Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Christenen, gewone  → heiligheid in het gewone leven .

Ik zou nog eens willen terugkomen op de natuurlijkheid en eenvoud van het leven van Jezus, waarbij we al zo vaak hebben stilgestaan. De verborgen jaren in het leven van de Heer zijn niet zonder betekenis, en ze zijn ook meer dan een voorbereiding op de jaren die daarna zouden komen, de jaren van zijn openbaar leven. In 1928 heb ik duidelijk gezien dat God wil dat de christenen een voorbeeld nemen aan het hele leven van onze Heer. Ik ben in het bijzonder bij zijn verborgen leven blijven stilstaan, zijn leven van gewoon werken onder de mensen. Hij wil dat veel mensen de weg bewandelen die Hij ging in deze onopvallende, weinig spectaculaire jaren. Gehoorzaamheid aan de wil van God betekent dat we moeten loskomen van ons egoïsme, maar niet dat we ons moeten terugtrekken uit het gewone leven onder mensen met wie we door het beroep en de positie in de samenleving zijn verbonden.

Ik droom — en de droom is werkelijkheid geworden — van talloze kinderen van God die zich heiligen in het gewone leven, en die de idealen, verlangens en inspanningen van andere mensen delen. We moeten hen de goddelijke waarheid toeroepen: als je in de wereld blijft, wil dat niet zeggen dat God je vergeten is, of dat Hij je niet heeft geroepen. Hij heeft je uitgenodigd de bezigheden en zorgen van de wereld als de jouwe te beschouwen, want Hij laat je zien dat je menselijke roeping, je beroep, je talenten, niet buiten zijn goddelijke plannen vallen, want Hij heeft ze zelf geheiligd als een zeer welgevallig offer aan zijn Vader.

Na dit liefdevolle verwijt horen we ons te gedragen als mensen die van God houden. In omnibus exhibeamus nosmetipsos sicut Dei ministros, in alles proberen wij ons te gedragen als dienaars van God (2 Kor 6, 4). Door je te geven zoals Hij het wil wordt de werking van de genade zichtbaar in je beroepswerk, je andere bezigheden en in je inzet om alles, of het nu om kleine of grote dingen gaat, op een goddelijke manier te doen. Door de liefde krijgt alles immers een nieuwe dimensie.

Maar in de Veertigdagentijd mogen we niet vergeten dat het niet gemakkelijk is God werkelijk te dienen. Laten we verder gaan met de tekst van de heilige Paulus uit de lezing van de Mis van deze zondag, waarin we aan de moeilijkheden worden herinnerd: In alle omstandigheden proberen wij ons te gedragen als dienaars van God, schrijft de apostel, door het standvastig verduren van ontberingen, nood en ellende: slagen, gevangenschap, oproer, oververmoeidheid, gebrek aan slaap, te weinig eten. Onze aanbeveling is: zuiverheid, inzicht, geduld, goedheid, een geest van heiligheid en ongeveinsde liefde, het woord van de waarheid, de kracht van God zelf (2 Kor 6, 4-7).

Op de meest uiteenlopende momenten van ons leven en in allerlei situaties horen we ons als dienaar van God te gedragen, want we weten dat Hij bij ons is en dat wij zijn kinderen zijn. We kunnen steeds voor ogen hebben dat de Heer ons leven op een goddelijke stam heeft geënt, en daar moeten we naar handelen.

De woorden van de apostel moeten voor jullie een reden tot blijdschap zijn, want ze zijn als een plechtige erkenning van jullie roeping als gewone christenen die in de wereld leven en die delen in de idealen, activiteiten en vreugden van hun medemensen. Dat alles is een goddelijke weg. Wat de Heer van jullie vraagt is steeds als zijn kinderen en zijn dienaars te handelen.

Maar de gewone omstandigheden van het leven zullen alleen een goddelijke weg zijn als we ons echt bekeren en ons echt geven. De heilige Paulus spreekt harde taal. Hij verzekert de christen van een moeilijk leven, vol risico”s, een leven dat voortdurend onder spanning staat. Wat wordt het christendom toch vervormd wanneer ze er een gemakkelijke weg van willen maken! Maar de waarheid wordt ook geweld aangedaan als men denkt dat zo”n intens en serieus leven, dat alle obstakels van het menselijk bestaan maar al te goed kent, een leven is van angst, benauwdheid of vrees.

Een christen is een realist met een bovennatuurlijke én menselijke zin voor de realiteit. Hij kent alle schakeringen van het leven: lief en leed, het eigen lijden en dat van anderen, zekerheid en verwarring, edelmoedigheid en de tendens tot egoïsme… Een christen kent dat alles en probeert daar goed mee om te gaan, heel menselijk en met de sterkte die hij van God krijgt.

Op veel plaatsen in de wereld wordt Onze Lieve Heer op deze feestdag door de christenen in processie vergezeld. Hij trekt, verborgen in de hostie, door de straten en over de pleinen, zoals Hij deed toen Hij op aarde leefde. Hij gaat naar de mensen die Hem willen zien, en de mensen die Hem niet zoeken gaat Hij tegemoet. Zo is Jezus opnieuw onder de zijnen. Hoe is onze reactie op deze oproep van de Meester?

