Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Zonde → schuld met God, belijdenis.

Misschien hebben we tot nu toe niet de aandrift gevoeld Christus' schreden van zo dichtbij te volgen. Misschien hebben we ons niet gerealiseerd dat we onze kleine onthoudingen kunnen samenvoegen met zijn verlossend offer: voor onze zonden, voor de zonden van de mensen van alle tijden, voor dat verderfelijke werk van Lucifer die maar doorgaat tegen God in opstand te komen met zijn non serviam! Hoe durven wij zonder schijnheiligheid te roepen: ?Heer, ik lijd onder de beledigingen die uw allerbeminnelijkst Hart worden aangedaan?, als we niet tot het besluit komen af te zien van een kleinigheid, of een minuscuul offer te brengen om zijn Liefde te loven? Boete —echt eerherstel— brengt ons op de weg van overgave, van liefde. Overgave om genoegdoening te geven en liefde om anderen te helpen zoals Christus juist ons geholpen heeft.

Van nu af aan, maak haast, begin met beminnen. Liefde weerhoudt ons te klagen en tegen te spreken. Want met regelmaat worden we geconfronteerd met tegenspoed, natuurlijk; maar we zeuren, zodat we niet alleen de genade van God verspelen, maar het Hem ook onmogelijk maken ons in de toekomst nog iets te vragen. Hilarem enim datorem diligit Deus (2 Kor 9, 7), God heeft immers lief wie geeft met vreugde, met de spontaneïteit die vloeit uit een verliefd hart, zonder het vertoon van iemand wiens overgave een gunst is.

De omstandigheden van die dienaar uit de parabel, de man die tienduizend talenten schuldig was (vgl. Mat 18, 24), geven een goed beeld van onze verhouding met God. Wij weten ook niet hoe wij de enorme schuld moeten betalen die we aangegaan zijn voor zoveel goddelijke goedheid en waar we de rente van onze persoonlijke zonden aan hebben toegevoegd. Ook al strijden we onverschrokken, toch slagen wij er niet in de Heer met gelijke munt terug te betalen wat Hij ons vergeven heeft. Maar de onmacht van de menselijke rechtvaardigheid wordt met de woeker van de goddelijke barmhartigheid aangevuld. Op die wijze kan Hij zijn vordering als voldaan beschouwen en geeft Hij ons onze schuldbrief terug, eenvoudigweg omdat Hij goed is en zijn barmhartigheid eeuwig (vgl. Ps 105, 1).

De parabel eindigt —dat herinnert u zich wel— met een tweede deel dat als het ware het contrapunt van het eerste is. Die dienaar, aan wie zojuist een enorme schuld was kwijtgescholden, heeft geen medelijden met een collega die hem een luttele honderd denariën schuldig was. Hier toont hij echt zijn kleinheid van hart. Strikt genomen ontzegt niemand hem het recht het zijne op te eisen. Toch is er iets in ons dat zich verzet en ons influistert, dat die onbuigzame houding niet hetzelfde is als werkelijke rechtvaardigheid. Het gaat niet aan dat iemand die, nog maar een paar tellen tevoren, met medelijden, goedgunstigheid en begrip bejegend is, niet tenminste zijn schuldenaar met een beetje geduld behandelt. U ziet dat rechtvaardigheid niet enkel en alleen bestaat in het nauwkeurig eerbiedigen van rechten en plichten, zoals rekenkundige opgaven opgelost worden met optellen en aftrekken.

Fouten en vergeving

Zo dicht is de Heer zijn schepsels genaderd, dat wij allen in ons hart hoogtehonger hebben en snakken nog hoger te komen, het goede te doen. Ik roep deze verlangens naar iets hogers juist nu in u op omdat ik u zou willen overtuigen van de zekerheid die Hij in uw ziel heeft gelegd. Als u die laat werken, zult u —daar waar u bent— als nuttig werktuig dienen, met een onverwachte doeltreffendheid. Om nu niet uit lafheid dit vertrouwen, waarmee God u vervuld heeft, te laten schieten, is het goed niet onnozel te speculeren over de moeilijkheden die u op uw levensweg zult ontmoeten.

Wij hoeven niet verbaasd te zijn. Wij slepen in onszelf —als gevolg van onze gevallen natuur— een begin van opstandigheid, van verzet tegen de genade mee. Het zijn de wonden van de erfzonde die door onze persoonlijke zonden weer gaan zweren. Maar hoe dan ook, wij zullen die tochten naar boven moeten ondernemen, die goddelijke en menselijke arbeid —die van elke dag— die altijd uitmonden in de liefde van God. Klim omhoog met nederigheid, met een rouwmoedig hart, vol vertrouwen op de hulp van God. Spreek uw beste krachten aan, alsof alles alleen van u zelf zou afhangen.

Sluit, terwijl wij strijden —een strijd die tot onze dood zal voortduren— de mogelijkheid niet uit dat de vijanden van buitenaf en van binnenuit zullen aanvallen. En alsof dat nog niet genoeg zou zijn, zullen u soms de fouten die u begaan hebt te binnen schieten, misschien wel heel veel. Als dat gebeurt —wat niet per se het geval zal zijn; het zal in elk geval geen vaste regel zijn— maak dan van die gelegenheid een motief u nog meer met de Heer te verenigen; omdat Hij, die u heeft uitverkoren als kind van God, u nooit in de steek zal laten. Hij laat de beproeving toe, opdat u meer zult beminnen en met helderder blik zijn niet aflatende bescherming zult ontdekken, zijn Liefde.

Ik blijf het zeggen, vat moed, omdat Christus, die ons vergaf aan het Kruis, zijn vergiffenis blijft aanbieden in het boetesacrament. En mocht iemand zondigen, dan hebben wij een voorspreker bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige. En Hij is de verzoening voor onze zonden, en niet alleen voor onze zonden, maar ook voor die der gehele wereld (1 Joh 2, 1­2).

Vooruit, wat er ook moge gebeuren. Houdt u stevig vast aan de arm van de Heer, en bedenk, dat God geen slagen verliest. Als u zich om welke reden dan ook van Hem hebt afgekeerd, reageert u dan met de nederigheid van het beginnen en opnieuw beginnen; doe alle dagen als de verloren zoon, doe het elke vierentwintig uur meer dan eens; met de nederigheid van het zuiveren van uw berouwvol hart in de biecht. Dat is werkelijk het wonder van Gods liefde. Door dit schitterend sacrament zuivert de Heer uw ziel en doet uw blijdschap en kracht overvloeien om niet te versagen in uw strijd en het niet moe te worden naar God terug te keren, ook al lijkt alles duister. Bovendien beschermt de Moeder van God, die ook onze Moeder is, u met de liefderijke zorg van een moeder, en zij leidt uw schreden.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift