Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Edelmoedigheid.

Wat een vreselijk leven, dat als enige bezigheid heeft het doden van de tijd, die een schat van God is. Er bestaat geen enkel excuus om een dergelijk gedrag te rechtvaardigen. “Laat niemand zeggen: ik heb maar één talent, ik kan niets bereiken. Ook met een enkel talent kunt u op een profijtelijke manier handelen” (H. Johannes Chrysostomus, In Matthaeum homiliae, 78, 3 (PG 58, 714)). Wat een ellende als je geen voordeel trekt, geen echte winst maakt met alle vermogens, groot of klein, die God aan de mens geeft opdat deze zich ten dienste stelt van de mensen, de samenleving!

Als de christen in zijn egoïsme zich terugtrekt, zich verstopt en zijn belangstelling verliest, kortom als hij alleen maar zijn tijd doodt, dan loopt hij het risico 'zijn Hemel te doden'. Wie God liefheeft, geeft niet alleen wat hij heeft en is prijs voor de dienst aan Christus: hij geeft zichzelf. Hij ziet niet —met de neus vlak boven de grond— zijn ik in gezondheid, goede naam, loopbaan.

Ik, ik, ik…, zo denken, spreken en handelen veel mensen. Wat is dat stomvervelend! De heilige Hiëronymus geeft als zijn mening dat “wat geschreven is verontschuldigingen zoeken voor de zonde (Ps 141, 4) werkelijk door deze mensen in vervulling gaat, die luiheid en nalatigheid paren aan de zonde van hoogmoed” (H. Hiëronymus, Commentariorum in Matthaeum libri, 4, 25 (PL 26, 195)).

Het is de hoogmoed die steeds hand in hand gaat met dat ik, ik, ik… Een ondeugd die de mens verandert in een onvruchtbaar schepsel, die in hem het verlangen om voor God te werken vernietigt, die de mens zover krijgt dat hij niet weet te profiteren van zijn tijd. Verlies je doeltreffendheid niet, maar verdelg juist je egoïsme. Uw leven, is dat voor u? Uw leven is voor God, voor het welzijn van alle mensen, uit liefde tot God. Haal dat talent uit de grond! Maak het produktief. Dan zult u de vreugde smaken, dat —in deze bovennatuurlijke aangelegenheid— het er niet toe doet, dat het resultaat hier op aarde geen wonder is waar de mensen vol verbazing naar kunnen kijken. Waar het om gaat, is dat we alles wat we zijn en hebben inzetten, dat we ervoor zorgen dat het talent rendement geeft en dat we zonder ophouden ons best doen goede vruchten voort te brengen.

Misschien geeft God ons nog een jaar om Hem te dienen. Denk niet aan vijf, denk niet aan twee. Kijk alleen maar naar dit jaar: naar één, naar het jaar, dat we net begonnen zijn. Geef het prijs, begraaf het niet! Dat moet ons vaste voornemen zijn.

We bespreken hier in sneltreinvaart een paar natuurlijke deugden. Ik weet, dat er in uw gebed tot de Heer veel meer zijn bovengekomen. Ik zou nu een paar ogenblikken willen stilstaan bij een geweldige eigenschap: grootmoedigheid.

Grootmoedigheid, groot van gemoed, van geest, een ziel die open staat, met plaats voor velen. De kracht waardoor we uit onszelf kunnen treden, waardoor we iets waardevols kunnen doen, voor het welzijn van allen. In grootmoedigheid is geen spoor van enghartigheid; nog minder van krenterigheid, egoïstische berekening of zelfzuchtig geharrewar. Grootmoedigheid wijdt zonder terughoudendheid haar krachten aan wat de moeite waard is. Daardoor is ze in staat zichzelf te onderwerpen. Grootmoedigheid is niet zomaar geven: het is 'zich geven'. En zo begrijpt de mens dat het beste bewijs van grootmoedigheid is zichzelf aan God geven.