Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Geloof → leerstellige vorming .

Geloof en verstand

Door een leven van gebed en boete en door het besef van ons goddelijk kindschap worden wij omgevormd tot diepgelovige christenen en zijn we als kinderen tegenover God. De vroomheid is een deugd van kinderen. Als een kind zich wil toevertrouwen aan de armen van zijn vader, dan moet het zich klein en hulpbehoevend weten. Ik heb dikwijls gemediteerd over dit leven van geestelijk kind zijn. Het is niet de tegenpool van sterkte, want er is een sterke wil, rijpheid en een vastberaden en open karakter voor nodig.

We moeten dus vroom zijn als kinderen, maar niet onwetend. Ieder van ons moet naar best vermogen het geloof serieus en wetenschappelijk bestuderen. En wat is dat anders dan theologie? En het resultaat daarvan is de vroomheid van kinderen en de grondige leer van theologen.

Onze inspanning om ons die theologische kennis — de goede en grondige christelijke leer — eigen te maken, komt allereerst voort uit het verlangen om God te kennen en lief te hebben, maar ook uit de belangstelling om de wereld, die het werk van de Schepper is, diepgaand te begrijpen. Steeds weer zijn er mensen die met het zo vaak gebruikte argument aankomen dat geloof en wetenschap, menselijke intelligentie en goddelijke openbaring, onverenigbaar zouden zijn. Ze kunnen alleen maar schijnbaar onverenigbaar zijn; dat gebeurt wanneer men de werkelijke inhoud van het vraagstuk niet begrijpt.

Als de wereld uit de handen van God is voortgekomen, als Hij de mens naar zijn beeld en gelijkenis heeft geschapen (zie Gen 1, 26) en als Hij hem een vonkje van zijn licht heeft geschonken, dan is het aan de mens om — al kan dat nog zo moeilijk zijn — met zijn verstand de goddelijke zin (Noot van de vertaler: de uitdrukking “goddelijke zin” duidt op de bedoeling die God heeft met de realiteit van het menselijk leven — met de gebeurtenissen etc. — voor het eeuwige heil van de ziel) te achterhalen die de dingen van nature hebben. En in het licht van het geloof kunnen we door de werking van de genade ook hun goddelijke zin begrijpen. We hebben geen enkele reden om bang te zijn voor de wetenschap aangezien ieder wetenschappelijk onderzoek, als het echt wetenschappelijk is, in de richting van de waarheid gaat. En Christus heeft gezegd: Ego sum veritas (Joh 14, 6), Ik ben de waarheid.

De christen moet honger naar kennis hebben. Alles, van de meest abstracte wetenschap tot het vakmanschap, kan en moet naar God voeren. Er is geen bezigheid die niet geheiligd kan worden, die geen drijfveer kan zijn voor onze eigen heiliging, en geen gelegenheid is om met God mee te werken bij de heiliging van de mensen om ons heen. Het licht van de volgelingen van Jezus mag niet verscholen zijn in de diepte van het dal, maar hoort op de top van de berg te schijnen, zodat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is (Mt 5, 16).

Op die manier werken is bidden. Op die manier studeren is bidden. Op die manier onderzoek doen is bidden. Uiteindelijk komt het daar altijd op neer: alles is gebed, alles kan en moet ons naar God brengen en onze innige verbondenheid met Hem voeden, van ”s morgens vroeg tot ”s avonds laat. Elk edel werk kan gebed zijn en elk werk dat gebed is, is apostolaat. Op die manier groeit er in de ziel een eenvoudige, sterke eenheid van leven.

Een thuis vol licht en blijheid

We kunnen niet over het huwelijk spreken zonder aan het gezin te denken dat de vrucht en de voortzetting is van wat met het huwelijk begon. Een gezin bestaat niet alleen uit man en vrouw, maar ook uit kinderen, en in zekere zin ook uit grootouders, andere familieleden en soms zelfs een huishoudelijke hulp. Iedereen moet de warme geborgenheid voelen die van invloed is op de sfeer in huis.

