Lijst van punten

Er zijn 12 punten in «De Weg» waarvan het onderwerp is Gebed → kenmerken.

Je zoekt gezelschap van vrienden die door hun gesprekken, hun genegenheid en hun vriendschap de ballingschap van deze wereld draaglijker maken…, ofschoon je vrienden je soms verraden. - Het lijkt me niet verkeerd.

Maar… waarom zoek je niet iedere dag steeds intenser het gezelschap van, en het gesprek met de Grote Vriend die je nooit verraadt?

Hij heeft zich zó klein gemaakt - zie je wel: een Kind! - opdat je vol vertrouwen naar Hem toe zou gaan.

Je hebt me aan het lachen gemaakt met je ongeduldige bidden. - Je zei Hem: “Ik wil niet oud worden, Jezus… dan moet ik nog zo lang wachten voor ik U kan zien! Later is mijn hart misschien niet meer zo onstuimig als nu. Later lijkt mij te laat. Nu kan mijn vereniging met U inniger zijn, omdat ik U bemin met de frisse, zuivere liefde van de jeugd”.

“Minuten van stilte”. - Laat die over aan mensen met een droog hart. Wij katholieken, kinderen van God, wij spreken met onze Vader die in de hemel is.

Wees niet bang, de Heer bij zijn naam - Jezus - te noemen en Hem te zeggen dat je van Hem houdt.

Vraag Jezus niet alleen vergiffenis voor jóuw zonden; heb Hem niet alleen met jóuw hart lief… Schenk Hem genoegdoening voor alle beledigingen die Hem zijn aangedaan, nu worden aangedaan of zullen worden aangedaan… Heb Hem lief met alle kracht van alle harten van alle mensen die Hem het meest bemind hebben.

Durf: zeg Hem, dat je gekker op Hem bent dan Maria Magdalena, dan Teresia van Avila, en de kleine Teresia…, meer weg van Hem dan Augustinus, dan Dominicus en Franciscus, dan Ignatius en Franciscus Xaverius.

Durf nog meer. Wanneer je iets nodig hebt, vraag dan niet, maar zeg eenvoudig - daarbij het “Uw wil geschiede” indachtig -: “Jezus, ik wil dit of dat”, want zo vragen kinderen.

Laat je gebed mannelijk zijn. - Kind zijn wil niet zeggen slap zijn.

Je bent verstrooid onder het gebed. - Probeer de verstrooidheid te vermijden, maar maak je niet ongerust als je ondanks alles toch verstrooid blijft.

Ook in het gewone leven laten zelfs de meest verstandige kinderen zich vaak afleiden door hun omgeving en zij amuseren zich zonder acht te slaan op hetgeen hun vader hun voorhoudt. - Dat betekent nog geen tekort aan liefde of aan eerbied, maar het is de gebrekkigheid en zwakheid, die aan kinderen eigen is.

Welnu, in de ogen van God ben jij ook een kind.

Hoe goed is het, een kind te zijn! - Als een volwassene om een gunst vraagt, is het nodig dat hij bij zijn verzoek ook zijn verdiensten vermeldt.

Als degene die vraagt een kind is - de kleintjes hebben immers geen verdiensten -, is het voldoende dat hij zegt: ik ben een zoon van die en die.

O Heer! - zeg het uit de grond van je hart - ik ben… een zoon van God!

Ben je nooit getuige geweest van de dankbaarheid van kinderen? - Volg ze na en zeg in voor- en tegenspoed tot Jezus: “Hoe goed bent U! Hoe goed!…”

Deze zin, diep doorleefd, is de weg van het kind-zijn, die je voeren zal naar de vrede, waarbij lachen en huilen ieder hun deel zullen krijgen, en de Liefde alles.

Het werk mat je af; je kunt niet meer bidden. Toch ben je altijd in de tegenwoordigheid van je Vader. - Als je niet met Hem kunt spreken, kijk Hem dan minstens van tijd tot tijd aan, als een klein kind…, en Hij zal je toelachen.

Verwijzingen naar de H. Schrift