Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Jezus Christus  → zijn liefde tot de vrijheid.

In hoeverre kun je van economische of politieke doelstellingen van het Opus Dei in Spanje spreken? En kunt u deze, zo ze er zijn, nader verklaren?

Het Opus Dei heeft beslist geen economische of politieke doelstellingen, noch in Spanje, noch ergens anders. Aangespoord door de leer van Christus verdedigen de leden altijd de persoonlijke vrijheid en het recht van alle mensen op leven en werk, op verzorging bij ziekte en ouderdom, op het stichten van een gezin, op het voortbrengen van kinderen en het opvoeden van die kinderen naar hun capaciteiten en aanleg, en ten slotte het recht om als mens en staatsburger serieus genomen te worden.

Maar het Werk stelt hun geen concrete weg voor, noch op economisch, noch op politiek of cultureel terrein. Elk lid is geheel vrij om in deze kwesties naar eigen inzicht te denken en te handelen. In alle tijdelijke zaken hebben de leden van het Werk volledige vrijheid: in het Opus Dei is plaats voor mensen met alle politieke, culturele, sociale en economische opvattingen die voor een christelijk geweten toelaatbaar zijn.

Ik heb het nooit over politiek. Mijn taak als priester is uitsluitend van geestelijke aard. Bovendien ook al zou ik eens mijn mening geven over een tijdelijke zaak, dan zouden de leden van het Werk zich in het geheel niet verplicht voelen om die te delen.

De directeuren van het Werk mogen de andere leden nooit hun eigen opvatting op politiek of professioneel gebied opleggen. Zou ondanks dat een bepaald lid van het Werk zoiets willen proberen of zich van andere leden willen bedienen voor zuiver menselijke doeleinden, dan zou dat lid zonder pardon uitgestoten worden, omdat de anderen zich terecht daartegen zouden verzetten.

Ik heb nog nooit aan een lid van het Opus Dei gevraagd van welke politieke partij hij is of welke politieke overtuiging hij heeft. Ik zal er ook nooit naar vragen, want dat zou me een aanslag op zijn rechtmatige persoonlijke vrijheid lijken. En op gelijke wijze handelen allen die in het Opus Dei een leidende functie hebben. Niettemin weet ik dat er onder de leden van het Opus Dei, in Spanje net zo goed als in elk ander land, inderdaad een grote verscheidenheid van opvattingen bestaat. Ik heb er niets op tegen. Ik respecteer ze alle en zal steeds de overtuiging van ieder eerbiedigen die probeert volgens zijn geweten te handelen. Dit pluralisme is voor het Werk geen probleem. Integendeel, het is een teken van goede geest, waaruit de rechtmatige vrijheid van een ieder blijkt.

Een bestendige vrede in de huiselijke kring is een van de belangrijkste dingen in een gezin. Maar het komt jammer genoeg niet zelden voor dat er binnen een gezin onenigheid is vanwege verschil in politieke of sociale opvattingen. Hoe zijn volgens u die conflicten te overwinnen?

Hier is maar een antwoord mogelijk: het met elkaar zien te vinden, elkaar begrijpen, elkaar vergeven. Het feit dat iemand anders denkt dan ik, geeft mij in het geheel niet het recht om een vijandige of zelfs maar koele of onverschillige houding tegenover hem aan te nemen. En dat zeker niet als het om kwesties gaat waarover men heel goed van mening kan verschillen. Mijn christelijk geloof verlangt van mij dat ik de naastenliefde in praktijk breng tegenover alle mensen, ook tegenover diegenen die niet de genade hebben om in Christus te geloven. En hoeveel te meer moet dan niet de naastenliefde beleefd worden tussen mensen die verenigd zijn door de banden van het bloed of door het geloof, maar die verschillend denken over zaken waarover je van mening kunt verschillen. Meer nog, omdat op deze gebieden niemand kan pretenderen de absolute waarheid te bezitten, is de liefdevolle omgang met elkaar een concreet middel om van de anderen te leren. En aan de andere kant kunnen ook de anderen, als ze willen, iets leren van die mensen met wie ze samen in het gezin leven.

Niet alleen vanuit christelijk maar ook van een algemeen menselijk standpunt uit is het niet goed te begrijpen dat er in een gezin over deze kwesties ruzie is. Als je echt de grote waarde van de vrijheid begrepen hebt en met heel je hart houdt van deze goddelijke gave voor de ziel, dan heb je ook het pluralisme lief dat de vrijheid met zich meebrengt.

Als voorbeeld kan ik er misschien op wijzen hoe die houding in praktijk gebracht wordt bij het Opus Dei, dat één grote familie is van personen die verenigd zijn door hetzelfde geestelijk doel. In alles wat geen geloofskwestie is denkt en handelt ieder er zoals hij zelf wil, met volledige persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid. Het pluralisme, dat een logisch en sociologisch uitvloeisel is van die houding, is voor het Werk echt geen probleem, maar integendeel een uiting van de goede geest. Juist omdat men niet bang is voor het pluralisme, maar omdat men dat liefheeft als een legitiem gevolg van de persoonlijke vrijheid, zijn de verschillende opvattingen onder de leden van het Opus Dei geen belemmering voor een grote genegenheid in de omgang en wederzijds begrip. Steeds weer komen wij op hetzelfde onderwerp terug: vrijheid en naastenliefde. En dat is logisch, want het leven in de vrijheid die Christus voor ons verworven heeft, en het verwezenlijken van de liefde die Hij ons als een nieuw gebod heeft nagelaten, zijn de enige doorslaggevende factoren.