Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Vroomheid → oprechtheid van leven.

Richt opnieuw uw blik op uw leven en vraag vergeving voor deze kleinigheid en voor die andere die onmiddellijk door de ogen van het geweten worden waargenomen; voor het verkeerde gebruik dat u van uw tong hebt gemaakt; voor die gedachten die voortdurend om uzelf draaien; voor de instemming met die kritische geest die u op een stomme wijze bezighoudt en voor u een voortdurende bron van onrust en bezorgdheid vormt… Wat zoudt u veel gelukkiger kunnen zijn. De Heer wil dat we blij zijn, dronken van vreugde, dat wij dezelfde wegen van geluk bewandelen die Hij heeft afgelegd. Wij voelen ons alleen ongelukkig, als we hardnekkig van de weg afdwalen en ons begeven op het pad van het egoïsme en de zinnelijke begeerte; of, wat veel erger is, als we dat van de schijnheiligen inslaan.

De christen zal zich in al zijn werken echt, waarachtig en eerlijk betonen. Zijn houding zal een afstraling zijn van een bepaalde geest, de geest van Christus. Als op iemand in deze wereld de plicht rust een consequente houding en gedrag te tonen, dan is het op de christen, want hij heeft deze gave in bewaring gekregen om vrucht te doen dragen (vgl. Luc 19, 13): de waarheid die bevrijdt, die redt (vgl. Joh 8, 32). Vader, zult u me vragen, hoe bereik ik die eerlijkheid van leven? Jezus Christus heeft aan zijn Kerk alle noodzakelijke middelen nagelaten: Hij heeft ons geleerd te bidden, omgang te hebben met onze hemelse Vader; Hij heeft ons zijn Geest gezonden, de Grote Onbekende, die werkzaam is in onze ziel; Hij heeft ons die zichtbare tekenen van de genade gelaten, de sacramenten. Gebruik die. Verhevig uw godsvruchtige gewoonten. Bid elke dag. En haal nooit uw schouders weg bij de zoete last van het Kruis van de Heer.

Jezus zelf heeft u gevraagd Hem te volgen als een goed leerling, met de bedoeling dat u uw doortocht over deze wereld aflegt met het zaaien van vrede en blijdschap die de wereld niet geven kan. Daartoe —ik blijf het zeggen— moeten we op weg gaan zonder angst voor het leven en zonder angst voor de dood, zonder tot elke prijs het lijden te ontvluchten dat voor een christen altijd een middel tot loutering en een gelegenheid zijn broeders en zusters waarachtig lief te hebben is, door gebruik te maken van de duizend en een omstandigheden van het gewone dagelijkse leven.

De tijd is verstreken. Ik moet nu komen tot het laatste punt van deze overdenkingen, waarmee ik uw ziel heb willen bereiken, opdat u reageert met het maken van een paar voornemens, niet veel, maar duidelijk bepaald. Denk er aan, dat God wil dat u blij bent en dat u —als u van uw kant doet wat u kunt— gelukkig, gelukkiger, allergelukkigst zult zijn, ook al zal het Kruis nooit van u wijken. Maar dat Kruis is geen schavot meer, maar de troon van waaraf Christus heerst. Met aan zijn zijde zijn Moeder, die ook onze Moeder is. De heilige Maagd zal u de kracht verlenen die nodig is om vastbesloten in het voetspoor van haar Zoon te treden.

J@#ubilate Deo. Exsultate Deo adiutori nostro (Ps 81, 2 (Introïtus van de Mis)). Juicht God ter eer. Jubelt voor God, onze enige Sterkte. Wie dit niet begrijpt, Jezus, weet niets van liefde, zonde of ellende. Ik ben een armzalig mens en ik ken zonde, liefde en ellende. Weet u wat het is opgeheven te worden naar het hart van God? Begrijpt u dat een ziel voor het aanschijn van de Heer treedt, zijn hart voor Hem opent, Hem zijn klachten voorlegt? Ik beklaag me bijvoorbeeld als Hij jonge mensen tot Zich roept die Hem op aarde nog vele jaren hadden kunnen dienen en beminnen; omdat ik het niet begrijp. Het zijn echter verzuchtingen vol vertrouwen. Ik weet dat ik, als ik me losmaak uit de armen van God, direct zal struikelen. Daarom voeg ik er onmiddellijk, terwijl ik de plannen van de Hemel aanvaard, langzaam aan toe: Moge hij gedaan en vervuld worden, laat hij geloofd en eeuwig geprezen zijn, de allerrechtvaardigste en allerbeminnelijkste Wil van God boven alle dingen. Amen. Amen.

Dat is de wijze van doen die het evangelie ons leert, de zeer heilige spitsvondigheid en de bron van succes in de apostolische arbeid. Het is de oorsprong van onze liefde en onze vrede: de liefde en vrede van de kinderen Gods. Het is het pad waarlangs we genegenheid en hemelse rust naar de mensen kunnen doorgeven. Onze dagen zullen alleen in Liefde hun voleinding vinden als we ons werk geheiligd hebben en daarin het verborgen geluk gezocht hebben van de zaken van God. We zullen ons gedragen met de heilige schaamteloosheid van kinderen en we zullen de schaamte —de schijnheiligheid— van de volwassenen afwijzen die bang zijn naar hun Vader terug te keren, als hun het fiasco van een val overkomen is.

Ik eindig met de groet van de Heer die het evangelie ons overlevert: pax vobis. Vrede zij met u… En de leerlingen werden vervuld met vreugde bij het zien van de Heer (Joh 20, 19­20), van de Heer die ons naar de Vader voert.

Verplichtingen uit gerechtigheid jegens God en jegens de mensen

Laat het goed in onze ziel gegrift zijn, zodat het in ons gedrag te zien is: allereerst gerechtigheid jegens God. Dat is de toetssteen van het ware hongeren en dorsten naar gerechtigheid (Mat 5, 6), dat iets anders is dan het rumoer van jaloerse, verbitterde, egoïstische, vrekkige… mensen. Wie immers aan onze Schepper en Redder de erkentelijkheid onthoudt voor de overvloedige en onuitsprekelijke rijkdom die Hij ons verleent, begaat de vreeswekkendste en ondankbaarste van alle onrechtvaardigheden. U echter, als u werkelijk moeite doet rechtschapen te zijn, zult u vaak in gedachten houden hoe afhankelijk u bent van God — want, wat bezit gij dat u niet gekregen hebt? (1 Kor 4, 7). Zo zult u vervuld raken van dankbaarheid en verlangen voldoening te schenken aan een Vader die van ons houdt tot op het onbegrijpelijke af.

Dan zal de juiste geest van kinderlijke vroomheid bezit van u nemen die u met open hart naar God zal leiden. Als de schijnheiligen rondom u betwijfelen of de Heer het recht heeft zoveel te eisen, moet u zich niet van de wijs laten brengen. Integendeel, zoek de aanwezigheid van God, zonder voorbehoud, volgzaam, als leem in de hand van de pottenbakker (Jer 18, 6), en belijd Hem in onderdanige genegenheid: Deus meus et omnia, Gij zijt mijn God en mijn Al. En als u soms een keer een onverwachte slag wordt toegebracht, dan zou u met nieuwe blijdschap moeten kunnen zingen: moge de zeer rechtvaardige en beminnelijke Wil van God gedaan, vervuld, geprezen en eeuwig verheerlijkt worden boven alle dingen. Amen. Amen.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift