Lijst van punten

Er zijn 34 punten in «De Smidse» waarvan het onderwerp is Pessimisme.

Met de genade van God moet je wat onhaalbaar is aanpakken en voor elkaar zien te krijgen…, want wat haalbaar is kan iedereen.

Zet dat pessimisme van je af, en wil ook geen pessimisten om je heen hebben. God moet gediend worden met blijdschap en met overgave.

Maak je los van die menselijke voorzichtigheid die je zo behoedzaam en, neem me niet kwalijk dat ik het zeg, zo laf maakt.

Laten wij geen mensen zijn met een bekrompen visie. Geen onvolwassen, kortzichtige mannen of vrouwen, zonder bovennatuurlijke horizon…! Werken wij soms voor onszelf? Nee!

Laten wij dan ook met grote vrijmoedigheid zeggen: Jezus, wij werken voor U en… dan zult U ons de materiële hulpmiddelen toch niet onthouden? U weet heel goed hoe slecht wij ervoor staan; ik zou mij zo niet gedragen tegenover een schepsel dat mij dient…

Daarom hopen wij, zijn wij er zelfs van overtuigd, dat U ons alles zult geven wat wij nodig hebben om U te kunnen dienen.

Doe een oefening van geloof: tegen Hem vermag men niets. Noch tegen de zijnen.

Vergeet dat niet.

Laat de moed niet zakken. Vooruit! Ga verder met een heilige koppigheid, die op geestelijk vlak volharding wordt genoemd.

Mijn God, als wij echt iets nodig hebben, dan geeft U ons dat altijd.

Nee, je gaat niet achteruit! Het enige is dat je nu duidelijker ziet hoe je bent. Zet daarom zelfs de geringste neiging tot ontmoediging van je af.

Op de weg naar persoonlijke heiligheid kan men soms de indruk hebben in plaats van vooruit, achteruit te gaan; in plaats van te beteren, te verslechteren.

Zolang er innerlijke strijd is, is deze pessimistische gedachte niet meer dan een valse indruk of een misrekening, die je maar het best van je af kunt zetten.

Ga rustig verder. Als je doorzet, ga je vooruit op je weg en word je heilig.

Innerlijke dorheid is geen lauwheid. In de mens die lauw is wordt het water van de genade niet opgenomen, maar loopt het zonder meer weg… Daarentegen zijn er schijnbaar dorre akkers, die genoeg hebben aan een paar regendruppels om op zijn tijd bloemen en heerlijke vruchten voort te brengen.

Wanneer raken wij er eindelijk van overtuigd dat het belangrijk is op ieder moment aan de oproep van God gehoor te geven? Juist dat verwacht God van ons!

Wees op een heilige manier 'slim'. Wacht niet tot de Heer je tegenslagen stuurt. Loop erop vooruit met vrijwillige boetedoening. Dan zul je de tegenslagen niet tegemoet gaan met gelatenheid - wat een verouderd begrip is - maar met Liefde: een woord dat eeuwig jong is.

Vandaag heb je voor het eerst de indruk dat alles eenvoudiger wordt, dat alles 'ontrafeld' wordt. Je ziet dat problemen die je verontrustten eindelijk uit de weg zijn geruimd. Je begrijpt nu ook dat ze eerder en beter worden opgelost naarmate je je meer in de handen van God, je Vader, laat.

Wat houdt jou dan nog tegen om je altijd als een kind van God te gedragen? Het kindschap moet de drijfveer van je leven zijn!

Richt je tot de Maagd Maria - zij is de Moeder, Dochter en Bruid van God, en ook onze Moeder -, om haar te vragen dat zij meer genade voor je verkrijgt van de Allerheiligste Drieëenheid: de genade van geloof, van hoop, van liefde en van berouw. Wanneer er in het leven een sterke droge wind dreigt op te steken die in staat is de bloemen van de ziel te verdorren, zal deze die van jou niet verdorren…, noch die van je broers en zusters.

Het kan toch niet waar zijn dat iemand als jij - die van jezelf zegt, dat je niets voorstelt - het waagt hindernissen op te werpen voor de genade van God?

Want dát doe je met je voorgewende nederigheid, met je 'objectiviteit', met je pessimisme.

Geef mij de genade om afstand te doen van alles wat op mijn persoon betrekking heeft. Mijn enige zorg moet uw eer zijn…, in één woord, uw Liefde. Alles uit liefde!

“Toen Herodes dit hoorde - dat de Koning ter wereld gekomen was -, werd hij zeer verontrust, en met hem heel Jeruzalem.”

Zo is het leven! Hetzelfde gebeurt nu. Bij de grootheid van God, die zich op allerlei manieren manifesteert, zijn er mensen - ook mensen met een hoge positie - die verontrust raken… omdat zij God niet ten volle beminnen; omdat ze Hem niet echt willen ontmoeten; omdat zij zijn influisteringen niet willen opvolgen. Ze vormen een hindernis op de goddelijke weg.

Wees daarvoor gewaarschuwd en ga gewoon door. Maak je geen zorgen, zoek de Heer, bid… en Hij zal overwinnen.

Je bent niet alleen. Wij mogen ons niet alleen voelen, noch jij, noch ik. En nog minder wanneer wij naar Jezus gaan door middel van Maria, want zij is een Moeder die ons nooit aan ons lot zal overlaten.

Je moet niet verdrietig worden, als je de indruk hebt dat de Heer je heeft verlaten. Doe daarentegen meer moeite om Hem te vinden! Hij is de Liefde en laat je niet alleen.

Wees ervan overtuigd dat Hij je uit Liefde 'alleen laat', zodat je duidelijk ziet wat in jouw leven van Hem is en wat van jou is.

Je zei me: “Ik voel me absoluut niet in staat om vooruit te gaan, en ook niet om de hemel te bereiken zonder een wonder van de genade; zo slecht is het met mij gesteld. Ik ben koud en, erger nog, onverschillig, net alsof ik 'mijn geval' bekijk en het me niets kan schelen wat ik zie. Zullen deze dagen nutteloos zijn?

En toch: mijn Moeder is mijn Moeder, en Jezus - zal ik het durven zeggen? - is mijn Jezus! En er zijn heilige zielen die op dit moment voor mij bidden.”

Ga aan de hand van je Moeder verder, antwoordde ik, en 'durf' Jezus te zeggen dat Hij van jou is. In zijn goedheid zal Hij licht en helderheid geven aan je ziel.

Jezus, geef mij een kruis, zonder de hulp van Simon van Cyrene. Ik zeg het niet goed, want zoals bij alles zal ik uw genade, uw hulp nodig hebben. Wees mijn Simon van Cyrene. Met U, mijn God, is er geen beproeving die mij afschrikt…

Maar, als het kruis nu eens de tegenzin is, of de droefheid? Ik zeg U, Heer, dat ik dan, met uw hulp, op een blijde manier bedroefd zou zijn.

Zolang ik U niet verlies, zal verdriet voor mij geen echt verdriet zijn.

Er is niemand tot wie Jezus het woord niet wil richten; een woord dat geneest, dat troost, dat verlicht.

Laten jij en ik dat goed onthouden, ook als wij moe zijn door het vele werk of door tegenslagen.

Verwacht geen applaus van mensen voor wat je doet.

Sterker nog, verwacht zelfs niet dat andere mensen en instellingen die net als jij voor Christus werken, je altijd begrijpen.

Zoek alleen de eer van God. Bemin allen en maak je geen zorgen als niet iedereen jou begrijpt.

Bergen, obstakels, onbegrip, intriges… dit is wat de duivel wil en de Heer laat het toe. Maar je moet geloof hebben, een geloof dat zich uit in daden, in offers, in nederigheid.

Bij de schijnbare onvruchtbaarheid van het apostolaat bestormen je de eerste symptomen van een golf van ontmoediging, die met kracht wordt gebroken door je geloof… Toch besef je dat je meer geloof nodig hebt: een nederig, levend en werkzaam geloof.

Jij, die zo verlangt naar het heil van de zielen, moet als de vader van het zieke kind dat door de duivel bezeten was, uitroepen: Domine adiuva incredulitatem meam, Heer, kom mijn ongeloof te hulp!

Twijfel er niet aan dat het wonder zich zal herhalen.

Het is waar, dat je uit jezelf niets voor elkaar krijgt, dat alles in je ziel door God gedaan wordt.

Maar laat dat niet zo zijn voor wat je meewerken met de genade betreft.

Oefen je in de deugd van de hoop. Doe je werk zo goed mogelijk uit liefde voor God - ook al kost het moeite -, in de overtuiging dat je inspanning in de ogen van de Heer niet zinloos is.

Wanneer in je dagelijkse strijd, die meestal bestaat in een aaneenschakeling van kleine dingen, de wens aanwezig is om God voortdurend aangenaam te zijn en je dat met daden bewijst, dan verzeker ik je dat niets verloren gaat!

Haal je het volgende steeds voor de geest, omdat het echt zo is: Wat is de Heer goed, Hij heeft mij gezocht en mij deze heilige weg doen kennen. Daardoor kan ik doeltreffend zijn, van alle mensen houden en hun vrede en blijdschap brengen!

Dit is een gedachte die in concrete voornemens moet worden omgezet.

Je weet dat de genade van God je niet zal ontbreken, omdat Hij je van eeuwigheid heeft uitgekozen. Om die reden zal Hij je de nodige hulp verlenen om een trouw kind van Hem te zijn.

Ga met deze zekerheid verder en probeer altijd aan de genade te beantwoorden.

Ik vraag de Moeder van God tegen ons te glimlachen; ik vraag haar of zij dat wíl doen… en zij zál het doen.

En bovendien zal zij onze edelmoedigheid hier op aarde duizendvoudig belonen. Dat vraag ik haar: duizendvoudig!

Laat je naastenliefde blij, hartelijk, diep menselijk en bovennatuurlijk zijn. Houd van de mensen en je zult ze met een oprecht gemeende glimlach tegemoet gaan en hun bedoelingen en gevoelens kunnen begrijpen.

Als je met zachtheid en met kracht optreedt, zonder concessies te doen in je gedrag of in de geloofsleer, zal de liefde voor Christus - als je die goed beleeft - van jou een apostel maken. Je zult een steeds groter verlangen hebben om voor de zielen te werken.

Kind, zei ik je uit volle overtuiging, ik sluit mijn ogen niet voor de 'hindernissen' waarop wij zullen stuiten als we andere apostelen willen aansteken met onze 'dwaasheid'. Sommige zullen misschien onoverkomelijk lijken…, maar inter medium montium pertransibunt aquae, door de bergen vindt het water zijn weg. Wij zullen die hindernissen overwinnen, want de bovennatuurlijke bezieling en het vuur van onze ijver zullen de bergen doorboren.

“Mijn God, mijn God! U wilde allen door U en met U en in U met elkaar verenigen: en nu zijn allen verstrooid.” Zo beklaagde je je, toen je er weer alleen voor kwam te staan, zonder menselijke hulp.

Maar onmiddellijk legde God de zekerheid in je ziel dat Hij de situatie zou oplossen. En je zei Hem: Ik vertrouw erop dat U alles in orde brengt!

En inderdaad, de Heer regelde alles eerder, vollediger en beter dan jij had durven hopen.

Het is terecht dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest de Maagd Maria kronen tot Koningin en Heerseres van heel de schepping.

Profiteer van haar macht! Heb de kinderlijke moed je aan te sluiten bij dit feest in de hemel. Omdat ik geen kostbare edelstenen of deugden heb aan te bieden, kroon ik de Moeder van God, die ook mijn Moeder is, met de kroon van mijn fouten, die ik heb uitgeboet.

Vooruit maar!

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift