Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Wil van God → gehoorzaamheid.

Hij deed de wil van God, zijn Vader

Ik doe de waarheid geen geweld aan als ik jullie zeg dat Jezus ook vandaag op zoek is, op zoek naar een rustplaats in ons hart. Laten we Hem vergiffenis vragen voor onze blindheid en ondankbaarheid, en om de genade smeken ons hart nooit meer voor Hem te sluiten.

Onze Lieve Heer maakt er geen geheim van dat de onderwerping aan de wil van God zelfverloochening en overgave vereist, want liefde vraagt geen rechten: zij wil dienen. Hij is ons op die weg voorgegaan. Jezus, hoe was Uw gehoorzaamheid? Usque ad mortem, mortem autem crucis, tot aan de dood, de dood aan het kruis (Fil 2, 8). Wij moeten loskomen van onszelf, ons het leven moeilijk maken, het verliezen uit liefde voor God en de zielen. Je wilde een rustig leven, maar God wilde anders. Er bestaan twee willen: jouw wil moet worden bijgesteld om één te worden met de wil van God; de wil van God hoeft zich niet aan die van jou aan te passen [H. Augustinus, Enarrationes in psalmos, 31, 2, 26 (PL 36, 274)].

Ik heb gezien hoeveel mensen zich hun leven lang hebben ingezet om te doen wat God van hen vroeg; zoals U, Heer, tot de dood toe. Dat geeft reden tot blijdschap. Ze hebben zich, ook in hun beroepswerk, met hart en ziel ingezet voor de Kerk en voor het welzijn van alle mensen.

We willen leren gehoorzamen, leren dienen. Er bestaat niets waardevollers dan de vrijwillige overgave ten bate van andere mensen. Als de trots de kop opsteekt en de hoogmoed ons doet denken dat we supermensen zijn, dan wordt het tijd dat we nee zeggen en we onze triomf enkel en alleen in de nederigheid zoeken. Op die manier zullen we ons vereenzelvigen met Christus aan het kruis, niet met tegenzin, bang of onwillig, maar blij, want de blijdschap die in de zelfverloochening ligt is het beste bewijs van onze liefde.

Als we een christen eraan herinneren dat zijn leven geen ander doel heeft dan aan de wil van God te gehoorzamen, dan betekent dat niet dat hij zich van andere mensen moet afzonderen. Integendeel, het gebod van Christus om elkaar lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad (zie Joh 13, 34-35) wordt meestal nagekomen door onder de mensen te zijn en te leven zoals zij, door ons in de wereld in dienst te stellen van God, zodat we de liefde van God beter bekend kunnen maken aan alle mensen en we ze kunnen vertellen dat de goddelijke wegen op aarde zijn geopend.

Christus heeft niet alleen gezegd dat Hij van ons houdt, Hij heeft het ook laten zien. We mogen niet vergeten dat Jezus mens werd om ons te leren hoe we kunnen leven als kinderen van God. Denk aan de inleiding van de evangelist Lucas bij de Handelingen van de apostelen: Primum quidem sermonem feci de omnibus, O Theophile, quae coepit Iesus facere et docere, Ik heb verslag gedaan, Theophilus, over alles wat Jezus gedaan en onderricht heeft (Hand 1, 1) Hij kwam om te onderrichten, door het zelf te doen; Hij kwam om te onderrichten, door ons het voorbeeld te geven.

Nu we bij het Kindje in de kribbe zijn, kunnen wij verder gaan met ons gewetensonderzoek. Zijn wij vastbesloten om van ons leven een voorbeeld en een leerschool te maken voor onze medemensen? Zijn we bereid als Christus te zijn? Het is niet genoeg dat we het met de mond belijden. Jij — ik stel de vraag aan ieder van jullie en ook aan mijzelf — jij, die geroepen bent als Christus te zijn omdat je christen bent: kan men van jou zeggen dat je gekomen bent om facere et docere, om alles te doen als een kind van God, om open te staan voor de wil van zijn Vader en daardoor alle zielen te laten delen in de goede, edele, goddelijke en menselijke waarden van de verlossing? Leef je het leven van Christus in je leven van iedere dag, midden in de wereld?

De werken van God willen doen is geen kwestie van mooie woorden, maar een uitnodiging om onszelf uit liefde op te gebruiken. We moeten sterven aan onszelf om herboren te worden tot een nieuw leven. Want zo heeft Jezus gehoorzaamd, tot de dood aan het kruis; mortem autem crucis. Propter quod et Deus exaltavit illum. Daarom heeft God Hem verheven (Fil 2, 8). Als we aan de wil van God gehoorzamen, zal het kruis ook voor ons verrijzenis, verheffing zijn. Christus’ leven zal stap voor stap in ons worden verwezenlijkt en ons eigen leven zal de inspanning worden van goede kinderen van God, die ondanks hun vele zwakheden en persoonlijke fouten weldoende rondgaan zoals Christus.

