Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Hart van Christus → sevotie.

Het Hart van Jezus leren kennen

Ik wil jullie iets toevertrouwen dat mij verdrietig maakt en tegelijk een stimulans voor mij is: de gedachte aan de vele mensen die Christus nog niet kennen, die nog geen vermoeden hebben van het grote geluk dat ons in de hemel wacht en die als blinden door het leven gaan en een geluk najagen waarvan ze de ware naam niet kennen, of verdwalen door wegen te volgen die hen nog verder van het echte geluk afbrengen. We kunnen ons goed voorstellen wat de apostel Paulus moet hebben gevoeld in die nacht in de stad Troas, toen hij in een droom een visioen kreeg: Er stond een Macedoniër voor hem die smeekte: Steek over naar Macedonië en kom ons te hulp. Na zijn visioen zochten wij — Paulus en Timoteüs — onmiddellijk een gelegenheid naar Macedonië te vertrekken, want we maakten er uit op dat God ons geroepen had om hun het evangelie te verkondigen (Hand 16, 9-10).

Voelen jullie ook niet dat God ons roept en dat Hij er, door alles wat om ons heen gebeurt, bij ons op aandringt het goede nieuws van de komst van Jezus te verspreiden? Maar soms verwaarlozen wij christenen onze roeping. We blijven aan de oppervlakte en verspillen onze tijd met discussies en geredetwist. Of nog erger: er zijn ook christenen die zonder meer aanstoot nemen aan de manier waarop anderen aspecten van het geloof of bepaalde devoties beleven. In plaats van naar wegen te zoeken om de vroomheid vorm te geven zoals ze denken dat het zou moeten, wijden zij zich aan afbreken en kritiseren. Vanzelfsprekend kunnen er gebreken in het leven van de christenen zijn, en die zijn er ook. Maar wijzelf en onze armzaligheid zijn niet belangrijk, de enige die belangrijk is, is Hij, Jezus. We moeten over Christus spreken, niet over onszelf.

De aanleiding voor de opmerkingen van daarnet zijn een paar commentaren over een veronderstelde crisis in de devotie tot het heilig Hart van Jezus. Die crisis is er niet. De ware devotie was en is nog steeds een levende gewoonte met een diepe menselijke en bovennatuurlijke betekenis. De vruchten waren altijd rijpe vruchten van bekering en dat zijn ze nog steeds; vruchten van overgave, van vervulling van de wil van God, van een liefdevol verdiepen in de mysteries van de verlossing.

Heel iets anders zijn uitingen van een zinloze sentimentaliteit die leerstellig leeg zijn en overladen met vrome schijn. Ook ik houd niet van kitsch, van afbeeldingen van het heilig Hart die geen enkel gevoel van devotie kunnen wekken bij mensen met een gezond verstand en met de bovennatuurlijke geest die christenen eigen is. Maar het getuigt niet bepaald van logica om een theologisch probleem te maken van missers die vanzelf weer verdwijnen.

Als er ergens een crisis is, dan is dat in het hart van de mensen die door kortzichtigheid, egoïsme en bekrompenheid niet in staat zijn ook maar een glimp op te vangen van de onpeilbare liefde van Onze Lieve Heer. Sinds de instelling van het feest van vandaag heeft de Kerk in de liturgie van deze dag de ware vroomheid weten te voeden. Als lezing in de Mis heeft zij een tekst van de heilige Paulus gekozen, waarin ons een heel programma voor contemplatief leven wordt voorgehouden, dat met deze devotie tot het Hart van Jezus begint: kennis en liefde, gebed en leven. God zelf nodigt ons bij monde van de apostel uit deze weg te volgen: Dat Christus door het geloof woont in uw hart, en dat gij geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. Moogt gij in staat zijn, mét alle heiligen te vatten wat de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en de liefde van Christus te kennen die alle kennis te boven gaat. Moogt gij de volheid bereiken die de volheid van God zelf is (Ef 3, 17-19).

De volheid van God openbaart zich aan ons in Christus, en in Hem wordt zij ons gegeven: in de liefde van Christus, in het Hart van Christus. Want in dit Hart is de gehele volheid van de Godheid lichamelijk aanwezig (Kol 2, 9). Als we het plan van God uit het oog verliezen kunnen we de schatten van het Hart van de Heer niet begrijpen: deze stroom van liefde die door de menswording, de verlossing en het pinksterfeest in de wereld is gekomen.

De ware devotie tot het Hart van Christus

Er ligt een enorme rijkdom in die paar woorden: heilig Hart van Jezus. Als wij over het menselijk hart spreken, dan denken we niet alleen aan het gevoel maar aan de hele persoon die liefheeft en met andere mensen omgaat. In de manier waarop de mens zich uitdrukt — en die de heilige Schrift overneemt om goddelijke zaken begrijpelijk te maken — wordt het hart gezien als de oorsprong, de uitdrukking en de basis van onze gedachten, woorden en werken. Je zou het ook anders kunnen zeggen: een mens is waard wat zijn hart waard is.

Bij het hart hoort vreugde: Laat mijn hart zich verblijden in uw hulp! (Ps 12, 6); berouw: Mijn hart is zacht geworden als was, gesmolten in mijn lijf( Ps 21, 15); lofprijzing van God: Een dichterwoord stijgt uit mijn hart omhoog (Ps 44, 2) ; het verlangen om naar de Heer te luisteren: Mijn hart is bereid, mijn God (Ps 56, 8); waakzaamheid: Ik sliep, maar mijn hart was wakker (Hand 5, 2); en ook twijfel en angst: Laat uw hart niet verontrust worden (…) Gelooft in Mij (Joh 14, 1).

Het hart voelt niet alleen, het weet ook en het begrijpt. De wet van God wordt in het hart ontvangenPs 39, 9) en wordt daar in gegrift (zie Spr 7, 3). In de Schrift staat ook: Want de mond spreekt waar het hart van overloopt (Mt 12, 34). De Heer maakte enkele schriftgeleerden het verwijt: Waarom denkt gij kwaad in uw hart? (Mt 9, 4). En om alle zonden die een mens kan begaan samen te vatten, zei Hij: Want uit het hart komen voort boze gedachten, moord, echtbreuk, ontucht, diefstal, valse getuigenis en godslastering (Mt 15, 19).

Met het hart bedoelt de heilige Schift niet een voorbijgaand gevoel dat emoties of tranen oproept, maar veeleer de persoon die zich, zoals Jezus heeft gezegd, geheel — met lichaam en ziel — richt op wat hij als zijn goed beschouwt: Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn (Mt 6, 21).

Nu wij over het hart van Jezus spreken, zien we met zekerheid dat God ons liefheeft en dat Hij zich echt voor ons heeft overgegeven. En als wij de verering van het heilig Hart aanbevelen, dan zeggen we dat we ons helemaal, met alles wat we zijn — onze ziel, onze gevoelens, onze gedachten, woorden en daden, onze inspanning en onze vreugde — op de hele Persoon van Jezus richten.

De ware devotie tot het Hart van Jezus komt op het volgende neer: God kennen en onszelf kennen, naar Jezus kijken en naar Hem toegaan. Hij is het die ons aanmoedigt, onderricht en begeleidt. Deze vorm van vroomheid kan alleen maar oppervlakkig zijn in de mens die zo weinig mens is dat hij niet kan vatten dat God mens is geworden.