Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Heilige Jozef .

Nu we het kerstfeest vieren komen de gebeurtenissen rond de geboorte van de Zoon van God weer in onze herinnering. We kunnen in gedachten naar de stal van Betlehem gaan en naar het huis in Nazareth. Meer dan ooit hebben Maria, Jozef en het Kindje een heel speciale plaats in ons hart. Wat heeft het eenvoudige en tegelijk wonderbare leven van de heilige Familie ons te zeggen? Wat kunnen we van hen leren?

Vandaag wil ik in het bijzonder stilstaan bij één van de vele thema”s die we kunnen overwegen. Zoals de heilige Schrift zegt betekent de geboorte van Jezus het begin van de volheid der tijden (zie Gal 4, 4), het ogenblik dat God heeft gekozen om zijn liefde voor de mensen volledig te openbaren door ons zijn eigen Zoon te geven. Dit goddelijk besluit wordt in de meest gewone omstandigheden verwezenlijkt: we zien een vrouw die moeder wordt, een gezin, een huis. De almacht en de schittering van God bedienen zich van het menselijke, ze verenigen zich ermee. Sindsdien weten wij, christenen, dat we met Gods genade al het goede in ons leven kunnen en moeten heiligen. Iedere situatie, hoe onbeduidend en gewoon die ook lijkt, is een gelegenheid om Christus te ontmoeten en een stap voorwaarts te zetten op onze tocht naar de hemel.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Kerk zich verheugt en verblijdt als zij denkt aan de bescheiden woning van Jezus, Maria en Jozef. We lezen in de hymne van de metten van dit feest: Het doet ons goed ons het bescheiden huisje in Nazareth voor de geest te halen met het leven dat daar in alle eenvoud wordt geleid, en de nederige onbevangenheid te bezingen waarmee Jezus omgeven werd; zijn verborgen leven. Daar leerde Hij als kind het beroep van Jozef, daar nam Hij toe in jaren en daar werkte Hij als ambachtsman. Daar was zijn liefdevolle Moeder bij Hem, de geliefde echtgenote van Jozef, die zich gelukkig prees hem te kunnen helpen en voor hem te zorgen.

Ik stel me de christelijke gezinnen graag voor als een huis vol licht en blijdschap, zoals het huis van de heilige Familie. De boodschap van Kerstmis weerklinkt in volle kracht: Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen van goede wil (Lc 2, 14). Moge de vrede van Christus heersen in uw harten (Kol 3, 15), schrijft de apostel Paulus. De vrede die voortkomt uit de wetenschap dat God, onze Vader, van ons houdt, dat we bij Christus zijn ingelijfd, dat we worden beschermd door Maria en bijgestaan door de heilige Jozef. Dit is het grote licht dat ons leven verlicht en ons bij alle moeilijkheden en persoonlijke ellende aanmoedigt om verder te gaan. Elk christelijk thuis zou een oase van vrede moeten zijn waar, boven de kleine tegenslagen van het dagelijks leven uit, diepe en oprechte liefde heerst, een diepe vrede, als vrucht van een geloof dat in alle oprechtheid wordt beleefd.

Sancta Maria, Stella Orientis

Ik wil eindigen met enkele woorden uit het evangelie van vandaag: Toen zij het huis binnengingen zagen zij het Kind met Maria, zijn Moeder. Onze Lieve Vrouw laat haar Zoon geen ogenblik alleen. De wijzen worden niet ontvangen door een koning die op zijn troon zit, maar door een kind in de armen van zijn moeder. We kunnen de moeder van God, die ook onze moeder is, vragen om ons de weg te bereiden die naar de volheid van de liefde leidt: Cor Mariae dulcissimum, iter para tutum! Allerzoetst hart van Maria, maak de weg veilig! Haar liefdevolle hart kent de veiligste weg om bij Jezus te komen.

De drie koningen hadden een ster, wij hebben Maria, Stella maris, Stella orientis. Wij zeggen haar vandaag: heilige Maria, Sterre der zee, Morgenster, help uw kinderen. Aangezien niemand is uitgesloten van de liefde van Christus, kunnen wij geen grenzen stellen aan onze zorg voor de zielen. De drie koningen waren de eersten van de heidenen, maar sinds de verlossing is volbracht is er geen Jood meer of Griek, geen slaaf of vrije, geen man of vrouw — er bestaat geen enkel onderscheid meer — want allen zijt gij één in Christus Jezus (Gal 3, 28).

De christenen mogen geen mensen buitensluiten, geen scheidingen tussen de zielen aanbrengen of ze in klassen indelen. Velen zullen komen uit het oosten en het westen (Mt 8, 11). In het hart van Christus is plaats voor iedereen. We kijken nog eens naar het Kind in de kribbe: zijn armpjes zijn die van een kind, maar het zijn dezelfde armen die zich zullen uitstrekken aan het kruis en die alle mensen tot zich zullen trekken (zie Joh 12, 32).

Een laatste gedachte over de heilige Jozef, deze rechtschapen man, onze vader en heer, die in deze geschiedenis onopgemerkt blijft, zoals zijn gewoonte is. Ik stel me hem voor als in beschouwend gebed verzonken, terwijl hij vol liefde de Zoon van God beschermt die bij zijn menswording aan zijn vaderlijke zorg is toevertrouwd. De heilige aartsvader geeft zich volledig in een geest van stille en efficiënte dienstbaarheid, met de bewonderenswaardige fijngevoeligheid van iemand die niet voor zichzelf leeft.

Vandaag hebben we gesproken over een leven van gebed en over ijver voor het apostolaat. Wie zou daarvoor een betere leermeester kunnen zijn dan de heilige Jozef? Als je een raad wilt horen die ik al jaren herhaal zonder dat ik er moe van word: Ite ad Ioseph. Ga naar Jozef (Gen 41, 55). Hij zal je concrete wegen wijzen en je menselijke en goddelijke manieren leren om bij Jezus te komen. En net zoals hij zul je dit goddelijk Kind dat voor ons geboren is al vlug in je armen durven te nemen en het kussen, kleden en verzorgen (Uit het gebed tot de heilige Jozef als voorbereiding voor de heilige Mis in het Romeins missaal: O felicem virum, beatum Ioseph, cui datum est, Deum, quem multi reges voluerunt videre et non viderunt, audire et non audierunt, non solum videre et audire, sed portare, deosculari, vestire et custodire!] Als blijk van hun eerbetoon boden de wijzen Jezus goud, wierook en mirre aan; Jozef gaf Hem zijn jong en liefdevol hart, helemaal.

De figuur van de heilige Jozef in het evangelie

Zowel de heilige Matteüs als de heilige Lucas vertellen ons dat Jozef uit een beroemd geslacht stamde: dat van David en Salomo, koningen van Israël. De details van zijn afstamming zijn historisch enigszins onduidelijk. We weten niet welke van de twee geslachtslijsten die de evangelisten ons geven bij Maria hoort — die de moeder van Jezus was naar het vlees —, en welke bij de heilige Jozef, die volgens de Joodse wet zijn vader was. We weten ook niet of de geboorteplaats van Jozef Betlehem was waar hij voor de volkstelling naar toe ging, of Nazareth waar hij woonde en werkte.

Wat we wel weten is dat hij niet rijk was. Hij was een arbeider zoals miljoenen mensen op de wereld. Hij had het vermoeiende en bescheiden beroep dat God voor zichzelf gekozen had toen Hij ons vlees aannam en dertig jaar lang als een van de onzen wilde leven.

De heilige Schrift zegt dat Jozef een handarbeider was. Verschillende kerkvaders voegen daar aan toe dat hij timmerman was. De heilige Justinus schrijft dat Jezus ploegen en jukken maakte [Zie H. Justinus, Dialogus cum Tryphone, 88, 2, 8 (PG 6, 687)]. Misschien heeft de heilige Isidorus van Sevilla uit deze woorden afgeleid dat Jozef smid was. In ieder geval was hij een arbeider die zich door jarenlang zwoegen en zweten bekwaamd had en in dienst van de mensen in zijn omgeving werkte.

