Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Vrede → vrucht van de strijd.

De samenhang van het christelijk leven

Het doet me erg veel pijn als ik me realiseer dat een katholiek, een kind van God die —door het doopsel— geroepen is een andere Christus te zijn, zijn geweten in slaap sust met een louter formele vroomheid, met een 'vage godsdienstzin' die hem er toe brengt van tijd tot tijd te bidden, alleen als hij denkt, dat het hem schikt!; de heilige Mis bij te wonen op de dagen dat het verplicht is, en zelfs dan niet altijd, terwijl hij er zeer wel voor zorgt zijn maag tevreden te houden door op vaste uren te eten; te marchanderen met zijn geloof, bereid het te ruilen voor een bord linzen, om zijn maatschappelijke positie niet te verliezen… En tenslotte zich schaamteloos of ergerniswekkend als katholiek te bestempelen om hogerop te komen. Neen! Laten we niet met stempels genoegen nemen. Ik wil dat u katholiek bent van top tot teen, uit een stuk gesneden. En om dat te bereiken moet u, zonder compromissen, het juiste geestelijke voedsel zoeken.

U weet uit persoonlijke ondervinding, en u hebt het me keer op keer horen herhalen om u te wapenen tegen de ontmoediging, dat het christenleven uit beginnen en elke dag opnieuw beginnen bestaat; en in uw hart stelt u vast, zoals ik het doe in het mijne, dat we met volharding moeten strijden. Bij uw zelfonderzoek hebt u moeten waarnemen —dat gebeurt mij ook; excuseer dat ik de aandacht richt op mijn eigen persoon, maar zo met u pratend wend ik mij tot de Heer met de noden van mijn ziel— dat u herhaaldelijk kleine nederlagen moet lijden; en soms hebt u de indruk dat ze reuzegroot zijn, omdat ze een klaarblijkelijk gebrek aan liefde tonen, gebrek aan zelfovergave, aan offervaardigheid, aan fijngevoeligheid. Houdt in uzelf het verlangen naar eerherstel in stand en doe dat met een oprecht volmaakt berouw, maar raak vooral de vrede niet kwijt.

We moeten proberen in het diepst van ons hart een brandend verlangen, een groot streven om de heiligheid te bereiken, laten ontstaan, hoewel we van onszelf weten dat we zwak zijn. Weest daar niet bang voor; naarmate men voortgang maakt in het innerlijk leven ziet men zijn persoonlijke gebreken met meer scherpte. Het is namelijk zo, dat de hulp van de genade hetzelfde effect heeft als een vergrootglas; het kleinste hoopje stof, de kleine korrel zand, vrijwel onzichtbaar, ziet u erdoor met reuzenafmetingen, omdat de ziel het goddelijke onderscheidingsvermogen krijgt; de kleinste schaduw krijgt het voor elkaar het geweten, dat alleen maar tevreden is met de zuiverheid van God, te verstoren. Zeg Hem nu vanuit het diepst van uw hart: Heer, ik wil werkelijk heilig zijn, ik wil werkelijk een van uw leerlingen zijn, U waardig zijn, U onvoorwaardelijk volgen. En u moet u onmiddellijk voornemen de grote idealen, waarmee u op dit moment bezield bent, elke dag nieuw leven in te blazen.

Jezus, als we toch eens standvastig waren, wij die ons in uw Liefde verenigen! Als we er toch eens in zouden slagen die hevige verlangens die U Zelf in onze ziel oproept, om te zetten in daden! Vraag u heel regelmatig af: waartoe ben ik op aarde? En zo zult u, doordrenkt van naastenliefde, de volmaakte vervulling van uw dagelijkse taken en de zorg voor kleine zaken hervatten. We moeten ons het voorbeeld van heiligen voor ogen houden: mensen zoals wij, van vlees en bloed, met zwakheden en feilen die ze wisten te overwinnen en die zichzelf uit liefde tot God overwonnen; wij overwegen hun gedrag en wij doen —als bijtjes die uit elke bloem de lekkerste nectar halen— ons voordeel met hun strijd. U en ik, we leren ook heel wat deugden bij de mensen om ons heen te ontdekken —ze geven ons lesjes in werken, zelfopoffering, vreugde…— en we zullen niet al te lang bij hun gebreken stilstaan, tenzij het niet anders kan, om hen te helpen met een broederlijke terechtwijzing.