Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is liefde → vrijheid.

Hoe is de ontwikkeling van het Opus Dei buiten Spanje? Welke invloed heeft het in de Verenigde Staten, Engeland, Italië en elders?

Tot het Opus Dei behoren tegenwoordig mensen uit achtenzestig landen. Ze zijn werkzaam in alle Amerikaanse en West-Europese landen, in sommige landen van Afrika, Azië en in Australië.

De invloed van het Opus Dei in al die landen is een geestelijke invloed. Het essentiële ervan is dat wij alle mensen die in contact staan met ons Werk, proberen te helpen om hun dagelijkse leven meer naar de geest van het evangelie in te richten. De mensen zijn afkomstig uit zeer verschillende beroepen en milieus, van boeren uit de afgelegen dorpen van de Andes tot bankiers uit Wall Street. Aan hen allen laat het Opus Dei zien dat hun normale werk, of dat nu in menselijk opzicht bescheiden of briljant is, grote waarde heeft en een zeer doeltreffend middel kan zijn om aan hun liefde voor God en de mensen in voortdurende dienstbaarheid vorm te geven. Het leert hun alle mensen lief te hebben, hun vrijheid te eerbiedigen, door hun werk - in volledige autonomie en naar eigen goeddunken - onbegrip en intolerantie onder de mensen te overwinnen en zich voor een rechtvaardige maatschappij in te zetten. Dat is de enige invloed die het Opus Dei heeft, waar het ook maar actief is.

Ik wil nog even ingaan op de sociale en opvoedkundige initiatieven die het Werk als zodanig bevordert. Daarvoor geldt dat ze overal voorzien in daar aanwezige concrete, maatschappelijke behoeften. Over al die activiteiten kan ik u geen gedetailleerde gegevens verschaffen, omdat onze organisatie, zoals ik al eerder opmerkte, erg gedecentraliseerd is. Als één van de vele voorbeelden kan ik Midtown Sports and Cultural Center in Chicago noemen, dat aan de bewoners van de wijk Near West Side vormings- en sportprogramma's aanbiedt. Een belangrijk onderdeel van het werk daar bestaat erin een beter onderling begrip en een opener samenleven van de verschillende daar wonende bevolkingsgroepen te bevorderen. Interessant is ook het werk van het instituut The Heights in Washington, waar cursussen voor beroepsoriëntatie, speciale programma's voor hoogbegaafde leerlingen enzovoorts georganiseerd worden.

In Engeland zou ik kunnen wijzen op het werk van de studentenhuizen, die aan de studenten niet alleen woonruimte maar ook talrijke mogelijkheden van vorming op cultureel, menselijk en geestelijk vlak bieden. Bijzondere aandacht verdient Netherhall House in Londen om zijn internationale karakter. In dat studentenhuis hebben tot nu toe studenten uit meer dan vijftig landen gewoond. Velen ervan zijn geen christenen, want de huizen van het Opus Dei staan open voor iedereen, zonder onderscheid van ras en godsdienst.

Om niet te veel uit te weiden wil ik alleen nog het Centro Internazionale della Gioventù lavoratrice in Rome noemen. Dit centrum voor beroepsopleiding van jonge arbeiders werd door paus Johannes XXIII aan het Opus Dei toevertrouwd en net een jaar geleden door Paulus VI ingewijd.

In een bijeenkomst met studenten van de Universiteit van Navarra in mei jl. hebt u een boek beloofd over kwesties die de universiteit en het studentenleven raken. Kunt u ons zeggen of het spoedig zal verschijnen?

Ik veronderstel dat u aan een oude man van boven de zestig toestaat een beetje ijdel te zijn: ik hoop dat het boek zal verschijnen en dat docenten en studenten er iets aan zullen hebben. In elk geval zal ik er alle liefde inleggen die ik voor de universiteit heb en die ik nooit heb verloren, sinds ik er jaren geleden voor de eerste keer binnenkwam.