Uit de informatie van het evangelie blijkt de grote persoonlijkheid van de heilige Jozef: nooit komt hij naar voren als iemand die het benauwd krijgt of bang is voor het leven. Integendeel, hij pakt de problemen aan, wordt moeilijke situaties de baas en neemt met verantwoordelijkheid en initiatief de taken op zich die hem worden toevertrouwd.

Ik sta niet achter de klassieke voorstellingswijze van de heilige Jozef als een oude man, ondanks de goede bedoeling om zo de blijvende maagdelijkheid van Maria te laten uitkomen. Ik stel me hem voor als jong, sterk, misschien een paar jaar ouder dan Onze Lieve Vrouw, maar in de bloei en in de kracht van zijn leven.

Om een kuis leven te leiden hoef je niet te wachten tot je oud bent of geen kracht meer hebt. Kuisheid is een vrucht van de liefde, en de kracht en vrolijkheid van de jeugd staan een zuivere liefde niet in de weg. Toen Jozef met Maria in het huwelijk trad was hij jong van jaren en jong van hart, ook toen hij het mysterie van haar goddelijk moederschap leerde kennen en toen hij met haar onder één dak woonde en haar ongereptheid eerbiedigde waarmee God nog een teken van zijn komst onder de mensen wilde geven. Wie niet in staat is zo een liefde te begrijpen weet erg weinig van echte liefde en heeft helemaal geen weet van de christelijke betekenis van de kuisheid.

We zeiden dat Jozef een ambachtsman uit Galilea was, een man zoals velen. Wat kan een bewoner van een afgelegen dorpje als Nazareth van het leven verwachten? Alleen maar werken, elke dag opnieuw, altijd met dezelfde inspanning. En aan het einde van de dag is er een arm, klein huisje om op krachten te komen en de volgende dag opnieuw aan de slag te gaan.

Maar de naam Jozef betekent in het Hebreeuws God zal eraan toevoegen. God voegt onvermoede dimensies toe aan het heilige leven van allen die zijn wil doen. Hij voegt toe wat belangrijk is, wat waarde geeft aan alles, wat goddelijk is. Aan het eenvoudige en heilige leven van Jozef voegde Hij — als ik het zo mag zeggen — het leven van de Maagd Maria toe en dat van Jezus, onze Heer. God laat zich nooit in edelmoedigheid overtreffen. De woorden van zijn vrouw, de Maagd Maria, hadden ook zijn woorden kunnen zijn: Quia fecit mihi magna qui potens est. Hij die almachtig is heeft grote dingen aan mij gedaan, quia respexit humilitatem, want Hij heeft zijn blik laten rusten op mijn geringheid (Lc 1, 48-49).

Jozef was een gewone man en God vertrouwde op hem om grote dingen tot stand te brengen. Bij de verschillende gebeurtenissen in zijn leven handelde hij zoals de Heer van hem verlangde. Daarom prijst de heilige Schrift hem en zegt dat hij rechtvaardig was (zie Mt 1, 19). In het Hebreeuws wil “rechtvaardig” zeggen: vroom, onberispelijk dienaar van God, uitvoerder van de wil van God (zie Gen 7, 1; 18, 23-32; Ez 18, 5 e.v.; Spr 12, 10). Op andere plaatsen betekent het: goed en barmhartig voor de naaste (zie Tob 7, 5; 9, 9). Kortom: de rechtvaardige is degene die God liefheeft en dat laat zien door zijn geboden te onderhouden en heel zijn leven in dienst te stellen van zijn broeders en zusters, van de andere mensen.

Het geloof, de liefde en de hoop van Jozef

Rechtvaardigheid betekent niet dat men zich zonder meer onderwerpt aan regels; rechtvaardigheid moet van binnenuit komen, moet diepgang hebben en vitaal zijn, want de rechtvaardigeleeft uit het geloof (Hab 2, 4). Leven uit het geloof. Deze woorden, die later voor de apostel Paulus zo vaak het onderwerp van zijn beschouwingen waren, zijn in de heilige Jozef volop werkelijkheid geworden. Hij doet de wil van God niet formeel of uit routine, maar spontaan en van harte. De wet, die door iedere praktiserende jood werd nageleefd, was voor hem geen gewoon wetboek of een koude lijst met voorschriften, maar een uiting van de wil van de levende God. Daarom kon hij de stem van de Heer herkennen toen deze zich onverwachts en verrassend openbaarde.

Het leven van de heilige aartsvader was eenvoudig, maar niet gemakkelijk. Na een bange tijd komt hij te weten dat Maria haar Kind heeft ontvangen van de heilige Geest. Dat Kind, de Zoon van God, een afstammeling van David naar het vlees, wordt geboren in een grot. Engelen vieren zijn geboorte en mensen uit verre landen komen om Hem te aanbidden, maar de koning van Judea wil zijn dood en ze zijn gedwongen om te vluchten. De Zoon van God lijkt een weerloos kind dat in Egypte zal wonen.

Wanneer de heilige Matteüs deze gebeurtenissen in zijn evangelie vertelt, benadrukt hij hoe Jozef de aanwijzingen van God zonder aarzelen opvolgt, ook als de betekenis ervan hem soms duister is, of het verband met de overige plannen van God voor hem verborgen blijft.

De kerkvaders en de geestelijke schrijvers hebben vaak op zijn sterk geloof gewezen. Johannes Chrysostomus zegt over de reactie van Jozef, wanneer de engel hem de opdracht geeft om voor Herodes naar Egypte te vluchten: (zie Mt 2, 13). Toen Jozef dat hoorde, nam hij er geen aanstoot aan en zei ook niet: dat is vreemd. Kort geleden gaf u mij te verstaan dat Hij zijn volk zou redden en nu is Hij niet eens in staat om zichzelf te redden en moeten we vluchten, een reis ondernemen en lange tijd wegblijven. Dat gaat tegen uw belofte. Zo redeneert Jozef niet want hij is trouw. Ook stelt hij geen vragen over de tijd van terugkeer, hoewel de engel dat in het ongewisse had gelaten, want hij had gezegd: Blijf daar – in Egypte – tot ik het u zeg. Toch maakt hij geen moeilijkheden, hij gehoorzaamt, hij gelooft en verdraagt blijmoedig alle beproevingen [In Matthaeum homiliae, 8, 3 (PG 57, 85)].

Het geloof van Jozef wankelt niet, hij gehoorzaamt onmiddellijk, zonder ook maar één moment te aarzelen. We kunnen deze les beter begrijpen als we bedenken dat zijn geloof actief is, en dat zijn volgzaamheid niet betekent dat hij zich door de gebeurtenissen laat leiden. Want niets is zo in strijd met het christelijk geloof als conformisme, apathie of gebrek aan geestkracht.

Jozef liet zijn leven zonder enig voorbehoud in de handen van God, maar hij dacht na over wat er gebeurde. Zo heeft hij van de Heer het vermogen gekregen de werken van God te begrijpen, de ware wijsheid. Hij leerde op die manier, stap voor stap, dat de bovennatuurlijke plannen een goddelijke samenhang hebben, en dat ze soms tegen de menselijke plannen ingaan.

De patriarch verzuimt niet om bij de verschillende omstandigheden na te denken en met verantwoordelijkheid te handelen. Integendeel, hij stelt zijn ervaring in dienst van het geloof. Toen hij uit Egypte terugkwam en hoorde dat Archelaos in plaats van zijn vader Herodes in Judea heerste, vreesde hij daarheen te gaan (Mt 2, 22). Hij had geleerd binnen het kader van de goddelijke plannen te handelen. Als een bevestiging dat God inderdaad dát wil wat hij al vermoedde, krijgt hij de aanwijzing om zich in Galilea terug te trekken.

Zo was het geloof van de heilige Jozef: zonder voorbehoud, vol vertrouwen, met een actieve overgave aan de wil van God, in een bewust beleefde gehoorzaamheid. En met het geloof komt de naastenliefde, de liefde. Zijn geloof is versmolten met de liefde, met de liefde voor God die de beloften aan Abraham, Jacob en Mozes in vervulling kwam brengen; met zijn liefde als echtgenoot van Maria, en met zijn vaderliefde voor Jezus. Hij gelooft en bemint en heeft vertrouwen in de grote zending die God in de wereld begon, de verlossing van de mensen, waarbij Hij zich ook van hem, Jozef, een timmerman uit Galilea, wilde bedienen.