Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is apostolaat → missie van alle christenen.

We zouden dit interview willen beginnen met een kwestie, die door tallozen op zeer verschillende wijze geïnterpreteerd wordt, de kwestie namelijk van het aggiornamento. Wat is naar uw mening de juiste betekenis van dit woord, en wel in zijn betrekking tot het leven van de Kerk?

Trouw. Voor mij betekent aggiornamento in eerste instantie: trouw. Een man is een beter echtgenoot, bestuurder of soldaat naarmate hij zich op ieder moment, in de meest uiteenlopende situaties van het leven, met meer trouw wijdt aan de eens op zich genomen verplichtingen van liefde en rechtvaardigheid. Deze fijngevoelige, in daden omgezette en voortdurende trouw kost moeite, zoals iedere toepassing van principes op de veranderlijke realiteit van het voorbijgaande moeilijk is. Maar daarom is trouw het beste verweer van de mens tegen geestelijke ouderdom, de dorheid van het hart en mentale verstarring. Hetzelfde geldt voor het leven van instellingen, en heel in het bijzonder voor het leven van de Kerk, waaraan immers niet beperkte menselijke planning, maar Gods raadsbesluit ten grondslag ligt. De verlossing, het heil van de wereld, is de vrucht van de liefdevolle en kinderlijke trouw van Jezus Christus - en met Hem ook van ons - aan de wil van zijn hemelse Vader, die Hem gezonden heeft. Daarom betekent het aggiornamento van de Kerk vandaag de dag - zoals trouwens in elke andere periode van de geschiedenis eigenlijk niets anders dan een hernieuwde en vreugdevolle bevestiging van de trouw van het volk Gods aan de zending die het gekregen heeft, aan het Evangelie.

Natuurlijk kan deze trouw - levend en actueel voor alle levensomstandigheden van de mensen - passende leerstellige ontwikkelingen in het uiteenzetten van de geloofsschat, het depositum fidei, vereisen. Hetzelfde geldt voor de wijzigingen en hervormingen die de organisatorische structuren en de missie- en apostolaatsmethoden, wat hun menselijk element betreft voor verbetering vatbaar, vervolmaken. Dit alles is inderdaad in de tweeduizend jaar oude geschiedenis van de Kerk vaak het geval geweest en juist ook nu weer op het Tweede Vaticaans Concilie. Maar het zou op zijn minst oppervlakkig zijn te denken dat het aggiornamento op de eerste plaats verandering betekent, of dat elke verandering reeds aggiornamento is. Ik volsta hier met eraan te herinneren dat enige mensen, buiten de leer van het concilie om en er zelfs tegen in, het liefst veranderingen zouden ingevoerd zien die het volk Gods op zijn weg vooruit, naar de toekomst, zouden doen omkeren en terugbrengen naar de situatie van de feodale Middeleeuwen.

Volgens de leer van het Concilie hebben de leken zowel in de Kerk als in de wereld een taak te vervullen. Vaak wordt dit niet helemaal juist begrepen en beperkt men zich tot het eerste of tot het tweede gebied. Hoe zou u uiteenzetten wat de opdracht is die de leken in de Kerk hebben en wat hun opdracht is in deze wereld?

Ik ben geenszins van mening, om twee verschillende taken gaat. En dit, omdat specifieke aandeel van de leek de zending juist bestaat de heiliging ab intra - binnenuit, dus onmiddellijk, direct - van de aardse realiteiten, de tijdelijke orde, de wereld.

Behalve deze eigen en specifieke taak hebben de leken - net als de priesters en religieuzen - een reeks bevoegdheden, rechten en plichten die samenhangen met hun juridische hoedanigheid als gelovige en die logischerwijs alleen binnen de kerkelijke gemeenschap verwerkelijkt kunnen worden: het actief deelnemen aan de liturgie van de Kerk, de mogelijkheid om rechtstreeks aan het eigen apostolaat van de hiërarchie mee te werken of deze in haar pastorale taak te adviseren als een verzoek daartoe gedaan wordt enzovoort.

De specifieke taak die hem in zijn hoedanigheid van leek toekomt, en de algemene taak die hem als gelovige toekomt, zijn echter niet tegengesteld aan elkaar en sluiten elkaar ook niet uit. Het is veeleer zo dat de ene de basis vormt voor de andere en dat beide elkaar aanvullen. Slechts de aandacht richten op de specifieke zending van de leek zonder tegelijk rekening te houden met zijn hoedanigheid van gelovige zou net zo dwaas zijn als zich een bloeiende tak voor te stellen die bij geen enkele boom hoort. Ziet men het specifieke, eigene en bijzondere van de leek over het hoofd of begrijpt men niet voldoende de kenmerken van deze apostolische taken midden in de wereld en de kerkelijke waarde ervan, dan zou de boom van de Kerk met zijn wijd uitstaande en uitnodigende takken gereduceerd worden tot een monstrueuze, kale stam.

Sommige lezers van uw boek De Weg verbazen zich over wat in punt 28 staat: “Het huwelijk is voor het voetvolk van Christus' leger, maar niet voor de staf”. Wordt daardoor het huwelijk niet ondergewaardeerd, wat dan in strijd zou zijn met de wens van het Opus Dei om in de levende realiteit van de moderne wereld aanwezig te zijn?

Ik raad u aan het voorgaande punt in De Weg te lezen. Daar staat dat het huwelijk een goddelijke roeping is. Zo'n uitspraak kon je omstreeks 1935 niet vaak horen. Uit de conclusie die u net meende te kunnen trekken blijkt dat u mijn woorden niet juist begrepen hebt. Met dat beeld wilde ik precies dat tot uitdrukking brengen wat de Kerk steeds heeft geleerd over de voortreffelijkheid en de bovennatuurlijke waarde van het apostolische celibaat. En tevens alle christenen eraan herinneren dat ze zich, in woorden van de heilige Paulus, als milites Christi, als strijders voor Christus moeten voelen. Want als leden van het Volk Gods voeren ze op aarde een goddelijke strijd voor begrip, vrede en heiligheid. Over de hele wereld zijn er duizenden echtparen die tot het Opus Dei behoren of volgens zijn geest leven. Zij weten heel goed dat een soldaat een onderscheiding kan verdienen in dezelfde veldslag waarin de generaal laf de vlucht genomen heeft.