Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Opus Dei  → heiligheid in het gewone leven .

Ik ga nu verder met deze samenspraak voor het oog van God met een aantekening van jaren geleden die nog niets aan actualiteit ingeboet heeft. Ik had destijds een paar overwegingen van Teresa van Avila weer opgenomen: “Alles is niets. En minder dan niets is, wat gebeurd is en God niet welgevallig is” (H. Teresa van Avila, Het boek van haar leven, 20, 26). Begrijpt u waarom een ziel geen vrede en rust meer geniet, wanneer zij zich afwendt van haar doel, wanneer zij vergeet dat God haar geschapen heeft voor de heiligheid? Dwing uzelf deze bovennatuurlijke visie nooit los te laten, ook niet op momenten van verstrooiing en rust die in ieders leven even noodzakelijk zijn als het werken.

U kunt heel wel de top van uw beroep bereiken; u kunt dank zij uw eigen initiatief de meest klinkende successen behalen in uw werkzaamheden; maar als u de zin voor het bovennatuurlijke, die leiding moet geven aan alle menselijk handelen, verliest, bent u op een betreurenswaardige manier op de verkeerde weg.

Staat u mij een korte uitweiding toe die hier precies thuis hoort. Aan mensen die naar me toe kwamen heb ik nooit hun politieke mening gevraagd: die interesseert me niet! Met deze gedragsregel toon ik u een werkelijkheid die wezenlijk deel uitmaakt van het Opus Dei, waaraan ik me dank zij de genade en goedertierenheid van God helemaal heb toegewijd om de Heilige Kerk te dienen. Het onderwerp interesseert me niet omdat u, gelovigen, de meest volledige vrijheid geniet, met de persoonlijke verantwoordelijkheid die daarvan is afgeleid, om naar eigen goeddunken handelend op te treden in kwesties van politiek, maatschappij, cultuur, etcetera, zonder dat er andere grenzen gelden dan de grenzen gesteld door het leergezag van de Kerk. Het enige wat me, voor het heil van uw ziel, met zorg vervult, is dat u die grenzen zou overschrijden, dan zou u namelijk een tegenstelling oproepen tussen het geloof, dat u zegt te belijden, en uw daden, en ik zou u dat dan duchtig laten voelen. Het sacrosancte ontzag dat ik heb voor uw opvattingen, in de mate waarin ze u niet van God verwijderen, wordt niet begrepen door degenen die niet de ware idee van vrijheid hebben, die Christus voor ons aan het Kruis verworven heeft, qua libertate Christus nos liberavit (Gal 4, 31), en wordt niet begrepen door allerlei sectariërs. Noch door diegenen die hun tijdelijke meningen als een dogma voorschrijven. Of door degenen die de mens verlagen door de waarde te ontkennen van het geloof, dat ze ten prooi laten aan de allerergste dwalingen.

Maar laten we naar ons onderwerp terugkeren. Ik zei u zojuist al, dat zelfs al behaalt u de meest in het oog vallende successen op sociaal gebied, op het vlak van uw openbare bezigheden of in uw beroepswerkzaamheden, maar u laat uw innerlijk leven op zijn beloop en u verwijdert u van de Heer, dan bent u ronduit een mislukkeling. Voor God, en dat is wat uiteindelijk telt, behaalt hij de overwinning die vecht om zich als een authentiek christen te gedragen; er bestaat geen middenweg. Daarom kent u zoveel mensen die gemeten naar hun vanuit menselijk standpunt bekeken situatie wel erg gelukkig moeten zijn en die toch een onrustig, ontevreden bestaan leiden. Ze schijnen vreugde in overvloed te hebben, maar zodra u een beetje aan hun ziel begint te kietelen, krijgt u een wrange smaak, bitterder dan gal. Als we werkelijk proberen altijd de wil van God te doen, Hem eer te brengen, Hem te loven en zijn koninkrijk te verbreiden over alle schepselen, zal dat bij ons nooit het geval zijn.

Wij zijn geraakt, ons hart slaat over bij het aandachtig beluisteren van de uitroep van de heilige Paulus: Want dit is Gods wil, uw heiliging (1 Tess 4, 3). Ik haal het me vandaag opnieuw voor de geest, en ook u en de hele mensheid herinner ik er aan: dit is de Wil van God, dat wij heilig mogen worden.

Om de zielen te vervullen van de rust van echte vrede, om de aarde te veranderen, om in deze wereld en door de dingen van de wereld God te zoeken, is uiteindelijk de persoonlijke heiligheid een conditio sine qua non. In mijn gesprekken met mensen uit tal van landen en uit allerlei sociale milieus wordt mij vaak gevraagd: ?En wat hebt u ons, gehuwden, te zeggen, aan ons die op het land werken? Wat hebt u de weduwen te zeggen, wat de jongeren??

Ik geef consequent als antwoord, dat ik maar 'één kookpot heb'. En ik onderstreep gewoonlijk, dat onze Heer Jezus Christus het goede nieuws aan allen, zonder enig onderscheid, verkondigd heeft. Eén enkele kookpot en één enkele spijs: Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen (Joh 4, 34). Hij roept ieder individueel tot heiligheid en vraagt iedereen liefde: jongeren en grijsaards, alleenstaanden en gehuwden, gezonden en zieken, ontwikkelden en onwetenden, waar ze ook maar werken, waar ze ook maar wonen. Er is maar één manier om te groeien in vertrouwdheid en vertrouwen jegens God: met Hem omgaan in het gebed, met Hem spreken, Hem —van hart tot hart— onze genegenheid tonen.

Verwijzingen naar de H. Schrift