Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Opus Dei  → organisatie en bestuur.

U hebt wel eens gezegd dat het Opus Dei een “georganiseerde desorganisatie” is. Kunt u onze lezers de betekenis van deze uitdrukking uitleggen?

Daarmee wil ik zeggen dat de persoonlijke apostolische spontaneïteit en het vrije, door eigen verantwoordelijkheid gedragen en door de Heilige Geest geïnspireerde initiatief voor ons van fundamentele en primaire betekenis zijn. Het gaat ons niet om een door en door gestructureerde organisatie, tactische richtlijnen en van boven af opgelegde plannen.

Een minimum aan organisatie is vanzelfsprekend aanwezig. Zo is er een centraal bestuur, met zijn zetel te Rome, dat steeds collegiaal functioneert, en is er per afzonderlijk land eveneens een op collegiale leest geschoeide bestuursraad die wordt voorgezeten door een consiliarius2. Maar geheel de activiteit van deze organen beperkt zich voornamelijk tot een doel: het verlenen van de noodzakelijke steun aan de leden van het Werk in hun geestelijke leven en het verschaffen van een passende geestelijke, leerstellig-religieuze en menselijke vorming. En dan: vooruit, aan de slag! Met andere woorden: christenen, heilig alle mensenwegen, want alle hebben ze het aroma van Gods voetstappen.

Op dit punt aangekomen is de taak van de vereniging als zodanig beëindigd, die taak namelijk waarvoor de leden juist aansluiting zochten bij het Werk. Dan hoeft het Opus Dei verder niets meer te doen, kan en mag geen enkele aanwijzing meer geven. Hier begint de vrije, aan de eigen verantwoordelijkheid overgelaten, persoonlijke werkzaamheid van elk lid afzonderlijk. Ieder lid handelt met apostolische spontaneïteit en absolute persoonlijke vrijheid en vormt in geweten zijn eigen, onafhankelijk oordeel bij het nemen van concrete beslissingen. Zo zal hij trachten de christelijke volmaaktheid te bereiken en een christelijk getuigenis te geven in zijn eigen omgeving, waar hij zijn beroepswerk aan het heiligen is. Als ieder in zijn eigen leven, in de omstandigheden waarin hij zich bevindt, autonoom zijn beslissingen neemt, ontstaan vanzelfsprekend tussen de leden verschillen in opvatting, aanpak en keuzes. Het resultaat ervan is die gezegende desorganisatie, dit gerechtvaardigd en noodzakelijk pluralisme dat een essentieel kenmerk is van de goede geest van het Opus Dei en dat, naar ik altijd gemeend heb, de enige juiste en passende opvatting van het apostolaat van de leken is.

Deze georganiseerde desorganisatie komt zelfs tot uiting in de gemeenschappelijke apostolaatswerken die het Opus Dei realiseert met het doel om, ook als vereniging, christelijke oplossingen aan te dragen voor de dringende maatschappelijke problemen in de diverse landen. Zulke activiteiten en initiatieven van het Werk dienen steeds een direct apostolisch doel, dat wil zeggen, het gaat om instellingen op het gebied van onderwijs, vorming, sociale steun en dergelijke. Maar omdat het onze geest is juist te stimuleren dat de initiatieven uit de basis voortkomen, en omdat de omstandigheden, noden en mogelijkheden in elk land en in elk sociaal milieu anders zijn, laat het centrale bestuur van het Werk aan de regionale besturen van ieder land - die trouwens in feite volstrekt autonoom zijn - de verantwoordelijkheid over om die concrete apostolische activiteiten te beginnen of te stimuleren, die ieder regionaal bestuur passend vindt. Dat kan gaan van universiteiten of studentenhuizen tot medische hulpposten of beroepsopleidingen voor jonge boeren. Als een logisch resultaat hebben we nu een bont en rijkgeschakeerd mozaïek van activiteiten: een organisatorisch gedesorganiseerd mozaïek.

Kunt u ons in het kort de structuur van het Opus Dei in de wereld schetsen en zijn relatie tot de Algemene Raad waarvan u in Rome de voorzitter bent?

De Algemene Raad heeft zijn zetel in Rome voor de mannelijke en de vrouwelijke afdeling, onafhankelijk van elkaar (vgl. Annuario Pontificio 1966, blz. 885 en 1226). Een analoog orgaan bestaat in elk land; de voorzitter daarvan is de consiliarius van het Opus Dei in het betreffende land1.

U moet echter niet denken aan een machtige organisatie met heel fijne vertakkingen tot in de uiterste hoeken van de aarde. Beter kunt u zich het Werk voorstellen als een ongeorganiseerde organisatie. Want de belangrijkste taak van de leiders van het Opus Dei is om alle leden door een grondige en aangepaste theologische en apostolische vorming de echte geest van het evangelie te geven, de geest van liefde, saamhorigheid en begrip, waaraan fanatisme totaal vreemd is. Verder handelt ieder in volledige persoonlijke vrijheid. Hij vormt zelfstandig zijn geweten en tracht de christelijke volmaaktheid te bereiken en zijn omgeving te heiligen door de heiliging van zijn werk, of dat nu intellectuele arbeid of handwerk is, in de diverse situaties van zijn leven en in zijn eigen huis.

Aan de andere kant is de leiding van het Werk steeds collegiaal. Wij verwerpen de tirannie, en nog meer in geestelijke zaken, waarop immers de leiding van het Opus Dei gericht is. Wij houden van pluralisme. Het tegendeel zou slechts onze doeltreffendheid verlammen: we zouden zelf niets doen en anderen niets laten doen, we zouden niet verder komen.

Hoe is het Opus Dei in Spanje georganiseerd? Hoe wordt het geleid en door wie? Neemt u zelf deel aan de leiding van de werkzaamheden van het Opus Dei in Spanje?

De taken die tot de leiding behoren worden in het Opus Dei steeds collegiaal, nooit individueel, uitgeoefend1. Wij hebben een hekel aan tirannie, want die is strijdig met de menselijke waardigheid. In ieder land afzonderlijk ligt de leiding van ons Werk in handen van een commissie, die voor het grootste deel uit leken van verschillende beroepen bestaat, en waarvan de voorzitter de consiliarius van het Opus Dei in het bewuste land is. In Spanje is tegenwoordig dr. Florencio Sánchez Bella consiliarius.

Omdat het Opus Dei een organisatie met een bovennatuurlijk en geestelijk karakter is, beperkt het bestuur zich tot het leiden of begeleiden van de apostolische taak, met uitsluiting van iedere soort van tijdelijke doelstelling. De leiding van het Opus Dei eerbiedigt niet alleen de vrijheid van de leden, maar zorgt er ook voor dat de leden zich duidelijk bewust zijn van die vrijheid. Om de christelijke volmaaktheid in hun beroepsleven te bereiken moeten de leden van het Werk geleerd hebben met hun eigen vrijheid om te gaan. Ze moeten zich dus duidelijk van Gods aanwezigheid bewust zijn, ze moeten oprecht vroom zijn en de nodige leerstellige vorming hebben. Daar ligt de belangrijkste taak van de directeuren van ons Werk; aan alle leden een diepe kennis van het christelijke geloof bij te brengen en ze de consequenties ervan te leren zien, zodat ieder dat geloof in zijn eigen leven volledig zelfstandig in praktijk kan brengen. Wel is op het strikt apostolisch terrein een zekere coördinatie nodig, maar zelfs daar beperkt de leiding zich tot het noodzakelijke minimum, om het opzetten van opvoedkundige en sociale projecten voor een daadwerkelijke christelijke dienstbaarheid mogelijk te maken.

Dezelfde principes die ik net uiteengezet heb, gelden ook voor de centrale leiding van het Werk. Ik leid het Werk niet alleen. De beslissingen worden genomen in de Algemene Raad van het Opus Dei die zijn zetel in Rome heeft en die tegenwoordig leden uit veertien landen telt. De Algemene Raad beperkt zich ertoe om de basis-richtlijnen voor het apostolaat van het Werk in de hele wereld vast te stellen en laat aan de directeuren van de afzonderlijke landen veel speelruimte voor het ontplooien van eigen initiatieven. De vrouwelijke afdeling is op analoge wijze georganiseerd. De Centrale Raad daar bestaat uit vrouwen die uit twaalf landen afkomstig zijn.

Hoe is het Opus Dei georganiseerd?

Als, zoals ik u net zei, de roeping van het Werk de mens in zijn normale leven midden in zijn werk bereikt, wordt het duidelijk dat het Opus Dei niet gebaseerd kan zijn op comités, vergaderingen, bijeenkomsten enzovoort. Tot verbazing van sommigen heb ik wel eens gezegd dat het Opus Dei in die zin een ongeorganiseerde organisatie is. De meeste leden, haast allemaal, leven zelfstandig, daar waar ze ook zouden wonen als ze geen lid waren: thuis, bij hun gezin, op hun werk.

En daar waar hij leeft, vervult ieder lid van het Werk het doel van het Opus Dei: proberen heilig te zijn door zijn leven te maken tot een dagelijks, gewoon, onopvallend zo men wil, apostolaat, dat niettemin volhardend en goddelijk doeltreffend is. Dat is het belangrijkste.

En om dat leven van heiligheid en apostolaat te voeden krijgt ieder de nodige geestelijke steun, de raad en de oriëntering van het Opus Dei, maar dat alles alleen op zuiver spiritueel gebied. Op elk ander terrein - het werk, het maatschappelijke leven enzovoort - handelt ieder zoals hij zelf wil, ook al is hij zich ervan bewust dat dat geen neutraal gebied is maar de materie die heilig maakt en geheiligd moet worden en die een middel tot apostolaat is.

Op die wijze leiden allen hun eigen leven met de daaruit voortvloeiende relaties en verplichtingen, en komen bij het Werk om geestelijke steun te ontvangen. Dit vereist een bepaalde, weliswaar erg eenvoudige, structurering: er wordt voor gezorgd dat die tot het allernoodzakelijkste beperkt blijft. Men ontvangt een religieus-theologische vorming die het hele leven duurt. Ze is gericht op een eerlijke en echte vroomheid die zich in daden uit, en op een gloeiende ijver, het gevolg van het voortdurend gebed van een beschouwend iemand en van een persoonlijk en verantwoordelijk apostolaat, waaraan elk fanatisme vreemd is.

Alle leden van het Opus Dei weten bovendien waar zij een priester van het Werk kunnen vinden om met hem de problemen van hun geweten te bespreken. Een aantal leden, erg weinig in verhouding tot het geheel, woont bij elkaar om een apostolisch project te leiden of om zich te wijden aan de geestelijke zorg voor anderen. Zij vormen een normale huishouding als een christelijk gezin en blijven werken, ieder in zijn eigen beroep.

In elk land bestaat er een regionaal bestuur dat steeds een collegiaal karakter draagt. Aan het hoofd ervan staat een consiliarius. Daarnaast bestaat er een centrale leiding waarvan de zetel zich in Rome bevindt. De leden ervan zijn uit diverse landen en beroepen afkomstig. Het Opus Dei bestaat uit twee afdelingen, een voor mannen en een voor vrouwen. Beide werken geheel onafhankelijk van elkaar en zijn slechts met elkaar verenigd in de persoon van de algemeen voorzitter1.

Ik hoop dat het duidelijk geworden is wat ongeorganiseerde organisatie betekent: het primaat van de geest boven de organisatie. De leden leven niet in een keurslijf van aanwijzingen, plannen en bijeenkomsten. Ieder staat op zich zelf, met de anderen verbonden door een gemeenschappelijke spiritualiteit en het gemeenschappelijk streven naar heiligheid en apostolaat, en probeert zijn dagelijks leven te heiligen.

Opmerkingen
2

Ten tijde van het vraaggesprek, toen het Opus Dei nog niet de door de stichter gewenste juridische vorm had ontvangen, waren deze antwoorden juist en nauwkeurig. In 1982 heeft het Opus Dei de rechtsvorm van personele prelatuur gekregen, hetgeen een aantal juridische en organisatorische aanpassingen tot gevolg heeft gehad.

Opmerkingen
1

Vgl. de noot bij nr. 19. De oprichting van het Opus Dei als personele prelatuur heeft juridisch gezien de eenheid van het Opus Dei versterkt. Duidelijk komt hierbij naar voren dat de gehele prelatuur - mannen en vrouwen, priesters en leken, gehuwden en ongehuwden - een organische en ondeelbare pastorale eenheid vormt, die haar apostolaat uitoefent door middel van een afdeling voor mannen en een voor vrouwen, onder leiding van de prelaat. Hij is het die, bijgestaan door zijn vicarissen en raden, de fundamentele eenheid van geest en jurisdictie tussen de beide afdelingen geeft en verzekert.

Verder is de enige verandering die men zou moeten invoeren in het antwoord van terminologische aard: in plaats van consiliarius zou men moeten zeggen regionaal vicaris. Alles wat mgr. Escrivá zegt over de geest waarmee in het Opus Dei leiding wordt gegeven, blijft geheel van kracht.

Opmerkingen
1

Vgl. noot bij nr. 35.

Opmerkingen
1

Vgl. de noot bij nr. 35. Vanaf de oprichting van het Opus Dei tot personele prelatuur moet men in plaats van algemeen voorzitter spreken van de prelaat. Hij is de eigen ordinaris van het Opus Dei en wordt in de uitoefening van zijn bestuurstaak bijgestaan door zijn vicarissen en raden. De prelaat wordt gekozen door het algemeen congres van het Opus Dei. Deze verkiezing vereist de bekrachtiging door de Paus, zoals de traditionele kerkrechtelijke norm is voor jurisdictieprelaten die gekozen worden door een college.