Er zijn natuurlijk ook echtparen aan wie Onze Lieve Heer geen kinderen schenkt. Hij verwacht van hen dat ze evenveel van elkaar blijven houden en, als dat binnen hun mogelijkheden ligt, hun capaciteiten in dienst stellen van bezigheden die andere mensen ten goede komt. Maar normaal gesproken krijgt een echtpaar kinderen en dan komt de zorg voor hen op de eerste plaats. Vader- en moederschap eindigen niet met de geboorte. Dit delen in de scheppende macht van God, het vermogen om leven voort te brengen, moet samen met de heilige Geest worden voortgezet en heeft als hoogtepunt de vorming van echt christelijke mannen en vrouwen.

De ouders zijn zowel in het menselijke als in het bovennatuurlijke de belangrijkste opvoeders van hun kinderen en ze moeten zich bewust zijn van deze verantwoordelijkheid. Dit vraagt om begrip en gezond verstand. Ze moeten dingen kunnen uitleggen, maar vooral kunnen liefhebben en hun best doen het goede voorbeeld te geven. Het is niet de juiste weg in de opvoeding iets op een autoritaire manier en met geweld af te dwingen. Het ideaal van de ouders is veeleer vrienden van hun kinderen te worden, vrienden aan wie de kinderen hun zorgen kunnen toevertrouwen, met wie ze hun problemen bespreken, van wie ze echte en liefdevolle hulp kunnen verwachten.

Het is noodzakelijk dat ouders de tijd nemen om iets met hun kinderen te ondernemen en met hen te praten. De kinderen komen op de eerste plaats, ze zijn belangrijker dan zaken, werk, of ontspanning. Het is belangrijk aandachtig te luisteren naar wat ze vertellen, moeite te doen om ze te begrijpen, en het stukje waarheid of de hele waarheid te zien die achter hun opstandigheid kan zitten. Tegelijkertijd kunnen ouders hun kinderen steunen bij hun toekomstplannen en hen leren om afwegingen te maken en goed na te denken. Het gaat er niet om een bepaald gedrag op te leggen, maar om de bovennatuurlijke en de menselijke redenen te laten zien die dat gedrag wenselijk maken. Kortom: het is belangrijk hun vrijheid te respecteren, want een goede opvoeding vereist persoonlijke verantwoordelijkheid, en verantwoordelijkheid vereist vrijheid.

Omgaan met Jezus in het Woord en het Brood

Opdat wij het aandurven contact met Hem te zoeken gaat Jezus verborgen in het heilig altaarsacrament; Hij wil ons dagelijks voedsel zijn, zodat wij één kunnen worden met Hem. Toen Hij zei los van Mij kunt gij niets( Joh 15, 5) veroordeelde Hij de christen niet tot inefficiëntie en heeft Hij hem ook niet gedwongen tot een moeizaam zoeken naar zijn Persoon. Hij is, volledig beschikbaar, onder ons gebleven.

Wanneer wij ons bij het opdragen van het heilig Misoffer rond het altaar verenigen, wanneer we de heilige hostie aanbidden die uitgesteld is in de monstrans of in het tabernakel wordt bewaard, dan kunnen we ons geloof levendiger maken door te denken aan dat nieuwe bestaan dat voor ons is weggelegd en we kunnen ons door de warmte en liefde van God laten raken.

Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en het gebed (Hand 2, 42). Zo beschrijft de Schrift ons het leven van de eerste christenen: door het geloof van de apostelen in een volmaakte eenheid verenigd bij de deelname aan de Eucharistie, eensgezind in het gebed. Geloof, Brood, Woord.

Jezus in de Eucharistie is een garantie voor zijn aanwezigheid in onze ziel, voor zijn macht die de wereld in stand houdt, voor zijn heilsbeloften waardoor de mensenfamilie als het einde der tijden gekomen is geholpen wordt om voor altijd in het huis van de hemel te kunnen wonen, bij God de Vader, God de Zoon en God de heilige Geest: de allerheiligste Drie-eenheid, de Ene God. Heel ons geloof is erbij betrokken als we in Jezus geloven, in zijn reële aanwezigheid onder de gedaanten van brood en wijn.