En als de dood komt — en die zal onverbiddelijk komen — dan zullen we die met vreugde opwachten, zoals ik dat heb gezien bij veel mensen die in de gewone omstandigheden van iedere dag als heiligen hebben geleefd. Met vreugde, want als we Christus hebben nagevolgd in het doen van het goede — en we ondanks onze ellende hebben gehoorzaamd en het kruis hebben gedragen — dan zullen we zoals Christus verrijzen: surrexit Dominus vere, want Hij is waarlijk verrezen (Lc 24, 34).

Bedenk dat Jezus, die een kind wilde worden, de dood heeft overwonnen. Door zo klein te worden, door zijn eenvoud en gehoorzaamheid, door het gewone, alledaagse leven van de mensen te vergoddelijken, werd de Zoon van God overwinnaar.

Dat was de triomf van Jezus. Hij heeft ons op zijn niveau gebracht, op het niveau van kinderen van God, door naar beneden te komen, naar ons niveau, naar de wereld van de kinderen van de mensen.

Wanneer de heilige Matteüs deze gebeurtenissen in zijn evangelie vertelt, benadrukt hij hoe Jozef de aanwijzingen van God zonder aarzelen opvolgt, ook als de betekenis ervan hem soms duister is, of het verband met de overige plannen van God voor hem verborgen blijft.

De kerkvaders en de geestelijke schrijvers hebben vaak op zijn sterk geloof gewezen. Johannes Chrysostomus zegt over de reactie van Jozef, wanneer de engel hem de opdracht geeft om voor Herodes naar Egypte te vluchten: (zie Mt 2, 13). Toen Jozef dat hoorde, nam hij er geen aanstoot aan en zei ook niet: dat is vreemd. Kort geleden gaf u mij te verstaan dat Hij zijn volk zou redden en nu is Hij niet eens in staat om zichzelf te redden en moeten we vluchten, een reis ondernemen en lange tijd wegblijven. Dat gaat tegen uw belofte. Zo redeneert Jozef niet want hij is trouw. Ook stelt hij geen vragen over de tijd van terugkeer, hoewel de engel dat in het ongewisse had gelaten, want hij had gezegd: Blijf daar – in Egypte – tot ik het u zeg. Toch maakt hij geen moeilijkheden, hij gehoorzaamt, hij gelooft en verdraagt blijmoedig alle beproevingen [In Matthaeum homiliae, 8, 3 (PG 57, 85)].

Het geloof van Jozef wankelt niet, hij gehoorzaamt onmiddellijk, zonder ook maar één moment te aarzelen. We kunnen deze les beter begrijpen als we bedenken dat zijn geloof actief is, en dat zijn volgzaamheid niet betekent dat hij zich door de gebeurtenissen laat leiden. Want niets is zo in strijd met het christelijk geloof als conformisme, apathie of gebrek aan geestkracht.

Jozef liet zijn leven zonder enig voorbehoud in de handen van God, maar hij dacht na over wat er gebeurde. Zo heeft hij van de Heer het vermogen gekregen de werken van God te begrijpen, de ware wijsheid. Hij leerde op die manier, stap voor stap, dat de bovennatuurlijke plannen een goddelijke samenhang hebben, en dat ze soms tegen de menselijke plannen ingaan.

De patriarch verzuimt niet om bij de verschillende omstandigheden na te denken en met verantwoordelijkheid te handelen. Integendeel, hij stelt zijn ervaring in dienst van het geloof. Toen hij uit Egypte terugkwam en hoorde dat Archelaos in plaats van zijn vader Herodes in Judea heerste, vreesde hij daarheen te gaan (Mt 2, 22). Hij had geleerd binnen het kader van de goddelijke plannen te handelen. Als een bevestiging dat God inderdaad dát wil wat hij al vermoedde, krijgt hij de aanwijzing om zich in Galilea terug te trekken.

Zo was het geloof van de heilige Jozef: zonder voorbehoud, vol vertrouwen, met een actieve overgave aan de wil van God, in een bewust beleefde gehoorzaamheid. En met het geloof komt de naastenliefde, de liefde. Zijn geloof is versmolten met de liefde, met de liefde voor God die de beloften aan Abraham, Jacob en Mozes in vervulling kwam brengen; met zijn liefde als echtgenoot van Maria, en met zijn vaderliefde voor Jezus. Hij gelooft en bemint en heeft vertrouwen in de grote zending die God in de wereld begon, de verlossing van de mensen, waarbij Hij zich ook van hem, Jozef, een timmerman uit Galilea, wilde bedienen.