Lijst van punten

Er zijn 17 punten in «De Weg» waarvan het onderwerp is Nederigheid.

Wees niet zo gauw… op je teentjes getrapt. - Door het minste of geringste voel je je beledigd. - Om met jou over de kleinste onbenulligheid te praten, moet men ieder woord op een goudschaaltje leggen.

Ik hoop niet dat je kwaad wordt als ik je zeg dat je… onuitstaanbaar bent. - Zolang dat niet beter wordt, heeft niemand iets aan je.

Je mannelijke geest, rechtschapen en eenvoudig, raakt in de war als hij verwikkeld raakt in intriges en kletspraatjes, waar je geen hoogte van kunt krijgen, en waar je nooit in verzeild had willen raken. - Verdraag de vernedering, het onderwerp van roddelpraat te zijn, en leer hieruit in het vervolg meer op je woorden te letten.

God geeft de heilige zuiverheid aan wie Hem er nederig om vraagt.

Je overwint jezelf niet, je doet geen verstervingen, omdat je hoogmoedig bent. Je zegt me dat je een leven van boetedoening leidt? Vergeet niet dat hoogmoed kan samengaan met boetedoening… - Nog een argument: je droefheid na de val of na je tekort aan edelmoedigheid, is dat werkelijk verdriet of slechts ergernis, omdat je je zo klein en krachteloos ziet? - Hoe ver ben je nog van Jezus, als je niet nederig bent…, zelfs als je geselslagen iedere dag nieuwe rozen doen opbloeien!

Wat een smaak van gal en azijn, van as en aloë! Je gehemelte wordt erdoor samengetrokken en uitgedroogd. - Deze lichamelijke indruk is niets, vergeleken met de bitterheid van je ziel. - Van jou wordt namelijk “meer verlangd”, en je wilt het niet geven. - Verneder je. Zou die bittere smaak in je vlees en in je geest blijven, als je alles op alles zou zetten?

De Christus die jij ziet, is Jezus niet, maar alleen het armzalige beeld dat zich voor jouw vertroebelde ogen gevormd heeft… - Zuiver je. Verhelder je blik door nederigheid en boete. Dan… zal de klaarheid van de Liefde je niet ontbreken en je zult een volmaakte zienswijze krijgen. Het beeld dat je dan krijgt, zal werkelijk het beeld van Hem zijn!

Je naastenliefde is… verwaand. - Van verre trek je aan: je geeft licht. - Van dichtbij stoot je af: het ontbreekt je aan warmte. - Wat jammer!

Wanneer je het applaus hoort dat je met je successen oogst, herinner je dan ook het gelach dat je mislukkingen hebben uitgelokt.

Verlang niet te zijn als die vergulde windwijzer bovenop een groot gebouw: hij mag nóg zo glanzen en nóg zo hoog staan, voor de stevigheid van het gebouw is hij van geen betekenis.

- Wees veeleer als het oude steenblok, verborgen in de fundering, onder de grond, waar niemand je ziet: dan zal dank zij jou het huis niet instorten.

Wil mij, mijn Jezus, des te meer in mijn hart vernederen naarmate de mensen mij meer ophemelem. Doe mij beseffen wat ik geweest ben, en wat ik opnieuw zal zijn als U mij in de steek laat.

Vergeet niet, wat je bent…, een vuilnisemmer. - Daarom, als de goddelijke Tuinman je ter hand neemt, je schrobt en schoonmaakt en je met prachtige bloemen vult…, moeten noch de geuren noch de kleuren waarmee je lelijkheid opgesmukt wordt, je trots maken.

- Verneder je: weet je niet dat je maar een afvalemmer bent?

Wanneer je jezelf gaat zien zoals je bent, moet je het vanzelfsprekend vinden dat men je veracht.

Die hoogmoedige gedachten zou ik maar meteen opzij zetten: jij bent als het penseel in de hand van de kunstenaar. - En verder niets.

- Zeg eens: waartoe dient een penseel, als het zich niet door de schilder wil laten gebruiken?

Om nederig te worden is het voldoende, dat jij, die zo oppervlakkig en zo zelfingenomen bent, deze woorden overweegt van Jesaja: je bent “een waterdruppel of een dauwdruppel, die op de grond valt en die men amper zien kan”.

Als je geen vrede vindt in de gehoorzaamheid, dan is dat omdat je hoogmoedig bent.

Je talenten, je sympathie, je kwaliteiten… gaan verloren! Men belet je, ze tot ontplooiing te brengen. Overweeg eens goed deze woorden van een geestelijk schrijver: “Wierook, die aan God geofferd wordt, gaat niet verloren. De Heer wordt meer geëerd door het offer van je talenten dan door het ijdel gebruik ervan”.

Al onze kracht is ons geleend.

Verwijzingen naar de H. Schrift