Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is arbeidzaamheid → zorgvuldigheid.

Vanaf het eerste uur

Met het Rijk der hemelen is het als met een landeigenaar die vroeg in de morgen uitging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard (Mat 20, 1). U kent het verhaal wel: die man gaat verscheidene keren naar het marktplein om arbeiders te huren. Sommigen werden al bij zonsopgang geroepen, anderen bij het vallen van de avond.

Zij krijgen allemaal een denarie: “Het loon dat ik u beloofd had, dat wil zeggen, mijn beeld en mijn gelijkenis. In de denarie is de beeltenis van de Koning geslagen” (H. Hiëronymus, Commentarium in Matthaeum libri, 3, 20 (PL 26, 147)). Zo werkt de barmhartigheid van God die ieder een roeping geeft volgens zijn eigen persoonlijke omstandigheden, omdat Hij wil dat alle mensen gered worden (1 Tim 2, 4). Wat ons betreft, wij zijn christenen, wij zijn opgevoed in het geloof, wij zijn heel duidelijk door de Heer uitverkoren. Dat is de werkelijkheid. Als u uitgenodigd wordt te antwoorden, zelfs al is het op het allerlaatste moment, kunt u dan op het marktplein blijven genieten van de zon, zoals velen van die arbeiders deden als ze tijd te over hadden?

Wij hebben geen tijd in overvloed, we hebben geen seconde te verliezen. Ik overdrijf niet: er is werk te doen; de wereld is groot en er zijn nog miljoenen zielen die de leer van Christus nog niet duidelijk hebben horen verkondigen. Ik richt me tot ieder van u. Als u tijd te veel hebt, denkt u dan eens na. Het is niet onmogelijk dat u lauw bent geworden of dat u in bovennatuurlijke zin verlamd bent. U beweegt niet meer, u kent vrucht noch opbrengst, u brengt niet al het goede tot stand waar uw omgeving, de mensen van uw werk, uw gezin, recht op hebben.

Arbeidzaamheid, vlijt

Er zijn twee natuurlijke deugden —arbeidzaamheid en vlijt— die tot één zijn terug te voeren: tot de gedrevenheid voordeel te trekken uit de talenten die iedereen van God ontvangen heeft. Het zijn deugden, omdat ze ertoe leiden de zaken tot een goed einde te brengen. Omdat de arbeid —ik preek het sinds 1928— geen vervloeking en geen straf voor de zonde is. In Genesis wordt deze realiteit vermeld voordat Adam tegen God in opstand kwam (vgl. Gen 2, 15). In de plannen van God heeft de mens altijd moeten arbeiden, om zo mee te werken aan de grandioze taak van de schepping.

Wie ijverig is, maakt goed gebruik van zijn tijd die niet alleen geld is, maar eer aan God. Hij doet wat hij moet doen en is met zijn hoofd bij wat hij doet. Niet uit routine, niet om de uren door te komen, maar als vrucht van aandachtig en rijp overleg. Daarom is hij zorgvuldig. Het Latijnse woord voor vlijt, 'diligentia', komt van het werkwoord 'diligere' en dat betekent liefhebben, waarderen, uitkiezen op grond van stipt en nauwkeurig opletten. Niet wie zich overhaast is vlijtig, maar wie met liefde en op voortreffelijke wijze zijn werk doet.

Onze Heer, volmaakt mens, koos een ambacht en hij deed dat met toewijding en gedrevenheid gedurende bijna alle jaren die Hij op deze aarde doorbracht. Hij oefende zijn beroep van handwerksman uit te midden van de andere bewoners van zijn dorp. Deze menselijke en goddelijke bezigheid toont ons aan, dat het gewone werk geen onbelangrijk detail is, maar de spil voor onze heiliging, een constante gelegenheid God te ontmoeten, Hem te loven en te eren met het werk van ons verstand en onze handen.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift