Lijst van punten

Er zijn 12 punten in «De Weg» waarvan het onderwerp is apostelen → h. Petrus.

Maar welke middelen dan? - Dezelfde als die van Petrus en Paulus, Dominicus en Franciscus van Assisië, Ignatius en Franciscus Xaverius: Het Kruis en het Evangelie…

- Lijken deze middelen je soms onbeduidend?

Moed houden! Jíj… speelt het best klaar. - Zie eens, wat de genade van God gemaakt heeft van die slaperige en laffe Petrus die Hem verloochend had…, en van Paulus, die haatdragende en fanatieke vervolger.

Een levend en doordringend geloof. Zoals het geloof van Petrus. - Als je dat hebt, zo heeft Hij gezegd, zul je bergen verzetten en alle hindernissen opruimen, die menselijk gezien onoverwinnelijk lijken en je apostolisch werk in de weg staan.

Katholiek, Apostolisch, Rooms! - Het bevalt me dat je zo rooms bent, en dat je een bedevaart naar Rome verlangt te maken videre Petrum, om Petrus te zien.

Drink uit de klare bron van de Handelingen der Apostelen. In hoofdstuk 12 begeeft Petrus zich, door tussenkomst van engelen uit de gevangenis bevrijd, naar het huis van de moeder van Marcus. De aanwezigen willen het dienstmeisje niet geloven, dat beweert dat Petrus voor de deur staat. Angelus eius est. Het is zeker zijn engel, zeggen ze.

- Merk op, hoe vanzelfsprekend de eerste christenen omgingen met hun engelbewaarders.

- En jij?

De macht van de gehoorzaamheid! - Het meer van Genesaret wilde zijn vissen niet aan de netten van Petrus geven. Een hele nacht voor niets gezwoegd.

- Maar uit gehoorzaamheid wierp hij toch opnieuw zijn netten uit en toen ving hij piscium multitudinem copiosam - een grote hoeveelheid vissen.

- Geloof me: dit wonder herhaalt zich iedere dag.

Duc in altum. Kies het ruime sop! - Schud het pessimisme, dat je laf maakt, van je af. Et laxate retia vestra in capturam. En werp je netten uit voor de vangst.

Weet je niet dat je met Petrus kunt zeggen: In nomine tuo, laxabo rete. Jezus, in Uw naam zal ik op zoek gaan naar zielen?

Wat jou verbaasd doet staan, lijkt mij vanzelfsprekend. - God heeft jou gezocht in de uitoefening van je beroep.

Zo heeft Hij zijn eerste volgelingen gezocht: Petrus, Andreas, Johannes en Jacobus bij hun visnetten. Matteüs gezeten in zijn tolhuis…

En, wat het toppunt is, Paulus terwijl hij bezig was het christendom met wortel en al uit te roeien.

Je zou graag deze geleerde voor je apostolaat willen winnen, en die andere invloedrijke, en ook nog die ander die zo verstandig is en zulke goede eigenschappen heeft.

Bid, doe verstervingen, en probeer ze door woord en voorbeeld aan te trekken. - Zij komen niet! - Raak niet van je stuk: zij zijn blijkbaar niet nodig!

Dacht je dat Petrus geen geleerde, invloedrijke, verstandige en deugdzame tijdgenoten heeft gehad, aan wie het missiewerk van de twaalf apostelen voorbij is gegaan?

Leiders!… Sterk je wil, opdat God van jou een aanvoerder maakt. Weet je niet hoe die vervloekte geheime genootschappen te werk gaan? Nooit hebben ze de massa's voor zich gewonnen. - In hun holen leiden ze een aantal duivelsmensen op, die de menigte ophitsen en in oproer brengen, haar dol maken, om haar mee te voeren naar de afgrond van elke wanorde…, en naar de hel. - Zij dragen een vervloekt zaad.

Als je wilt…, zul jij het woord van God uitdragen, dat duizend maal gezegend is en niet kan falen. Als je edelmoedig bent…, als je meewerkt, met je persoonlijke heiliging, zul jij de heiliging van de anderen verkrijgen: zo vestig jij het rijk van Christus: Omnes cum Petro ad Jesum per Mariam. Allen met Petrus naar Jezus door Maria.

Zoals ijverige kloosterlingen zich inspannen om te weten te komen hoe de eerste leden van hun orde of congregatie leefden, om hun gedrag hierop af te stemmen, zo moet jij, christen, proberen het leven te leren kennen en na te volgen van de leerlingen van Jezus, die met Petrus en Paulus en Johannes bevriend waren en bijna getuigen waren van de dood en de verrijzenis van de Meester.

“Hebben wij soms niet het recht op onze reizen een vrouw, zuster in Jezus Christus, mee te nemen om ons bij te staan, zoals de andere apostelen doen, en de broeders van de Heer, en zelfs Petrus?”

Dit zegt St. Paulus in zijn eerste brief aan de Korintiërs. - Men mag de medewerking van de vrouw in het apostolaat niet onderschatten.