Misschien zal het nog wel even duren, maar het boek zal verschijnen. Bij een andere gelegenheid heb ik aan de studenten van Navarra een beeld van Maria beloofd om midden op de Campus te plaatsen. Daar zal zij de zuivere, schone liefde van jullie jeugd zegenen. Het duurde een hele tijd, maar ten slotte is het aangekomen: het beeld van Maria, Moeder van de Schone Liefde, dat de heilige Vader persoonlijk voor jullie gezegend heeft.

Over het boek moet ik u nog het volgende zeggen. Verwacht niet dat het iedereen zal bevallen. Ik zal daarin mijn persoonlijke opvattingen uiteenzetten en ik hoop dat ze door al de mensen die tegenovergestelde opvattingen hebben net zo gerespecteerd worden als ik alle meningen respecteer die anders zijn dan de mijne; en net zo als ik alle mensen respecteer die een groot en ruim hart hebben, ook al delen ze niet met mij het geloof in Christus. Mag ik hier iets vertellen, wat mij herhaaldelijk overkomt, de laatste keer nog hier in Pamplona. Een student kwam op me af om me te groeten en zei:

- Monseigneur, ik ben geen christen, ik ben mohammedaan.

- Je bent een kind van God, net als ik, antwoordde ik en sloot hem van harte in mijn armen.

Een bestendige vrede in de huiselijke kring is een van de belangrijkste dingen in een gezin. Maar het komt jammer genoeg niet zelden voor dat er binnen een gezin onenigheid is vanwege verschil in politieke of sociale opvattingen. Hoe zijn volgens u die conflicten te overwinnen?

Hier is maar een antwoord mogelijk: het met elkaar zien te vinden, elkaar begrijpen, elkaar vergeven. Het feit dat iemand anders denkt dan ik, geeft mij in het geheel niet het recht om een vijandige of zelfs maar koele of onverschillige houding tegenover hem aan te nemen. En dat zeker niet als het om kwesties gaat waarover men heel goed van mening kan verschillen. Mijn christelijk geloof verlangt van mij dat ik de naastenliefde in praktijk breng tegenover alle mensen, ook tegenover diegenen die niet de genade hebben om in Christus te geloven. En hoeveel te meer moet dan niet de naastenliefde beleefd worden tussen mensen die verenigd zijn door de banden van het bloed of door het geloof, maar die verschillend denken over zaken waarover je van mening kunt verschillen. Meer nog, omdat op deze gebieden niemand kan pretenderen de absolute waarheid te bezitten, is de liefdevolle omgang met elkaar een concreet middel om van de anderen te leren. En aan de andere kant kunnen ook de anderen, als ze willen, iets leren van die mensen met wie ze samen in het gezin leven.

Niet alleen vanuit christelijk maar ook van een algemeen menselijk standpunt uit is het niet goed te begrijpen dat er in een gezin over deze kwesties ruzie is. Als je echt de grote waarde van de vrijheid begrepen hebt en met heel je hart houdt van deze goddelijke gave voor de ziel, dan heb je ook het pluralisme lief dat de vrijheid met zich meebrengt.

Als voorbeeld kan ik er misschien op wijzen hoe die houding in praktijk gebracht wordt bij het Opus Dei, dat één grote familie is van personen die verenigd zijn door hetzelfde geestelijk doel. In alles wat geen geloofskwestie is denkt en handelt ieder er zoals hij zelf wil, met volledige persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid. Het pluralisme, dat een logisch en sociologisch uitvloeisel is van die houding, is voor het Werk echt geen probleem, maar integendeel een uiting van de goede geest. Juist omdat men niet bang is voor het pluralisme, maar omdat men dat liefheeft als een legitiem gevolg van de persoonlijke vrijheid, zijn de verschillende opvattingen onder de leden van het Opus Dei geen belemmering voor een grote genegenheid in de omgang en wederzijds begrip. Steeds weer komen wij op hetzelfde onderwerp terug: vrijheid en naastenliefde. En dat is logisch, want het leven in de vrijheid die Christus voor ons verworven heeft, en het verwezenlijken van de liefde die Hij ons als een nieuw gebod heeft nagelaten, zijn de enige doorslaggevende factoren.

Verwijzingen naar de H. Schrift