Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Berouw → bekering.

De riskante zekerheid van de christen

Qui habitat in adiutorio Altissimi, in protectione Dei coeli commorabitur, wie in de schutse van de Allerhoogste woont, zal verwijlen onder de bescherming van de God des Hemels (Ps 90, 1. ] Wonen onder de bescherming van God, leven met God: dat is de riskante zekerheid van de christen. Wij moeten ervan overtuigd zijn dat God ons altijd hoort en aan ons denkt, want dan zal ons hart vol vrede zijn. Maar leven met God brengt ook een risico met zich mee, want Hij is niet tevreden met een gedeelte: Hij wil alles. Als we iets dichter bij Hem willen komen dan moeten we ook bereid zijn ons opnieuw te bekeren, een stap vooruit te zetten, meer aandacht te schenken aan zijn ingevingen en aan de heilige verlangens die Hij in onze ziel laat ontkiemen, en we moeten bereid zijn die in praktijk te brengen.

Sinds we voor het eerst bewust besloten hebben om volledig volgens de leer van Christus te gaan leven, zijn we zonder twijfel een stuk gevorderd op de weg van de trouw aan zijn woord. Maar is het niet zo dat er nog veel gedaan moet worden, dat er nog veel hoogmoed in ons is? Zonder twijfel moeten we nog ergens in veranderen: we hebben een grotere trouw en een diepere nederigheid nodig om minder egoïstisch te zijn zodat Christus in ons kan groeien, want: Illum oportet crescere, me autem minui, Hij moet groter worden en ik kleiner (Joh 3, 30).

We kunnen niet stilstaan. We moeten op het doel afgaan dat de heilige Paulus ons voorhoudt: Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij (Gal 2, 20). Het is een prachtige ambitie, de hoogste die er is: de vereenzelviging met Christus, de heiligheid. Er is geen andere weg als we consequent willen zijn met het goddelijk leven dat God door het doopsel in onze ziel deed ontkiemen. Vooruitgang is groeien in heiligheid, achteruitgang is zich afsluiten voor de normale ontwikkeling van het christelijk leven. Het vuur van de liefde voor God moet aangewakkerd worden, zodat het elke dag verder om zich heen kan grijpen en dieper in de ziel kan binnendringen. Als er steeds iets op het vuur wordt gegooid blijft het branden, en anders dooft het uit.

Denk aan de woorden van de heilige Augustinus: Zodra je zegt: "zo is het genoeg", ben je verloren. Streef naar meer, ga verder, steeds vooruit. Blijf niet op dezelfde plaats staan, wijk niet terug, raak niet van de weg af [Sermo 169, 15 (PL 38, 926)].

De Veertigdagentijd stelt ons vandaag voor fundamentele vragen. Ga ik vooruit in mijn trouw aan Christus? In mijn verlangen naar heiligheid? In onbaatzuchtig apostolaat in het dagelijks leven, op mijn werk en onder mijn collega”s?

Laat ieder deze vragen voor zichzelf beantwoorden en hij zal zien dat hij ergens in moet veranderen om Christus in zich te kunnen laten leven en opdat zijn beeld onvervalst wordt weerspiegeld in zijn gedrag.

Wie mijn volgeling wil zijn moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen (Lc 9, 23). Christus herhaalt het voor ieder van ons, Hij fluistert het vertrouwelijk in ons oor: het kruis van iedere dag. Laten we niet alleenin tijden van vervolging verloochenen wat wij vroeger waren, of wanneer het vooruitzicht van het martelaarschap zich aandient, schrijft de heilige Hiëronymus, maar laten wij in alle omstandigheden, bij alle bezigheden, bij iedere gedachte, bij elk woord belijden wat wij nu zijn, aangezien we in Christus zijn herboren [Epistula 121, 3 (PL 22, 1013)].

Deze overweging is in feite een echo van de woorden van de apostel: Eens waart gij duisternis, nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer. Leeft dan ook als kinderen van het licht. De vrucht van het licht kan alleen maar goedheid, gerechtigheid en waarheid zijn. Tracht te ontdekken wat de Heer behaagt (Ef 5, 8-10).

Bekering is een kwestie van een ogenblik, heiliging is een taak voor het hele leven. Het goddelijk zaad van de liefde dat God in onze ziel heeft gelegd wil groeien, zich in daden uiten en vruchten dragen die Hem aangenaam zijn. Daarom moeten we bereid zijn om opnieuw te beginnen en dan zullen we in iedere nieuwe situatie het licht en de kracht van onze eerste bekering terugvinden. We kunnen ons daarop voorbereiden door een diepgaand gewetensonderzoek en Onze Lieve Heer vragen ons te helpen om Hem en onszelf beter te leren kennen. Dat is de enige manier om ons opnieuw te bekeren.

De heilige Johannes heeft in zijn evangelie mooie woorden van Maria opgenomen bij gelegenheid van een gebeurtenis waarover we al hebben nagedacht: de bruiloft van Kana. De evangelist vertelt ons dat Maria zich tot de bedienden richtte en zei: Doet maar wat Hij u zeggen zal (Joh 2, 5). Daar gaat het om: de mensen naar Jezus brengen om Hem te vragen: Domine, quid me vis facere, Heer, wat wilt Gij dat ik doe? (Hand 9, 6).

Het christelijk apostolaat — en ik heb het nu over dat van gewone christenen, van mannen en vrouwen die leven zoals hun medemensen — is één grote catechese waarin het verlangen naar God wordt gewekt door het persoonlijk contact en een trouwe en hechte vriendschap, en waarbij hulp wordt geboden om nieuwe horizonten te ontdekken: op een natuurlijke manier, in alle eenvoud zoals ik al zei, door het voorbeeld van een geloof dat in praktijk wordt gebracht, door een vriendelijk woord, maar met de kracht van de goddelijke waarheid.

Wees moedig. Jullie kunnen rekenen op de hulp van Maria, Regina apostolorum, koningin van de apostelen. Zij zal haar kinderen hun verantwoordelijkheid voorhouden, zonder daardoor minder moeder te zijn. Maria bewijst degenen die naar haar toegaan en over haar leven mediteren altijd de enorme gunst hen naar het kruis te brengen om hen het voorbeeld van de Zoon van God voor ogen te houden. Bij deze ontmoeting die beslissend is voor het christelijk leven komt Maria te hulp, opdat ons gedrag uitmondt in de verzoening van de jongere broer — dat zijn wij: jij en ik — met de eerstgeboren Zoon van de Vader.

Aan veel bekeringen en beslissingen om zich over te geven in dienst van God is een ontmoeting met Maria voorafgegaan. Onze Lieve Vrouw heeft ons gesteund op onze zoektocht en ze heeft de onrust in onze ziel met moederlijke zorg omringd en ons geholpen om te veranderen en naar een nieuw leven te verlangen. En zo heeft het doet maar wat Hij u zeggen zal tot een edelmoedige overgave geleid, tot de christelijke roeping die sindsdien heel ons leven verlicht.

De tijd van ons gesprek met de Heer, waarin wij hebben gemediteerd over de devotie en de liefde tot zijn Moeder en onze Moeder, moet nieuw leven aan ons geloof geven. We staan aan het begin van de meimaand en Hij wil dat wij deze gelegenheid niet onbenut laten en dat we, door vol vertrouwen met zijn Moeder om te gaan, meer van Hem gaan houden en iedere dag meer contact met haar zoeken — in kleine dingen, in liefdevolle attenties — waar gaandeweg een grotere persoonlijke heiligheid en meer apostolische ijver uit voortkomt, dat wil zeggen dat we een voortdurende inspanning doen om bij te dragen aan de verlossing waarvoor Christus naar de wereld is gekomen.

Sancta Maria, spes nostra, ancilla Domini, sedes sapientiae, ora pro nobis! Heilige Maria, onze hoop, dienstmaagd van de Heer, zetel van de wijsheid, bid voor ons!