Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Nederigheid → nederigheid van de h. Maagd.

Het mysterie van het stille offer

Maar bedenk het volgende: ook al heeft God zijn moeder hoog willen verheffen, hier op aarde is haar de ervaring van het lijden, het vermoeiende van het werk en ook het moeilijke van het geloof niet bespaard gebleven. Aan de vrouw uit het volk die op een dag in lofprijzingen uitbarst en roept: Gelukkig de schoot die U gedragen heeft en de borsten die U hebben gevoed, geeft de Heer als antwoord: Veeleer gelukkig die naar het woord van God luisteren en het onderhouden (Lc 11, 27-28). Dat was een lofprijzing van zijn Moeder, van haar oprechte, toegewijde en tot de uiterste consequentie beleefde fiat, (Lc 1, 38) het geschiede, dat niet tot uiting kwam in iets spectaculairs, maar in het verborgen en stille offer van iedere dag.

Door die woorden te overwegen kunnen we de logica van God iets beter begrijpen. Het wordt ons duidelijk dat de bovennatuurlijke waarde van ons leven niet afhangt van grote daden, zoals we dat in onze fantasie weleens denken, maar van het trouw aanvaarden van de goddelijke wil, van het edelmoedig bereid zijn tot het vaak kleine offer van iedere dag.

Om goddelijk te zijn, om te vergoddelijken, moeten we om te beginnen heel menselijk zijn, moeten we in ons gewone doen en laten met de blik op God gericht leven en de schijnbaar kleine dingen heiligen. Zo heeft Maria geleefd. Zij die vol genade is, die het voorwerp van het welbehagen van God is en boven de engelen en de heiligen staat, heeft een normaal leven geleid. Zij is een schepsel zoals wij, met een hart zoals dat van ons, zij kan genieten en blij zijn, lijden en huilen. Voordat de engel Gabriël haar de wil van God bekendmaakt, weet ze niet dat ze van alle eeuwigheid was uitverkoren om de moeder van de Messias te worden. Ze ziet zichzelf als heel gering; (zie Lc 1, 48) daarom zegt zij later met grote nederigheid dat Die machtig is aan mij zijn wonderwerken deed (Lc 1, 49).

De zuiverheid, nederigheid en edelmoedigheid van Maria staan in contrast met onze ellende en ons egoïsme. Waarom zouden we dit alles overdenken, als het niet is om haar na te volgen? We zijn schepselen van God, net als zij, en als we ons best maar doen om trouw te zijn doet de Heer óók grote dingen in ons. Onze geringheid is dan geen belemmering, want God kiest wat weinig waarde heeft om de macht van zijn liefde meer te laten schitteren (zie 1 Kor 1, 27-29).

Maria navolgen

Onze Moeder is een voorbeeld van de beantwoording aan de genade en als wij haar leven overdenken zal Christus ons met zijn licht laten zien hoe wij de gewone dingen kunnen vergoddelijken. Wij christenen denken in de loop van het jaar dikwijls aan Maria wanneer we haar feesten vieren, maar ook in het dagelijks leven. We zullen steeds meer van haar leren als wij ons bij die gelegenheden afvragen met welke houding zij het werk zou doen waarmee wij bezig zijn, en uiteindelijk zullen wij op haar gaan lijken, zoals kinderen op hun moeder lijken.

Op de eerste plaats kunnen we haar navolgen in de liefde. Liefde is meer dan gevoelens, liefde moet in woorden en vooral in daden tot uiting komen. De Maagd Maria heeft niet alleen fiat gezegd, maar deze vastberaden en onherroepelijke beslissing heeft ze ook op elk moment van haar leven waargemaakt. Als we door de liefde van God geraakt worden en duidelijk zien wat Hij van ons vraagt, dan moeten ook wij beloven dat we trouw en loyaal zullen zijn, en dat dan ook echt zijn. Want niet ieder die tot Mij zegt: Heer! Heer! zal binnengaan in het Rijk der hemelen, maar hij die de wil doet van mijn Vader die in de hemel is (Mt 7, 21).

Wij moeten Maria ook navolgen in haar natuurlijke en bovennatuurlijke verfijning. Zij is een bevoorrecht schepsel in de heilsgeschiedenis omdat in haar het Woord is vlees geworden en onder ons heeft gewoond (Joh 1, 14). Ze was een fijngevoelige getuige die onopgemerkt haar weg ging; ze hield er niet van geprezen te worden, ze zocht haar eigen eer niet. Ze is aanwezig bij de mysteries van de kinderjaren van haar Zoon, mysteries die om zo te zeggen vol normaliteit zijn, maar ze verdwijnt op het uur van de grote wonderen en van de toejuichingen van de massa. Als Christus op een ezeltje gezeten als een koning wordt toegejuicht in Jeruzalem is zij niet aanwezig. Maar ze verschijnt weer naast het kruis als iedereen vlucht. Die onopvallende manier van doen wijst op haar grootheid, diepte en heiligheid.

Laten we leren van haar gehoorzaamheid aan God die een fijngevoelige combinatie was van onderworpenheid en luister. In Maria vinden we niets van de houding van de dwaze maagden, die wel gehoorzamen, maar zonder na te denken. Onze Lieve Vrouw luistert aandachtig naar wat God wil, denkt na over wat ze niet begrijpt, vraagt wat ze niet weet. Vervolgens geeft ze zich zonder reserve over aan de goddelijke wil: Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord (Lc 1, 38). Zien jullie hoe mooi dat is? Maria, die ons leert hoe we ons moeten gedragen, laat ons hier zien dat gehoorzaamheid aan God geen slaafsheid is en geen onderdrukking van het geweten: ze helpt ons om de vrijheid van de kinderen van God (zie Rom 8, 21) te ontdekken.