De uiterlijke manifestaties van liefde moeten uit het hart komen en zich vervolgens uiten in het getuigenis van een christelijk gedrag. Als wij als nieuw zijn door het Lichaam van de Heer te ontvangen, dan moeten we dat met feiten laten zien. Onze gedachten moeten echt gedachten van vrede, van overgave en dienstbaarheid zijn. Onze woorden moeten oprecht, duidelijk en opportuun zijn; woorden die kunnen troosten en helpen, maar vooral woorden die anderen naar het licht van God kunnen brengen. Onze handelingen moeten consequent, effectief en juist zijn; daden die de bonus odor Christi, de goede geur van Christus2 Kor 2, 1516) hebben, omdat ze doen denken aan zijn levenswijze.

In veel steden en dorpen op de wereld is Christus aanwezig bij de processie van Sacramentsdag, maar die aanwezigheid, herhaal ik, moet niet iets van één dag zijn, een gebeurtenis die je ziet en daarna weer vergeet. Christus die langskomt brengt ons in herinnering dat wij Hem ook moeten ontdekken in onze dagelijkse bezigheden. De plechtige processie van deze donderdag moet overgaan in de stille en eenvoudige processie van elke christen door het dagelijks leven: een mens onder de mensen, maar met het geluk dat hij het geloof heeft ontvangen en de goddelijke zending heeft gekregen om zo te leven dat hij de boodschap van de Heer nieuw maakt op aarde. We zijn niet zonder fouten, ellende en zonden. Maar God is bij ons en we moeten ter beschikking van Hem staan, zodat Hij bij de schepselen kan blijven langskomen.

We willen de Heer daarom vragen dat Hij ons eucharistische zielen laat zijn, dat onze persoonlijke relatie met Hem zich mag uiten in vreugde, vrede en het verlangen naar gerechtigheid. Dan zullen we het anderen gemakkelijker maken om Christus te herkennen en dragen we eraan bij Hem op de top van alle menselijke activiteiten te plaatsen. De belofte van Jezus zal in vervulling gaan: Wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik allen tot Mij trekken (Jof 12, 32).

We waren zojuist aanwezig bij de gebeurtenis in Naïn. We zouden ons ook veel andere gebeurtenissen voor de geest kunnen halen, want het evangelie staat er vol van. Deze verhalen hebben het hart van de mensen altijd geraakt en zullen dat blijven doen. Ze gaan niet alleen over het oprechte gebaar van een man die medelijden heeft met zijn medemensen, maar vooral over de openbaring van de onmetelijke liefde van God. Het hart van Jezus is het hart van de mensgeworden God, van de Emmanuël, God met ons.

De Kerk wordt, met Christus verenigd, geboren uit een doorstoken Hart (Hymne bij de vigilie van het feest van het heilig Hart). Uit dit hart dat wijd openstaat, ontvangen wij het leven. Moeten we hierbij niet vanzelf, al is het maar even, bij de sacramenten stilstaan waardoor God in ons werkt en ons laat delen in de verlossende kracht van Christus? Het is toch vanzelfsprekend dat wij met een bijzondere dankbaarheid aan het allerheiligst sacrament van de Eucharistie denken, aan het heilig offer van Calvarië en de voortdurende onbloedige hernieuwing ervan in de heilige Mis? Het is Jezus die zich als voedsel aan ons geeft. Omdat Jezus tot ons komt wordt alles anders, want er werkt een kracht in ons — de hulp van de heilige Geest — die onze ziel vult en die vorm geeft aan onze daden, onze gedachten en onze gevoelens. Het hart van Christus geeft vrede aan de christen.

Het fundament van de overgave die de Heer van ons vraagt zijn niet alleen onze eigen wensen of onze eigen krachten die zo vaak beperkt en hulpeloos zijn; de overgave steunt in de eerste plaats op de genade die het liefdevolle hart van de mensgeworden God voor ons heeft veroverd. Daarom kunnen en moeten wij volharden in ons geestelijk leven als kinderen van onze Vader die in de hemel is, zonder toe te geven aan ontmoediging of neerslachtigheid. Ik wijs er graag op dat de christen juist in het dagelijks leven, in de gewone dingen en in de normale omstandigheden, vanuit het geloof, de hoop en de liefde leeft. Hierin ligt namelijk de essentie van het doen en laten van de mens die vertrouwt op de hulp van God. In deze theologale deugden vindt hij vreugde, kracht en innerlijke vrede.

Dit zijn de vruchten van de vrede van Christus, van de vrede die zijn allerheiligst Hart ons brengt. Want, het is goed daar nog eens op terug te komen, de liefde van Jezus voor de mensen is een van die onpeilbare diepten van het goddelijk mysterie, van de liefde van de Zoon voor de Vader en voor de heilige Geest. De heilige Geest, de liefdesband tussen de Vader en de Zoon, ontmoet in het Woord een menselijk hart.

Het is niet mogelijk over deze centrale mysteries van ons geloof te spreken zonder ons bewust te zijn van de beperktheid van ons verstand en de rijkdom van de openbaring. Toch geloven wij nederig en vast in deze waarheden, ook al kunnen we ze met ons verstand niet bevatten. Gesteund door het getuigenis van Christus weten we dat het zo is; dat de liefde in de schoot van de Drie-eenheid over alle mensen wordt uitgegoten via de liefde van het hart van Jezus.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift