Lijst van punten

Er zijn 4 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Kalmte.

Ondanks dat is de vrouw er soms niet zeker van of ze echt wel op de plaats is die haar toekomt en waartoe ze geroepen is. Werkt ze buitenshuis, dan ervaart ze de eisen die het gezin aan haar stelt vaak als een last, maar als ze zich helemaal aan haar gezin wijdt, voelt ze zich in haar mogelijkheden beknot. Wat hebt u aan vrouwen te zeggen die voor dat dilemma staan?

De oorzaak van dat zeer reële gevoel is vaak niet zozeer de feitelijke beperktheid waaraan wij als mens immers allemaal onderworpen zijn, maar eerder het ontbreken van duidelijk omschreven idealen, die in staat zijn om het hele leven inhoud te geven. Ofwel kan oorzaak zijn de onbewuste hoogmoed dat wij in elk opzicht en op elk gebied de besten zouden willen zijn. En als wij dan beseffen dat dat verlangen niet vervuld kan worden, ontstaat er gemakkelijk een algemene stemming van onzekerheid en angst, of zelfs van afkeer en neerslachtigheid: men kan niet alles tegelijk doen, men weet niet waar te beginnen en eigenlijk wordt niets goed aangepakt. Het is niet te verwonderen dat in zo'n situatie afgunst ontstaat en de losgeslagen fantasie haar toevlucht zoekt in ideeën, die ons steeds meer van de werkelijkheid verwijderen en die uiteindelijk de wil in slaap sussen. Het is een toestand die ik vaak was-ik-maar-mystiek genoemd heb, die uit ijdele dromen en vals idealisme bestaat: was ik maar niet getrouwd, had ik dat beroep maar niet gekozen, was ik maar gezonder of jonger, had ik maar meer tijd!

Het geneesmiddel hiervoor - veeleisend, zoals alles wat waarde heeft - is het werkelijke middelpunt van het menselijk leven zien te vinden, datgene wat aan het geheel zijn plaats, ordening en zin verleent. Dat middelpunt is de omgang met God in een echt innerlijk leven. Wie in Christus leeft, wie zijn hele leven zo kan inrichten dat het op Hem gericht is, begrijpt de zin van de aan hem toevertrouwde taak. Hij vindt een menselijk en tegelijk bovennatuurlijk ideaal en voor zijn leven openen zich nieuwe perspectieven van hoop. Dan wordt het ons mogelijk gemaakt niet alleen maar dit of dat gedeelte van ons werk op te offeren, maar bereidwillig ons hele leven over te geven en zo, paradoxaal genoeg, aan de diepste zin ervan gestalte te geven.

Het probleem dat u hier met betrekking tot de vrouw ter sprake brengt blijft niet alleen tot haar beperkt. Ook mannen hebben vaak dezelfde ervaring, al draagt die dan andere kenmerken. De wortel van dit probleem is gewoonlijk dezelfde: het ontbreken van een echt ideaal, dat alleen maar in het licht van God te vinden is.

In elk geval moet je ook kleine hulpmiddelen gebruiken, die misschien gering lijken maar het toch niet zijn. Als je veel te doen hebt is het beslist noodzakelijk te plannen en te ordenen. Veel moeilijkheden ontstaan omdat mensen nooit geleerd hebben zich aan een bepaalde orde te houden. Er zijn vrouwen die heel wat dingen doen en ze tot een goed einde brengen, omdat ze de sterkte kunnen opbrengen om zich aan een vast schema te onderwerpen. Op ieder moment hebben zij hun hoofd gehad bij dat wat ze moesten doen, zonder zenuwachtig te worden bij de gedachte aan wat later komt of wat ze eerder hadden kunnen doen. Maar andere vrouwen raken als ze zien wat ze nog allemaal moeten doen helemaal van streek en dan komt er helemaal niets uit hun handen.

Zeker zullen er altijd vrouwen zijn die zich uitsluitend aan hun gezin wijden, aan die prachtige, lonende taak, die een echt en waardevol beroep is. Met hun werkzaamheid oefenen ze vaak een veel verderstrekkende invloed uit dan veel mensen in andere beroepen, want hun positieve invloed bereikt buiten hun eigen gezin ook een grote kring van vrienden, kennissen en andere mensen met wie ze te maken hebben. En wat te zeggen van die vrouwen die daarnaast nog deze kennis en ervaring in dienst stellen van honderden personen, zoals in de centra voor de vorming van de vrouw, die mijn dochters van het Opus Dei leiden? Dan worden zij tot leraressen van nieuwe gezinnen, met meer opvoedkundige waarde, zou ik haast zeggen, dan vele hoogleraren van de universiteit.

Ik zou bij het thema gezin willen stilstaan en iets dieper ingaan op de opvoeding van de kinderen en op hun relatie met de ouders. De veranderingen die het gezin tegenwoordig ondergaat bemoeilijken in veel gevallen het wederzijdse begrip en zijn de oorzaak van het zogenoemde generatieconflict. Hoe kunnen die moeilijkheden overwonnen worden?

Het probleem is niet nieuw, al treedt het tegenwoordig misschien door de snelle ontwikkelingen binnen de maatschappij vaker en veel scherper op. Het spreekt vanzelf en het is volkomen natuurlijk dat jongeren en volwassenen verschillend over dingen denken; dat is altijd zo geweest. Het zou een verrassing zijn als een opgroeiend kind net zo zou denken als een volwassene. Wij hebben allemaal de neiging gevoeld ons te verzetten tegen de volwassenen toen we onafhankelijk begonnen te denken. Allemaal hebben we in de loop der jaren ingezien dat onze ouders in veel gevallen, die ze vanuit hun ervaring en liefde voor ons beoordeelden, gelijk hadden. Daarom is het op de eerste plaats een zaak van de ouders - zij hebben immers deze ervaring reeds gehad - om soepel en joviaal te proberen het begrip voor elkaar te vergemakkelijken en om met een intelligente liefde deze mogelijke conflicten te vermijden.

Ik geef de ouders steeds het advies om te proberen echte vrienden van hun kinderen te worden. De voor de opvoeding noodzakelijke ouderlijke autoriteit is beslist te combineren met een echte vriendschap, die vereist dat men zich op de een of andere manier op hetzelfde niveau van de kinderen weet te verplaatsen. Kinderen, al zijn ze nog zo opstandig en eigenzinnig, verlangen eigenlijk altijd naar een open, broederlijke verhouding met hun ouders. De sleutel daarvan ligt in het wederzijds vertrouwen. Dat veronderstelt dat ouders hun kinderen in een klimaat van oprechtheid weten op te voeden en bij hen nooit de indruk wekken hen te wantrouwen; dat ze hun kinderen geleidelijk aan vrij laten en ze leren hun vrijheid met eigen verantwoordelijkheid te gebruiken. Het is beter dat ouders zich een keer laten bedriegen dan dat ze wantrouwen tonen. Het vertrouwen dat men in hen stelt, zorgt ervoor dat kinderen zelf zich schamen wanneer ze dat vertrouwen misbruikt hebben, en zij zullen zich beteren. Maar laat je ze niet vrij en voelen ze dat ze gewantrouwd worden, dan betekent dat voor hen een voortdurende aansporing om niet eerlijk te zijn.

Deze vriendschap waarover ik spreek, dit zich weten te verplaatsen op het niveau van de kinderen, waardoor het vertrouwelijk gesprek over hun kleine problemen vergemakkelijkt wordt, maakt het bovendien mogelijk - en dat lijkt mij van grote betekenis - dat ouders zelf aan hun kinderen geleidelijk aan de oorsprong van het leven uiteenzetten, zich daarbij aanpassen aan hun mentaliteit en bevattingsvermogen en steeds enigszins vooruitlopend op hun natuurlijke nieuwsgierigheid. Je moet voorkomen dat kinderen achter deze materie iets slechts gaan zoeken, dat ze wat op zich edel en heilig is, leren kennen door de smerige opmerkingen van een vriend of vriendin. Hier ligt voor de ouders een gunstige gelegenheid om de vriendschappelijke vertrouwensrelatie met hun kinderen te versterken, en om bij het ontwaken van het zedelijke besef een vervreemding te voorkomen.

Ouders moeten jong van hart zien te blijven, dan zal het voor hen makkelijker zijn om sympathiek te staan tegenover dat wat de jeugd echt bezielt, en zelfs tegenover hun eigenzinnigheden. Het leven verandert en er zijn veel nieuwe dingen die ons misschien niet bevallen. Het is mogelijk dat veel ervan ook helemaal niet beter is dan het oude, maar dat wil niet zeggen dat het slecht is. Het is niets anders dan een uiting van een levensstijl en heeft verder niet veel te betekenen. Vaak ontstaan conflicten alleen maar omdat kleinigheden veel te tragisch genomen worden, waar je met een wat ruimere blik en wat meer zin voor humor best overheen had kunnen stappen.

Maar niet alles hangt van de ouders af. Ook kinderen moeten hun bijdrage leveren. De jeugd is altijd in staat geweest om geestdrift te hebben voor hoge idealen, voor alles wat groot en echt is. Je zou ze moeten helpen om de eenvoudige, in het dagelijkse leven zo vanzelfsprekend gevonden schoonheid van het leven van hun ouders te ontdekken en om ze, zonder ze ermee te vervelen, de ogen te openen voor het feit dat het welzijn van het gezin in veel gevallen een heldhaftige toewijding en zelfverloochening van hun ouders vergt. Kinderen moeten ook leren hun situatie niet te dramatiseren en niet de rol van het onbegrepen slachtoffer te spelen. Ten slotte mogen ze niet vergeten dat ze steeds bij hun ouders in het krijt zullen staan en dat ze op zijn minst met verering en met een kinderlijke, dankbare liefde zouden moeten reageren.

Maar laten we eerlijk zijn, normaal is het zo dat het gezin eensgezind is. Ongetwijfeld komen er wrijvingen en meningsverschillen voor, maar dat is logisch en geeft zelfs een pittige smaak aan ons dagelijkse leven. Die onbenulligheden verdwijnen mettertijd en wat duurzaam overblijft is een echte, ongeveinsde, onbaatzuchtige liefde, die ertoe leidt dat mensen zorg hebben voor elkaar, en dat ze de moeilijkheden van een ander zien en op een fijngevoelige wijze tot een oplossing brengen. En juist omdat dit allemaal het normale is, begrijpen mensen heel goed waarom ik - al sinds de jaren twintig - het vierde gebod het allerzoetste gebod noem.

Naast de eventuele moeilijkheden tussen ouders en kinderen komen ook regelmatig ruzies voor tussen de echtgenoten, die soms de vrede in het gezin ernstig in gevaar brengen. Welk advies zou u echtgenoten in zo'n geval geven?

Dat ze van elkaar houden en beseffen dat er hun hele leven ruzies en moeilijkheden zullen zijn, die echter, indien opgelost op natuurlijke wijze, de liefde meer diepgang zullen geven.

Ieder van ons heeft zijn eigen karakter, zijn persoonlijke smaak, zijn humeur - soms slecht - en zijn fouten. Maar elk mens heeft ook zijn aangename kanten die hem sympathiek en beminnenswaardig maken. Het leven met anderen wordt mogelijk als ieder maar moeite doet de eigen fouten te verbeteren en over de fouten van anderen heen te stappen, in één woord, als er liefde is. Want de liefde overwint alles wat op valse wijze een aanleiding voor vervreemding of scheiding zou kunnen zijn. Maar als je daarentegen de kleine tegenstellingen opblaast en elkaar fouten en vergissingen verwijt, is het met de vrede afgelopen en is het gevaar groot dat de liefde verdwijnt.

De echtgenoten bezitten een bijzondere genade van staat, de genade van het sacrament van het huwelijk, die hen in staat stelt om alle natuurlijke en christelijke deugden te verwerven, die voor het leven met elkaar nodig zijn: wederzijds begrip, goed humeur, geduld, vergeving en fijngevoeligheid in de omgang met elkaar. Belangrijk is dat ze zich niet laten gaan en dat ze niet toelaten dat de zenuwen, de trots of persoonlijke manieën gaan overheersen. Om dat te bereiken moeten de echtgenoten in hun innerlijk leven groeien en van het heilig Huisgezin leren met fijnheid, om menselijke en tegelijk bovennatuurlijke redenen, de deugden van een christelijk gezin in praktijk te brengen. De genade van God, herhaal ik, zal hun daarbij niet ontbreken.

Als iemand zegt dat hij dit of dat niet kan verdragen, dat het hem niet lukt te zwijgen, dan is zo iemand aan het overdrijven om zich te rechtvaardigen. Men moet God de kracht vragen om de eigen grillen de baas te blijven en de nodige zelfbeheersing te krijgen. Want het gevaarlijke van boosheid is dat je je zelfbeheersing verliest en dat woorden dan bitter en beledigend worden en dat je zo, zonder het eigenlijk te willen, kwetst en echt schade aanricht.

In het huwelijk moet je leren zwijgen, afwachten en de dingen op een positieve, optimistische wijze ter sprake brengen. Als manlief zich opwindt, is voor zijn vrouw het ogenblik gekomen om bijzonder geduldig te zijn, tot hij weer kalm geworden is; en omgekeerd. Als ze alle twee van elkaar houden en oprecht ernaar streven hun liefde te laten groeien, zal het niet vaak gebeuren dat ze zich alle twee op hetzelfde moment door hun slechte humeur laten beheersen.

En nog iets belangrijks: we moeten ons aanleren te denken dat we nooit helemaal gelijk hebben. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het in zaken waarover je gewoonlijk van mening kunt verschillen, zo is dat je waarschijnlijk minder gelijk hebt naarmate je er meer op staat helemaal gelijk te hebben. Wie daarvan uitgaat heeft er minder moeite mee om zijn houding te corrigeren en, als het nodig is, excuses aan te bieden, wat altijd de beste manier is om aan een ruzie een eind te maken en om weer in liefde vrede te sluiten. Ik zou jullie niet willen aansporen om ruzie te maken, maar het is helemaal niet vreemd als we eens een woordenwisseling met iemand hebben, en juist met de mensen van wie we het meest houden en met wie we altijd te maken hebben. Zolang je ervoor zorgt dat het maar niet al te vaak gebeurt zijn die echtelijke ruzies geen bewijs dat er gebrek aan liefde is; integendeel, ze kunnen er zelfs toe bijdragen dat de liefde dieper wordt.

En ten slotte nog dit advies: ouders moeten nooit ruzie maken in tegenwoordigheid van hun kinderen. Een woord, een blik of een gebaar zou al voldoende moeten zijn om er elkaar op tijd aan te herinneren. Is een woordenwisseling niet te vermijden, dan zullen ze later de gelegenheid hebben om, als ze kalmer geworden zijn, erover te kibbelen. De sfeer in het gezin moet gekenmerkt zijn door echtelijke vrede, want dat is de noodzakelijke voorwaarde voor een diepe en degelijke opvoeding. De kinderen moeten in hun ouders een voorbeeld van toewijding, oprechte liefde, wederzijdse steun en begrip zien. Het mag niet zover komen dat onbelangrijke ruzietjes van elke dag de kinderen de realiteit van de ouderlijke liefde doen vergeten, die in staat is om alle moeilijkheden te overwinnen.

Soms nemen we onszelf veel te serieus. Ieder maakt zich wel eens kwaad, soms terecht, andere keren omdat de geest van versterving ontbreekt. Het belangrijkste is met een glimlach te laten zien dat door kwaadheid de genegenheid helemaal niet veranderd is en dat de goede verstandhouding in het gezin weer hersteld is. In één woord, de echtgenoten moeten hun kinderen en elkaar liefhebben, want op die wijze hebben ze God lief.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift