Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Deugden, theologale .

Voor een christen is het huwelijk niet simpelweg een maatschappelijke instelling, laat staan een remedie voor de menselijke zwakheid: het is een authentieke bovennatuurlijke roeping. De heilige Paulus noemt het een groot sacrament in Christus en de Kerk (zie Ef 5, 32), en tegelijkertijd en onafscheidelijk daarmee verbonden is het een contract dat man en vrouw voor altijd met elkaar aangaan want, of we willen of niet, het door Christus ingestelde huwelijk is onontbindbaar. Het huwelijk is een groot, heiligend teken; het is de werking van Jezus in de ziel van het bruidspaar en een uitnodiging om Hem te volgen en van het huwelijksleven een goddelijke weg op aarde te maken.

De gehuwden zijn geroepen hun huwelijk te heiligen en door deze verbintenis heilig te worden. Ze zouden een grote fout begaan als zij hun geestelijk leven voor een groot deel buiten hun gezinsleven zouden opbouwen. Het gezinsleven, de relatie in het huwelijk, de zorg voor de kinderen en hun opvoeding, de inzet om het gezin financieel te onderhouden en vooruit te brengen, het contact met andere mensen, aan dit alles wat zo menselijk en zo gewoon is, moeten christelijke echtparen een bovennatuurlijk karakter geven.

Geloof en hoop zullen blijken uit de kalmte waarmee ze de grote en kleine problemen die er in ieder gezin zijn belichten; uit de moeite die ze doen om hun eigen plichten te vervullen. Als alles door de liefde wordt gedragen, zullen vreugde en verdriet met elkaar worden gedeeld; dan kan men met een glimlach de eigen zorgen opzij zetten om er voor de anderen te zijn; dan luistert men naar de echtgenoot of echtgenote en de kinderen en laat men zien echt van hen te houden en hen te begrijpen; dan stapt men over onbelangrijke kleine meningsverschillen heen — waar het egoïsme enorme bergen van kan maken — en kan men veel liefde leggen in de kleine diensten waaruit het dagelijks leven in een gezin bestaat.

Waar het om gaat is iedere dag weer opnieuw het gezinsleven te heiligen en er met een fijngevoelige liefde een huiselijke sfeer te scheppen. Daar zijn veel christelijke deugden voor nodig. In de eerste plaats de goddelijke deugden, en vervolgens alle andere: verstandigheid, trouw, oprechtheid, nederigheid, werklust, blijheid… Maar nu we het over het huwelijk en het huwelijksleven hebben, moeten we om te beginnen over de liefde tussen de echtgenoten spreken.

Wanneer de heilige Matteüs deze gebeurtenissen in zijn evangelie vertelt, benadrukt hij hoe Jozef de aanwijzingen van God zonder aarzelen opvolgt, ook als de betekenis ervan hem soms duister is, of het verband met de overige plannen van God voor hem verborgen blijft.

De kerkvaders en de geestelijke schrijvers hebben vaak op zijn sterk geloof gewezen. Johannes Chrysostomus zegt over de reactie van Jozef, wanneer de engel hem de opdracht geeft om voor Herodes naar Egypte te vluchten: (zie Mt 2, 13). Toen Jozef dat hoorde, nam hij er geen aanstoot aan en zei ook niet: dat is vreemd. Kort geleden gaf u mij te verstaan dat Hij zijn volk zou redden en nu is Hij niet eens in staat om zichzelf te redden en moeten we vluchten, een reis ondernemen en lange tijd wegblijven. Dat gaat tegen uw belofte. Zo redeneert Jozef niet want hij is trouw. Ook stelt hij geen vragen over de tijd van terugkeer, hoewel de engel dat in het ongewisse had gelaten, want hij had gezegd: Blijf daar – in Egypte – tot ik het u zeg. Toch maakt hij geen moeilijkheden, hij gehoorzaamt, hij gelooft en verdraagt blijmoedig alle beproevingen [In Matthaeum homiliae, 8, 3 (PG 57, 85)].

Het geloof van Jozef wankelt niet, hij gehoorzaamt onmiddellijk, zonder ook maar één moment te aarzelen. We kunnen deze les beter begrijpen als we bedenken dat zijn geloof actief is, en dat zijn volgzaamheid niet betekent dat hij zich door de gebeurtenissen laat leiden. Want niets is zo in strijd met het christelijk geloof als conformisme, apathie of gebrek aan geestkracht.

Jozef liet zijn leven zonder enig voorbehoud in de handen van God, maar hij dacht na over wat er gebeurde. Zo heeft hij van de Heer het vermogen gekregen de werken van God te begrijpen, de ware wijsheid. Hij leerde op die manier, stap voor stap, dat de bovennatuurlijke plannen een goddelijke samenhang hebben, en dat ze soms tegen de menselijke plannen ingaan.

De patriarch verzuimt niet om bij de verschillende omstandigheden na te denken en met verantwoordelijkheid te handelen. Integendeel, hij stelt zijn ervaring in dienst van het geloof. Toen hij uit Egypte terugkwam en hoorde dat Archelaos in plaats van zijn vader Herodes in Judea heerste, vreesde hij daarheen te gaan (Mt 2, 22). Hij had geleerd binnen het kader van de goddelijke plannen te handelen. Als een bevestiging dat God inderdaad dát wil wat hij al vermoedde, krijgt hij de aanwijzing om zich in Galilea terug te trekken.

Zo was het geloof van de heilige Jozef: zonder voorbehoud, vol vertrouwen, met een actieve overgave aan de wil van God, in een bewust beleefde gehoorzaamheid. En met het geloof komt de naastenliefde, de liefde. Zijn geloof is versmolten met de liefde, met de liefde voor God die de beloften aan Abraham, Jacob en Mozes in vervulling kwam brengen; met zijn liefde als echtgenoot van Maria, en met zijn vaderliefde voor Jezus. Hij gelooft en bemint en heeft vertrouwen in de grote zending die God in de wereld begon, de verlossing van de mensen, waarbij Hij zich ook van hem, Jozef, een timmerman uit Galilea, wilde bedienen.

Geloof, hoop en liefde zijn de assen waar het leven van de heilige Jozef en van iedere christen om draait. Zijn overgave is als een vlechtwerk van trouwe liefde, liefdevol geloof en hoopvol vertrouwen. Daarom is zijn feest een welkome aanleiding om onze overgave aan de christelijke roeping, die God aan ieder van ons geschonken heeft, te vernieuwen.

Als we oprecht willen leven vanuit het geloof, de hoop en de liefde, dan gaat het bij de hernieuwing van de overgave niet om iets oppakken dat in onbruik is geraakt. Als er geloof, hoop en liefde is willen we, ondanks onze fouten, mislukkingen en zwakheden, in de handen van God blijven. Het is de bevestiging dat we trouw willen zijn. Onze overgave hernieuwen is, met andere woorden, de hernieuwing van de trouw aan wat de Heer van ons wil: liefhebben met daden.

De liefde heeft noodzakelijkerwijs specifieke uitingen. Soms spreekt men van liefde alsof het een streven naar eigen voldoening is, of louter een weg voor het egoïsme. Zo is het niet. Echte liefde betekent dat je buiten jezelf treedt, dat je je geeft. Liefde brengt vreugde met zich mee, maar een vreugde waarvan de wortels de vorm hebben van een kruis. Zolang we op aarde zijn en we de volheid van het toekomstige leven nog niet hebben bereikt, kan er geen echte liefde zijn zonder leed en offer. Het is weliswaar een zoet en beminnenswaardig lijden, een bron van inwendige vreugde, maar het doet pijn, want het betekent dat we over ons egoïsme moeten heenstappen en de Liefde als richtlijn nemen bij alles wat we doen.

Hoewel we er bij andere gelegenheden al veel over hebben gesproken, wil ik de natuurlijkheid en eenvoud van het leven van de heilige Jozef die zich niet van zijn buren afzonderde of onnodig afstand schiep, nog eens onderstrepen.

Ik spreek dan ook niet graag van katholieke arbeiders, katholieke ingenieurs, katholieke artsen — al kan het in bepaalde omstandigheden wenselijk zijn dat te doen — alsof het soorten zijn binnen een geslacht, alsof katholieken een apart groepje vormen. Dit zou de indruk wekken dat er een kloof is tussen christenen en de rest van de mensheid. Ik respecteer een andere mening, maar ik denk dat het juister is om te spreken van arbeiders die katholiek zijn, of van katholieken die arbeider zijn; van ingenieurs die katholiek zijn, of van katholieken die ingenieur zijn. Want de mens die gelovig is en een intellectueel, technisch of ambachtelijk beroep heeft, is met de anderen verbonden, hij is gelijk aan de anderen, hij heeft dezelfde rechten en plichten, dezelfde wens om in het leven vooruit te komen, en zet zich evenzeer in om de gemeenschappelijke problemen aan te pakken en op te lossen.

Een katholiek die deze instelling heeft zal van zijn leven een getuigenis van geloof, hoop en liefde weten te maken; met eenvoud en natuurlijkheid, zonder enige ophef. Door een coherent gedrag laat hij zien dat de Kerk steeds in de wereld aanwezig is, want alle katholieken zijn zelf de Kerk, als volwaardig lid van het ene volk van God.

We zijn de Veertigdagentijd begonnen, een tijd van boete, zuivering en bekering. Het is niet eenvoudig dit in praktijk te brengen; het christendom is geen gemakkelijke weg. We kunnen ons niet tevreden stellen met in de Kerk te zijn en de jaren voorbij te laten gaan. In ons leven, in het leven van de christen, is de eerste bekering belangrijk — ieder van ons herinnert zich dat unieke moment waarop ons duidelijk werd wat Onze Lieve Heer van ons vraagt — maar nog belangrijker en moeilijker zijn de bekeringen die daarop volgen. Om het werk van de goddelijke genade te vergemakkelijken moet onze ziel jong blijven, moeten we bidden, naar God luisteren en ontdekken wat we verkeerd doen en daar vergiffenis voor vragen.

Invocabit me et ego exaudiam eum, als gij Mij roept, zal Ik u verhoren, lezen we in de liturgie van deze zondag [Ps 90, 15 (Introïtus van de Mis)]. Is het niet geweldig te zien hoe God voor ons zorgt, hoe Hij voor ons klaarstaat en op ieder ogenblik aandacht heeft voor wat de mens Hem zegt? Hij luistert altijd naar ons, maar in het bijzonder vandaag nu ons hart open staat en het zich wil zuiveren. Wat een vermorzeld en deemoedig hart (Ps 50, 19) aan Hem vraagt, zal Hij zeker niet naast zich neerleggen.

Onze Heer luistert naar ons en wil ons helpen, Hij wil zich in ons leven mengen, ons van het kwade verlossen en ons vullen met het goede: eripiam eum et glorificabo eum, Ik zal hem bevrijden en hem verheerlijken,[Ps 90, 15] zegt Hij over de mens. Dus: hoop op de hemel. En hier staan we, zoals vaker, weer aan het begin van deze innerlijke weg die het geestelijk leven is. De hoop op de verheerlijking maakt ons geloof sterker en doet ons groeien in de liefde. Op die manier beginnen de drie theologale deugden — de goddelijke deugden die ons doen lijken op God, onze Vader — zich te ontvouwen.

Is er een betere manier om de Veertigdagentijd te beginnen? Wij hernieuwen ons geloof, onze hoop en onze liefde, de bron van de geest van boetvaardigheid, van het verlangen naar zuivering. De Veertigdagentijd biedt ons een gelegenheid om meer uitwendige werken van boete te doen. Maar als het daarbij zou blijven, zou de diepe betekenis van de Veertigdagentijd voor het leven van de christen ons ontgaan, want nogmaals, uitwendige daden zijn de vrucht van het geloof, van de hoop en van de liefde.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift