Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Wereld → rechtvaardigheid.

In hoeverre kun je van economische of politieke doelstellingen van het Opus Dei in Spanje spreken? En kunt u deze, zo ze er zijn, nader verklaren?

Het Opus Dei heeft beslist geen economische of politieke doelstellingen, noch in Spanje, noch ergens anders. Aangespoord door de leer van Christus verdedigen de leden altijd de persoonlijke vrijheid en het recht van alle mensen op leven en werk, op verzorging bij ziekte en ouderdom, op het stichten van een gezin, op het voortbrengen van kinderen en het opvoeden van die kinderen naar hun capaciteiten en aanleg, en ten slotte het recht om als mens en staatsburger serieus genomen te worden.

Maar het Werk stelt hun geen concrete weg voor, noch op economisch, noch op politiek of cultureel terrein. Elk lid is geheel vrij om in deze kwesties naar eigen inzicht te denken en te handelen. In alle tijdelijke zaken hebben de leden van het Werk volledige vrijheid: in het Opus Dei is plaats voor mensen met alle politieke, culturele, sociale en economische opvattingen die voor een christelijk geweten toelaatbaar zijn.

Ik heb het nooit over politiek. Mijn taak als priester is uitsluitend van geestelijke aard. Bovendien ook al zou ik eens mijn mening geven over een tijdelijke zaak, dan zouden de leden van het Werk zich in het geheel niet verplicht voelen om die te delen.

De directeuren van het Werk mogen de andere leden nooit hun eigen opvatting op politiek of professioneel gebied opleggen. Zou ondanks dat een bepaald lid van het Werk zoiets willen proberen of zich van andere leden willen bedienen voor zuiver menselijke doeleinden, dan zou dat lid zonder pardon uitgestoten worden, omdat de anderen zich terecht daartegen zouden verzetten.

Ik heb nog nooit aan een lid van het Opus Dei gevraagd van welke politieke partij hij is of welke politieke overtuiging hij heeft. Ik zal er ook nooit naar vragen, want dat zou me een aanslag op zijn rechtmatige persoonlijke vrijheid lijken. En op gelijke wijze handelen allen die in het Opus Dei een leidende functie hebben. Niettemin weet ik dat er onder de leden van het Opus Dei, in Spanje net zo goed als in elk ander land, inderdaad een grote verscheidenheid van opvattingen bestaat. Ik heb er niets op tegen. Ik respecteer ze alle en zal steeds de overtuiging van ieder eerbiedigen die probeert volgens zijn geweten te handelen. Dit pluralisme is voor het Werk geen probleem. Integendeel, het is een teken van goede geest, waaruit de rechtmatige vrijheid van een ieder blijkt.

Monseigneur, kunt u ons zeggen wat u als de belangrijkste taak van de universiteit beschouwt. Welke plaats komt naar uw mening aan de religieuze vorming binnen de universitaire studie toe?

Dat de universiteit een bijdrage van de eerste orde moet leveren aan de menselijke vooruitgang weet u heel goed, omdat u vol ijver als student aan deze taak meewerkt. Daar het leven van de volkeren talloze vaak zeer complexe problemen van culturele, sociale, economische en geestelijke aard met zich meebrengt, zal ook de vorming die de universiteit biedt, met al die aspecten rekening moeten houden.

Het is niet voldoende de wens te koesteren om het algemeen welzijn te dienen. De wijze waarop die wens in de praktijk omgezet kan worden is bekwame mannen en vrouwen te vormen, die op hun beurt in staat zijn de vruchten van deze vorming aan anderen door te geven.

U had een vraag over de religieuze vorming. De godsdienst is de grootste rebellie van de mens die niet als een beest wil leven, die zich niet tevreden stelt en die niet tot rust komt alvorens zijn Schepper te kennen en omgang met Hem te hebben. De studie van de godsdienst is daarom een fundamentele noodzaak. Een mens die het aan godsdienstige vorming ontbreekt is niet echt ontwikkeld. De godsdienst moet daarom ook op de universiteit zijn plaats hebben, en onderwezen worden op hoog, wetenschappelijk niveau, van goede theologie. Een universiteit waar de godsdienst ontbreekt is onvolledig, want ze miskent een essentiële dimensie van de mens die de andere dimensies niet uitsluit, maar die eraan ten grondslag ligt.

Anderzijds mag nooit de vrijheid van de gewetens geschonden worden: het godsdienstonderwijs moet vrijwillig zijn. Maar wel zal een christen die conform zijn geloof wil leven zich bewust zijn van de zware verplichting die hij heeft om op dat terrein een grondige kennis te verkrijgen. Hij heeft beslist een uitgebreide kennis van de geloofsleer nodig om zijn leven daarnaar te kunnen inrichten en om door woord en voorbeeld een getuigenis van Christus te kunnen afleggen.

Als ik bij hetzelfde onderwerp mag blijven, uit ingezonden brieven kennen wij moeders van grote gezinnen die erover klagen dat ze in het leven alleen maar de taak lijken te hebben om kinderen ter wereld te brengen. Ze vinden dat hun leven niet gevuld is, omdat ze daarnaast geen tijd overhouden voor culturele zaken of voor een beroep of voor sociale activiteiten. Welk advies zou u in zo'n geval geven?

Maar wat betekent sociale activiteit anders dan dat je er met overgave en dienstbaarheid voor anderen bent en aan hun welzijn bijdraagt? Het werk van de vrouw in haar gezin is niet alleen op zich al van sociale betekenis, maar kan zonder meer een taak worden die, sociaal gezien, een groter effect heeft dan welke andere taak ook.

Stelt u zich eens een groot gezin voor. Het werk van de moeders daar is beslist te vergelijken met - en overtreft vaak zelfs - het werk van beroepsopvoeders en leraren. Een leraar kan misschien in de loop van zijn hele leven een bepaald aantal jongens en meisjes meer of minder goed opleiden. Maar een moeder is in de gelegenheid om haar kinderen in de belangrijkste dingen van het leven een diepgaande vorming mee te geven en van hen zelf opvoeders te maken, zodat er een ononderbroken keten van verantwoordelijkheid en deugden ontstaat.

Ook hier is het makkelijk je door zuiver kwantitatieve gegevens te laten verleiden en het werk van een leraar, die duizenden personen aan zich voorbij ziet gaan, of dat van een schrijver, die zich tot vele duizenden lezers richt, veel belangrijker te vinden. Maar, goed beschouwd, hoeveel personen vormt die leraar of schrijver dan wel echt? Een moeder heeft de zorg over drie, vijf, tien of nog meer kinderen. Maar zij kan er echt meesterwerken van maken, een wonder van opvoeding, van evenwichtigheid, van begrip voor de medemens en van christelijke levensovertuiging, zodat ze zelf gelukkig worden en in staat zijn om hun medemensen doeltreffend te helpen.

Aan de andere kant spreekt het vanzelf dat de kinderen thuis meehelpen. Een moeder die haar kinderen goed weet op te voeden zal dit voor elkaar krijgen, en kan op deze wijze zelf over wat tijd beschikken. Dan zal zij in staat zijn om te doen waar ze persoonlijk belangstelling voor heeft en om haar talenten en haar cultuur te ontwikkelen. Gelukkig bestaan tegenwoordig de technische middelen die, zoals jullie goed weten, veel werk besparen als je ze doelmatig toepast en ze goed weet te gebruiken. Zoals bij alles is ook hier de persoonlijke instelling van doorslaggevende betekenis. Er zijn vrouwen die met het nieuwste type wasmachine meer tijd om te wassen nodig hebben en ook nog slechter wassen dan wanneer ze het met de hand zouden doen. Een instrument heeft pas nut als je het ook juist weet te gebruiken.

Ik weet van veel gehuwde vrouwen die veel kinderen hebben, dat ze het huishouden voorbeeldig doen en daarnaast nog de tijd vinden om bij apostolische activiteiten behulpzaam te zijn. Net zoals Aquila en Priscilla, het bekende echtpaar uit de christelijke oergemeente, die thuis en in een beroep actief waren, en die tegelijk uitstekende medewerkers van de heilige Paulus waren. Door hun woord en voorbeeld brachten ze Apollo, die later een groot prediker van de jonge Kerk werd, tot het geloof in Christus. Zoals gezegd, met goede wil zijn tenminste een aantal van de door u aangehaalde moeilijkheden te overwinnen. Want in werkelijkheid kun je, zonder welke plichten dan ook te verwaarlozen, voor veel dingen tijd vinden. Tijd om het huishouden vakkundig en zorgvuldig te doen, om voortdurend voor je medemensen beschikbaar te zijn, om je eigen ontwikkeling en die van anderen te verbreden; in het kort, tijd om de meest uiteenlopende taken effectief te vervullen.