Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Heilige Geest  → omgaan met de H. Geest.

De kracht van God en de menselijke zwakheid

Non est abbreviata manus Domini, de hand van God is niet te kort (Jes 59, 1). God heeft nu niet minder macht dan in vroegere tijden, ook is zijn liefde voor de mensen niet minder geworden. Ons geloof leert ons dat de hele schepping, de beweging van de aarde en de hemellichamen, het goede dat de mensen doen, de vooruitgang in de geschiedenis, in één woord dat alles van God komt en op Hem is gericht.

De werking van de heilige Geest kan onopgemerkt aan ons voorbijgaan omdat God ons zijn plannen niet laat weten en omdat de zonde de goddelijke gaven vertroebelt en verduistert. Maar het geloof herinnert ons eraan dat de Heer voortdurend bezig is. Hij is degene die ons geschapen heeft en die ons in het bestaan houdt; Hij leidt de hele schepping met zijn genade naar de vrijheid van de glorie van de kinderen van God (zie Rom 8, 21).

Daarom heeft de christelijke traditie de houding die de mens aan de heilige Geest verschuldigd is in één enkel begrip samengevat: volgzaamheid. Dat wil zeggen dat we ontvankelijk moeten zijn voor wat de goddelijke Geest in onze omgeving en in onszelf stimuleert: voor de gaven die Hij uitdeelt, voor de bewegingen en instituties die Hij doet ontstaan, voor de gevoelens en beslissingen die Hij in ons hart geboren laat worden… De heilige Geest voert de werken van God in de wereld uit. Hij is — zoals de hymne ons zegt — de gever van de genaden, het licht van de harten, de gast van de ziel, de rust in de arbeid, de troost in het verdriet. Zonder zijn bijstand is er niets onschuldigs en waardevols in de mens, want Hij is degene die schoon wast wat vuil is, geneest wat ziek is, verwarmt wat koud is, recht maakt wat krom is en de mensen naar de haven van de redding en van de eeuwige zaligheid leidt (Sequentie, Veni Sancte Spiritus, uit de H. Mis van Pinksteren).

Maar ons geloof in de heilige Geest moet absoluut zijn. Een vaag gevoel van zijn aanwezigheid in de wereld is niet genoeg, het moet veeleer een dankbaar aanvaarden zijn van de tekenen en van de feiten waaraan Hij op een speciale manier zijn kracht heeft willen verbinden. Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid — kondigde Jezus aan — zal Hij Mij verheerlijken, omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft (Joh 16, 14). De heilige Geest is de Geest die door Christus is gezonden om in ons het heil te bewerken dat Christus op aarde voor ons heeft verdiend.

Daarom kunnen we geen geloof in de heilige Geest hebben als we geen geloof in Christus hebben, in de leer van Christus, in de sacramenten van Christus, in de Kerk van Christus. Wie niet van de Kerk houdt, wie geen vertrouwen in haar heeft, wie er alleen maar genoegen in schept op de gebreken en beperkingen te wijzen van degenen die haar vertegenwoordigen, wie van buitenaf een oordeel over haar velt en niet in staat is zich een kind van de Kerk te voelen, is geen consequent christen en gelooft niet echt in de heilige Geest. Nu komt de gedachte bij me op hoe buitengewoon belangrijk en uiterst overvloedig de werking van de goddelijke Helper is, wanneer de priester het offer van Calvarië hernieuwt bij het opdragen van de heilige Mis aan onze altaren.

Vriendschap met de heilige Geest

Leven volgens de heilige Geest is leven uit het geloof, de hoop en de liefde. Dat wil zeggen dat we God bezit van ons laten nemen, zodat Hij ons hart radicaal kan veranderen en het naar zijn maat kan maken. Een rijp, diep en sterk christelijk leven kun je niet improviseren, want het is de vrucht van de genade van God die in ons groeit. In de Handelingen van de apostelen wordt de situatie van de primitieve christelijke gemeenschap met een korte, maar betekenisvolle zin beschreven: Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en het gebed (Hand 2, 42).

Zo leefden de eerste christenen en zo moeten wij leven: het overwegen van de geloofsleer tot we ons die eigen maken, de ontmoeting met Christus in de Eucharistie, het persoonlijk gebed — door uit de anonimiteit te treden — voor het aangezicht van God, dit moet de diepe essentie van ons leven zijn. Als dat ontbreekt, is er misschien nog wel sprake van verstandelijke reflectie of vrome devoties en praktijken, maar er is geen echt christelijk leven omdat het vergroeid zijn met Christus, de reële en geleefde deelname aan het goddelijke verlossingswerk ontbreekt.

Deze leer geldt voor iedere christen, want we zijn allen in gelijke mate tot heiligheid geroepen. Er zijn geen tweederangs christenen voor wie alleen maar een verwaterde versie van het evangelie zou gelden. We hebben allemaal hetzelfde doopsel ontvangen; en hoewel er een grote verscheidenheid is aan charisma”s en persoonlijke omstandigheden, deelt de éne Geest zijn gaven uit: één is het geloof, één is de hoop, één is de liefde (zie 1 Kor 12, 4-6; 13, 1-13).

Wij kunnen de vraag van de apostel dus opvatten als een vraag die hij tot ons richt als een uitnodiging tot een meer persoonlijke en rechtstreekse omgang met God: Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest van God in u woont?(1 Kor 3, 16). Jammer genoeg is de Helper voor sommige christenen de Grote Onbekende, een naam die je uitspreekt, maar niet Iemand met wie je spreekt en uit wie je leeft, één van de drie Personen van de enige God.

Toch is het onontbeerlijk om in alle eenvoud en vol vertrouwen met Hem om te gaan, zoals de Kerk ons in de liturgie leert. Dan zullen we Onze Lieve Heer beter leren kennen en ons bewuster zijn van het geweldige voorrecht christen te zijn; we zullen zien hoe groots en waarachtig de vergoddelijking is, de deelname aan het goddelijk leven waarover ik het zojuist had.

Want de heilige Geest is geen kunstenaar die het goddelijke in ons tekent alsof het Hem vreemd zou zijn; dit is niet de manier waarop Hij ons naar de goddelijke gelijkvormigheid leidt. Hijzelf, die God is en uit God voortkomt, drukt veeleer zijn eigen wezen in de harten die Hem ontvangen, zoals het zegel zich in de was drukt. Door die mededeling van zichzelf en door die gelijkvormigheid herstelt Hij in de natuur de schoonheid van het goddelijke oerbeeld en geeft Hij de mens het beeld van God weer terug [H. Cyrillus van Alexandrië, Thesaurus de sancta et consubstantiali Trinitate, 34 (PG 75, 609)].

Als wij in grote lijnen een leefstijl willen uitzetten die ons stimuleert om met de heilige Geest — en tevens met de Vader en de Zoon — om te gaan in diepe verbondenheid met de Helper, dan kunnen we op drie fundamentele aspecten letten: volgzaamheid — ik herhaal het nog eens — gebedsleven en vereniging met het kruis.

Op de eerste plaats volgzaamheid, want de heilige Geest geeft door zijn inspiratie een bovennatuurlijke ondertoon aan onze gedachten, verlangens en daden. Hij is degene die ons aanzet de leer van Christus te belijden en diepgaand te assimileren. Hij is degene die licht geeft om ons bewust te worden van onze persoonlijke roeping en die ons de kracht geeft om alles te doen wat God van ons verwacht. Als we de ingevingen van de heilige Geest in acht nemen, zal het beeld van Christus steeds duidelijker vorm krijgen in ons en zullen we dichter bij God de Vader komen. Allen die zich laten leiden door de Geest van God zijn kinderen van God (Rom 8, 14).

Als wij ons laten leiden door dit beginsel van leven dat in ons is, door de heilige Geest, dan zal onze geestelijke vitaliteit groeien en zullen we ons met de spontaniteit en het vertrouwen van een klein kind dat zich in de arme*n van zijn vader werpt, in de handen van God overgeven. Als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk der hemelen zeker niet binnengaan (Mt 18, 3), heeft de Heer gezegd. Dit is de oude maar altijd actuele weg van het geestelijk kind zijn. Het is geen sentimentaliteit of gebrek aan volwassenheid, maar een bovennatuurlijke rijpheid die ons dieper in de wonderen van de goddelijke liefde laat doordringen en onze geringheid laat erkennen; zo zullen we onze wil volledig vereenzelvigen met die van God.