Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Allerheiligste maagd  → leermeesteres van gebed en apostolaat.

We gaan onze beschouwing over Witte Donderdag beëindigen. Als Onze Lieve Heer ons heeft geholpen — en daartoe is Hij altijd bereid, als we ons hart maar voor Hem openstellen — dan zal dat een aansporing voor ons zijn om te beantwoorden met wat het belangrijkste is: met liefde. En door een leven van dienstbaarheid zullen we erin slagen de liefde onder de mensen te verbreiden. Ik heb u een voorbeeld gegeven (Joh 13, 15), zegt Jezus zijn leerlingen na de voetwassing op de avond van het Laatste Avondmaal. Laten wij hoogmoed, eerzucht en heerszuchtige verlangens uit ons hart bannen en dan zullen vrede en vreugde, die hun wortels hebben in onze persoonlijke offergeest, om ons en in ons heersen.

Om te eindigen een gedachte van kinderlijke liefde voor Maria, de moeder van God en ook onze moeder. Neem me niet kwalijk dat ik weer een herinnering uit mijn kinderjaren ophaal: een prentje dat in mijn streek verspreid werd toen de heilige Pius X een sterke impuls gaf aan de praktijk van de veelvuldige communie. Op dat prentje werd Maria afgebeeld in aanbidding voor de heilige Hostie. Onze Lieve Vrouw leert ons, net zoals toen en dat zal ze blijven doen, om met Jezus te spreken, vertrouwelijk met Hem om te gaan en Hem in de verschillende omstandigheden van de dag te herkennen en te ontmoeten. Maar vooral op het heilig ogenblik van het Misoffer, wanneer de tijd zich met de eeuwigheid verenigt en Jezus met het gebaar van de eeuwige hogepriester alles tot zich trekt om het vervolgens divino afflante Spiritu, door de adem van de heilige Geest naar de Vader te brengen.

Als je Maria zoekt zul je Jezus vinden en je zult een beetje meer begrijpen van wat er in zijn goddelijk hart omgaat. Hij vernedert zich, Hij wil zijn macht en majesteit niet gebruiken maar neemt de gedaante aan van een slaaf (zie Fil 2, 6-7). Menselijk gesproken beperkt God zich niet tot wat essentieel en onontbeerlijk is voor onze redding, Hij gaat veel verder. We kunnen dit alleen maar tot op zekere hoogte vatten door te bedenken dat Hij geen maat kent, dat Hij handelt vanuit de dwaasheid van de liefde die Hem zo ver brengt dat Hij ons vlees aanneemt en het belast met het gewicht van onze zonden.

Hoe is het mogelijk dat we dat beseffen en in onze liefde voor Hem ons verstand niet verliezen? We moeten de waarheden van ons geloof tot ons laten doordringen, zodat ze heel ons leven kunnen omvormen. God houdt van ons. De Almachtige, die hemel en aarde heeft gemaakt, houdt van ons!

God interesseert zich zelfs voor de kleinste dingen van zijn schepselen — voor die van jou en die van mij — en Hij roept ieder van ons bij onze naam (zie Jes 43, 1). Door deze zekerheid die het geloof ons geeft, gaan we de wereld om ons heen met andere ogen zien. Alles blijft hetzelfde en toch is alles anders, omdat alles de uitdrukking is van de liefde van God.

Ons leven verandert zo in een voortdurend gebed, in een onveranderlijk goed humeur en in constante vrede, in een acte van dankbaarheid die de hele dag voortduurt. Mijn hart prijst hoog de Heer, zong de Maagd Maria, van vreugde juicht mijn geest om God mijn redder; daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid van zijn dienstmaagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig omdat Hij aan mij zijn wonderwerken deed, en heilig is zijn Naam (Lc 1, 46-49).

Ons gebed kan zich met dat van Maria verenigen en we kunnen haar nadoen. Ook wij zullen de behoefte voelen om te zingen en de wonderwerken van God te verkondigen, om de hele mensheid en alle schepselen in ons geluk te laten delen.

De school van het gebed

De Heer zal jullie zeker ook andere aspecten van de trouwe beantwoording van de Maagd Maria hebben laten ontdekken die ons uitnodigen om haar als voorbeeld te nemen: haar zuiverheid, haar nederigheid, haar sterkte, haar edelmoedigheid, haar trouw… Ik wil het nu hebben over iets dat al het andere insluit, omdat het de voedingsbodem is voor geestelijke vooruitgang, namelijk het gebedsleven.

Als we de genade die onze Moeder ons vandaag geeft goed willen benutten en we de ingevingen van de heilige Geest die de herder van onze ziel is op ieder moment willen volgen, dan moeten we ons serieus geroepen voelen om het persoonlijk contact met God te verzorgen. Wij mogen ons niet verschuilen achter de anonimiteit, want een innerlijk leven zonder een persoonlijke ontmoeting met God is geen innerlijk leven. Het is niet eigen aan de christen oppervlakkig te zijn. Toegeven aan sleur in onze ascetische strijd staat gelijk aan het ondertekenen van de overlijdensakte van de contemplatieve ziel. God zoekt ons één voor één, en we moeten hem één voor één antwoorden: Heer, hier ben ik omdat U mij geroepen hebt? (1 Sam 3, 5).

Bidden, dat weten we allemaal, is spreken met God. Misschien vraagt iemand: maar waarover? Waarover anders dan over de dingen van God en over de dingen waar onze dag mee gevuld is? Over de geboorte van Jezus, over zijn rondtrekken door de wereld, over zijn verborgen leven en zijn prediking, zijn wonderen, zijn verlossend lijden, zijn kruis en verrijzenis… En in de tegenwoordigheid van de Ene en Drie-ene God, met de heilige Maagd als middelares en de heilige Jozef, onze vader en heer — tot wie ik veel devotie heb — als voorspreker, spreken wij over ons werk van elke dag, over ons gezin, onze vrienden en bekenden, over onze grote plannen en over onze kleine misstappen.

Het thema van mijn gebed is het thema van mijn leven. Dit is de manier waarop ik het aanpak. Als ik mijzelf zie zoals ik ben, komt vanzelf het vaste voornemen om te veranderen, me te beteren, volgzamer te zijn aan de liefde van God. Een oprecht en concreet voornemen. Dit gaat samen met een dringend gebed tot de heilige Geest, dat ook vol vertrouwen is, om ons niet aan ons lot over te laten, want Gij Heer, zijt mijn kracht (Ps 42, 2).

Wij zijn gewone christenen, wij werken in heel verschillende beroepen en al onze bezigheden verlopen in een voorspelbaar ritme, ze volgen de normale weg. De dagen lijken allemaal hetzelfde, misschien zelfs monotoon… Maar toch: het dagelijks programma dat zo gewoon lijkt heeft een goddelijke waarde, het interesseert God omdat Christus mens wil worden in onze bezigheden en zelfs onze gewoonste handelingen van binnenuit wil bezielen.

Deze gedachte is een heldere en ondubbelzinnige werkelijkheid en is niet bedoeld als troost voor mensen die net als wij hun naam niet in het gouden boek van de geschiedenis zullen graveren. Christus interesseert zich voor het werk dat wij doen — en dat we wel duizend en één keer herhalen — op kantoor, in de fabriek, in de werkplaats, op school of op het land, of we nu ons beroep uitoefenen met ons hoofd of met onze handen. Hij is ook geïnteresseerd in het verborgen offer dat we brengen als we ons slecht humeur niet op anderen afreageren.

Denk in het gebed nog eens over deze thema”s na en benut ze om Jezus te zeggen dat je Hem aanbidt. Zo zul je midden in de wereld bij het lawaai op straat, overal, contemplatief zijn. Dit is de eerste les in de school van de omgang met Jezus. Maria is de beste lerares van die school, want zij heeft deze gelovige houding altijd gehad, deze bovennatuurlijke visie op alles wat er om haar heen gebeurde: Zij bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart (Lc 2, 51).

Laten wij vandaag aan Maria vragen om ons contemplatief te maken, ons te helpen begrijpen dat de Heer voortdurend een beroep op ons doet en bij de deur van ons hart aanklopt. Laten we haar zeggen: Moeder, U hebt Jezus ter wereld gebracht die ons de liefde van God onze Vader openbaart. Help ons Hem bij de bezigheden van elke dag te herkennen. Motiveer ons verstand en onze wil om goed te luisteren naar de stem van God en de impulsen van de genade te volgen.

Lerares van de apostelen

Maar denk niet alleen aan jezelf; zorg dat je hart steeds groter wordt totdat er plaats is voor de hele mensheid. Denk allereerst aan de mensen om je heen — je ouders, vrienden, collega”s — en bekijk hoe je ze tot een diepere vriendschap met God kunt brengen. Als het integere en goede mensen zijn die in staat zijn de Heer van dichtbij te volgen, beveel ze dan in het bijzonder bij Onze Lieve Vrouw aan. En bid ook voor de vele mensen die je niet kent, want we zijn allemaal aan boord van hetzelfde schip.

Wees loyaal en edelmoedig. We maken allen deel uit van één enkel lichaam, van het mystiek Lichaam van Christus, de heilige Kerk, waartoe velen zijn geroepen die met een zuiver hart de waarheid zoeken. Daarom hebben we de plicht andere mensen de warmte en de diepte van Christus” liefde te laten zien. De christen mag geen egoïst zijn, want dan zou hij zijn eigen roeping verraden. De mentaliteit van iemand die zich ermee tevreden stelt zijn eigen ziel in vrede te bewaren — wat overigens een valse vrede is — en zich niet bekommert om het welzijn van anderen, is niet van Christus. Hebben we ons eenmaal voor de ware zin van het menselijk leven opengesteld die ons door het geloof is geopenbaard, dan kunnen we niet in de overtuiging leven dat we ons goed gedragen zolang we niet proberen om op een praktische en concrete manier andere mensen dichter bij God te brengen.

Er is een reële hindernis voor het apostolaat: het menselijk opzicht, de angst om thema”s van het geloof aan te raken omdat zo”n gesprek in sommige kringen misschien niet goed zal vallen en het risico bestaat dat er een gevoelige snaar wordt geraakt. Maar al te vaak wordt zo geredeneerd om het egoïsme te verdoezelen! Het is niet de bedoeling wie dan ook te kwetsen, in tegendeel, het gaat erom te dienen. Ook al kunnen we persoonlijk niet waardig zijn, de genade van God heeft ons tot instrumenten gemaakt om anderen te kunnen helpen door hun het goede nieuws mee te delen dat God wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen (1 Tim 2, 4).

Maar mag je je wel in het leven van anderen mengen? Ja, dat is zelfs noodzakelijk. Christus heeft zich in ons leven gemengd zonder ons daar toestemming voor te vragen. Hij deed dat ook bij zijn eerste leerlingen: Toen Hij eens langs het meer van Galilea liep, zag Hij Simon en de broer van Simon, Andreas, terwijl zij bezig waren het net uit te werpen in het meer; zij waren namelijk vissers. Jezus sprak tot hen: Komt, volgt Mij; Ik zal maken, dat gij vissers van mensen wordt (Mc 1, 16-17). Ieder van ons heeft de vrijheid — een verkeerd begrepen vrijheid — om nee te zeggen tegen God, zoals de jongeman die veel rijkdommen bezat, (zie Lc 18, 23). over wie de heilige Lucas spreekt. Maar de Heer en wij hebben het recht en de plicht, als we gehoorzamen aan de oproep gaat en onderwijst, (zie Mc 16, 15) om over God te spreken. Dit is het grote thema van de mensen, want het verlangen naar God is het diepste verlangen dat in het hart van de mens leeft.

Heilige Maria, Regina apostolorum, koningin van de apostelen, koningin van ieder die het verlangen heeft om anderen kennis te laten maken met de liefde van uw Zoon: U begrijpt onze ellende heel goed, vraag daarom vergiffenis voor wat in ons leven vuur had kunnen zijn en niet meer is dan as, voor licht dat geen licht meer geeft, voor zout dat smakeloos is geworden. Moeder van God, smekende almacht: geef ons, met de vergiffenis, de kracht om echt vanuit de hoop en de liefde te leven, om anderen het geloof in Christus te kunnen brengen.