wordt opgedragen.

Vandaag, op het feest van het heilig Sacrament, kunnen we samen overwegen hoeveel Christus wel van ons moet houden dat Hij in zijn liefde zover is gegaan dat Hij, verborgen onder de sacramentele gedaanten, bij ons is willen blijven. Het is of we zelf aanwezig zijn bij zijn onderricht aan de menigte: Eens (…) ging een zaaier uit om te zaaien. Bij het zaaien viel een gedeelte op de rotsachtige plekken waar het niet veel aarde had; het schoot snel op omdat het in ondiepe grond lag. Toen de zon was opgekomen kreeg het te lijden van de hitte, zodat het verdorde bij gebrek aan wortel. Weer een ander gedeelte viel onder de distels en deze schoten op, zodat het verstikte. Een ander gedeelte tenslotte viel op goede grond en leverde vrucht op: deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig (Mt 13, 3—8).

Dit tafereel is ook nu actueel. Ook vandaag gaat de goddelijke zaaier uit om te zaaien. Hij gaat door met het verlossingswerk en Hij wil zich daarbij van ons bedienen. Hij wil dat de christenen alle wegen op aarde openen voor zijn liefde en Hij nodigt ons uit de goddelijke boodschap tot in de verste uithoeken van de wereld te verkondigen door een goed voorbeeld en door de verspreiding van de leer. Hij ziet graag dat wij als burger en als lid van de Kerk onze plichten trouw vervullen, dat we zoals Christus worden door ons beroepswerk en de verplichtingen van onze levensstaat te heiligen.

Als we om ons heen kijken in de wereld waarvan we houden omdat die door God is gemaakt, dan zien we de parabel werkelijkheid worden. Het woord van Jezus is vruchtbaar, het maakt in velen het verlangen wakker om zich te geven en trouw te zijn. Het leven en het gedrag van de mensen die God dienen heeft de geschiedenis veranderd. Ook veel mensen die Hem niet kennen laten zich leiden door idealen die uit het christendom voortkomen, misschien zonder dat zij zich daarvan bewust zijn.

We zien echter ook dat een deel van het zaad op onvruchtbare aarde valt of tussen distels en dorens terecht komt; dat er harten zijn die zich afsluiten voor het licht van het geloof. De idealen van vrede, verzoening en broederschap worden geaccepteerd en verkondigd, maar ze worden niet zelden door de feiten gelogenstraft. Sommige mensen doen tevergeefs hun best om de stem van God te smoren en met bruut geweld verhinderen ze de verbreiding ervan, of ze maken gebruik van een minder opvallend wapen dat misschien nog wreder is omdat het de geest gevoelloos maakt: onverschilligheid

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift