Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Geestelijk kind-zijn  → goddelijk kindschap en overgave.

In het begin van de jaren veertig ging ik vaak naar Valencia. Ik beschikte toen niet over menselijke middelen en ik bad met hen die, net als u op dit moment, zich om de arme priester die ik ben, verzamelden, waar we ook maar konden, bepaalde avonden op een verlaten strand. Zoals de eerste vrienden van de Meester, herinnert u zich nog? De heilige Lucas schrijft, dat toen ze met Paulus uit Tyrus weggingen in de richting van Jeruzalem, allen met vrouwen en kinderen ons wegbrachten tot buiten de stad. Op het strand knielden wij neer en baden (Hand 21, 5).

Wel, op een avond, aan het eind van de dag, bij een prachtige zonsondergang, zagen we een bootje naar het strand toe komen. Een paar man sprong aan land, tanig, stevig als een rots, doorweekt, met ontbloot bovenlijf, zo verbrand door de zeewind dat ze uit brons gegoten leken. De mannen begonnen hun net vol zilverig schitterende vis dat achter de boot meegesleept was, uit de zee te trekken. Ze trokken met veel voortvarendheid, hun voeten diep in het zand geplant, met verbazingwekkende kracht. Plotseling komt er een jongetje aan, ook helemaal bruin verbrand; hij gaat naar het touw, pakt het met zijn kleine handen vast en begint met onmiskenbare onhandigheid te trekken. De visserslui, ruw, zonder enige verfijning, moeten geroerd geweest zijn en ze lieten de kleine meehelpen; ze stuurden hem niet weg, hoewel ze eerder last van hem hadden.

Ik dacht aan u en aan mij; aan u die ik nog niet kende en aan mij; aan ons die de hele dag het touw trekken op zoveel terreinen. Als we ons aan God Onze Heer aanbieden als die kleine, overtuigd van onze zwakheid, maar bereid om aan zijn plannen mee te werken, zullen we ons doel gemakkelijker bereiken: we zouden het net overstroomd van overvloedige vangst, aan land trekken, want de macht van God slaagt juist daar waar onze krachten falen.

Om redenen die hier niet ter zake zijn —maar welke Jezus die ons leidt vanuit het Tabernakel, heel goed kent— heeft mijn leven me ertoe gebracht op bijzondere wijze te weten dat ik kind van God ben. En ik heb de vreugde gesmaakt me aan het hart van mijn Vader te vlijen, ter betering, om me van smetten te bevrijden, om Hem te dienen, om allen te begrijpen en te verontschuldigen, op grond van zijn liefde en mijn vernedering.

Daarom wil ik nu met nadruk wijzen op de noodzaak dat u en ik ons vermannen, dat we ontwaken uit die slaap van de zwakte die ons zo gemakkelijk doet insluimeren. En dan zullen we op een dieper en tegelijk directer manier besef krijgen van wat het betekent kind van God te zijn.

Het voorbeeld van Jezus, heel het leven van Christus in Palestina helpt ons dieper in die waarheid door te dringen. Als wij het getuigenis van mensen aannemen, lezen we in het Epistel, Gods getuigenis is meer waard (1 Joh 5, 9). En waarin bestaat het getuigenis van God? Opnieuw is Sint Jan aan het woord: Hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft. Wij worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook… Veelgeliefden, nu reeds zijn we kinderen van God (1 Joh 3, 1­2).

In de loop der jaren heb ik getracht mij zonder onderbreking op deze blijde realiteit te verlaten. Mijn gebed is —in alle omstandigheden— altijd hetzelfde geweest, in verschillende toonaarden. Ik heb gezegd: Heer, U hebt mij hier neergezet; U hebt mij dit of dat toevertrouwd en ik heb vertrouwen in U. Ik weet dat U mijn Vader bent en ik heb steeds gezien, dat kleine kinderen altijd een onvoorwaardelijk vertrouwen in hun ouders hebben. Mijn ervaring als priester heeft me bevestigd, dat deze overgave in Gods hand de zielen aanzet zich een sterke, grote en serene vroomheid te verwerven die hen ertoe brengt altijd te werken met een zuivere bedoeling.

Het voorbeeld van Jezus Christus

Quasi modo geniti infantes… Het heeft mij vreugde verschaft overal deze mentaliteit van kleine kinderen van God te verspreiden. Door deze mentaliteit kunnen we meer genieten van de woorden die we ook in de liturgie van de Mis vinden: al wat uit God geboren is, is overwinnaar van de wereld (1 Joh 5, 4), komt alle moeilijkheden te boven, behaalt de overwinning in die grote slag om vrede in de zielen en in de samenleving.

Onze wijsheid en onze kracht bestaan juist in het besef van onze kleinheid en ons niets zijn voor het aangezicht van God. Tegelijkertijd moedigt Hij ons aan met vertrouwvolle zekerheid te handelen en Jezus Christus, zijn Eniggeboren Zoon, ondanks onze fouten en persoonlijke gebreken te verkondigen, mits er naast onze zwakte geen gebrek is aan strijd met het doel om te winnen.

U hebt mij vaak deze raad uit de Heilige Schrift horen aanhalen: discite benefacere (Jes 1, 17), leert het goede te doen, want het is zeker dat wij moeten leren en onderrichten het goede te doen. Laten we bij onszelf beginnen. We leggen ons erop toe te ontdekken wat het goede is, dat we moeten nastreven, voor ieder van ons, vooral voor onze vrienden, voor iedereen. Ik ken geen betere weg om de grootheid van God te overwegen dan door te leren Hem te dienen vanuit het onzegbare en eenvoudige oogmerk dat Hij onze Vader is en wij zijn kinderen zijn.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift