Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Opvoeding → van de kinderen.

Als ik bij hetzelfde onderwerp mag blijven, uit ingezonden brieven kennen wij moeders van grote gezinnen die erover klagen dat ze in het leven alleen maar de taak lijken te hebben om kinderen ter wereld te brengen. Ze vinden dat hun leven niet gevuld is, omdat ze daarnaast geen tijd overhouden voor culturele zaken of voor een beroep of voor sociale activiteiten. Welk advies zou u in zo'n geval geven?

Maar wat betekent sociale activiteit anders dan dat je er met overgave en dienstbaarheid voor anderen bent en aan hun welzijn bijdraagt? Het werk van de vrouw in haar gezin is niet alleen op zich al van sociale betekenis, maar kan zonder meer een taak worden die, sociaal gezien, een groter effect heeft dan welke andere taak ook.

Stelt u zich eens een groot gezin voor. Het werk van de moeders daar is beslist te vergelijken met - en overtreft vaak zelfs - het werk van beroepsopvoeders en leraren. Een leraar kan misschien in de loop van zijn hele leven een bepaald aantal jongens en meisjes meer of minder goed opleiden. Maar een moeder is in de gelegenheid om haar kinderen in de belangrijkste dingen van het leven een diepgaande vorming mee te geven en van hen zelf opvoeders te maken, zodat er een ononderbroken keten van verantwoordelijkheid en deugden ontstaat.

Ook hier is het makkelijk je door zuiver kwantitatieve gegevens te laten verleiden en het werk van een leraar, die duizenden personen aan zich voorbij ziet gaan, of dat van een schrijver, die zich tot vele duizenden lezers richt, veel belangrijker te vinden. Maar, goed beschouwd, hoeveel personen vormt die leraar of schrijver dan wel echt? Een moeder heeft de zorg over drie, vijf, tien of nog meer kinderen. Maar zij kan er echt meesterwerken van maken, een wonder van opvoeding, van evenwichtigheid, van begrip voor de medemens en van christelijke levensovertuiging, zodat ze zelf gelukkig worden en in staat zijn om hun medemensen doeltreffend te helpen.

Aan de andere kant spreekt het vanzelf dat de kinderen thuis meehelpen. Een moeder die haar kinderen goed weet op te voeden zal dit voor elkaar krijgen, en kan op deze wijze zelf over wat tijd beschikken. Dan zal zij in staat zijn om te doen waar ze persoonlijk belangstelling voor heeft en om haar talenten en haar cultuur te ontwikkelen. Gelukkig bestaan tegenwoordig de technische middelen die, zoals jullie goed weten, veel werk besparen als je ze doelmatig toepast en ze goed weet te gebruiken. Zoals bij alles is ook hier de persoonlijke instelling van doorslaggevende betekenis. Er zijn vrouwen die met het nieuwste type wasmachine meer tijd om te wassen nodig hebben en ook nog slechter wassen dan wanneer ze het met de hand zouden doen. Een instrument heeft pas nut als je het ook juist weet te gebruiken.

Ik weet van veel gehuwde vrouwen die veel kinderen hebben, dat ze het huishouden voorbeeldig doen en daarnaast nog de tijd vinden om bij apostolische activiteiten behulpzaam te zijn. Net zoals Aquila en Priscilla, het bekende echtpaar uit de christelijke oergemeente, die thuis en in een beroep actief waren, en die tegelijk uitstekende medewerkers van de heilige Paulus waren. Door hun woord en voorbeeld brachten ze Apollo, die later een groot prediker van de jonge Kerk werd, tot het geloof in Christus. Zoals gezegd, met goede wil zijn tenminste een aantal van de door u aangehaalde moeilijkheden te overwinnen. Want in werkelijkheid kun je, zonder welke plichten dan ook te verwaarlozen, voor veel dingen tijd vinden. Tijd om het huishouden vakkundig en zorgvuldig te doen, om voortdurend voor je medemensen beschikbaar te zijn, om je eigen ontwikkeling en die van anderen te verbreden; in het kort, tijd om de meest uiteenlopende taken effectief te vervullen.

Ik zou bij het thema gezin willen stilstaan en iets dieper ingaan op de opvoeding van de kinderen en op hun relatie met de ouders. De veranderingen die het gezin tegenwoordig ondergaat bemoeilijken in veel gevallen het wederzijdse begrip en zijn de oorzaak van het zogenoemde generatieconflict. Hoe kunnen die moeilijkheden overwonnen worden?

Het probleem is niet nieuw, al treedt het tegenwoordig misschien door de snelle ontwikkelingen binnen de maatschappij vaker en veel scherper op. Het spreekt vanzelf en het is volkomen natuurlijk dat jongeren en volwassenen verschillend over dingen denken; dat is altijd zo geweest. Het zou een verrassing zijn als een opgroeiend kind net zo zou denken als een volwassene. Wij hebben allemaal de neiging gevoeld ons te verzetten tegen de volwassenen toen we onafhankelijk begonnen te denken. Allemaal hebben we in de loop der jaren ingezien dat onze ouders in veel gevallen, die ze vanuit hun ervaring en liefde voor ons beoordeelden, gelijk hadden. Daarom is het op de eerste plaats een zaak van de ouders - zij hebben immers deze ervaring reeds gehad - om soepel en joviaal te proberen het begrip voor elkaar te vergemakkelijken en om met een intelligente liefde deze mogelijke conflicten te vermijden.

Ik geef de ouders steeds het advies om te proberen echte vrienden van hun kinderen te worden. De voor de opvoeding noodzakelijke ouderlijke autoriteit is beslist te combineren met een echte vriendschap, die vereist dat men zich op de een of andere manier op hetzelfde niveau van de kinderen weet te verplaatsen. Kinderen, al zijn ze nog zo opstandig en eigenzinnig, verlangen eigenlijk altijd naar een open, broederlijke verhouding met hun ouders. De sleutel daarvan ligt in het wederzijds vertrouwen. Dat veronderstelt dat ouders hun kinderen in een klimaat van oprechtheid weten op te voeden en bij hen nooit de indruk wekken hen te wantrouwen; dat ze hun kinderen geleidelijk aan vrij laten en ze leren hun vrijheid met eigen verantwoordelijkheid te gebruiken. Het is beter dat ouders zich een keer laten bedriegen dan dat ze wantrouwen tonen. Het vertrouwen dat men in hen stelt, zorgt ervoor dat kinderen zelf zich schamen wanneer ze dat vertrouwen misbruikt hebben, en zij zullen zich beteren. Maar laat je ze niet vrij en voelen ze dat ze gewantrouwd worden, dan betekent dat voor hen een voortdurende aansporing om niet eerlijk te zijn.

Deze vriendschap waarover ik spreek, dit zich weten te verplaatsen op het niveau van de kinderen, waardoor het vertrouwelijk gesprek over hun kleine problemen vergemakkelijkt wordt, maakt het bovendien mogelijk - en dat lijkt mij van grote betekenis - dat ouders zelf aan hun kinderen geleidelijk aan de oorsprong van het leven uiteenzetten, zich daarbij aanpassen aan hun mentaliteit en bevattingsvermogen en steeds enigszins vooruitlopend op hun natuurlijke nieuwsgierigheid. Je moet voorkomen dat kinderen achter deze materie iets slechts gaan zoeken, dat ze wat op zich edel en heilig is, leren kennen door de smerige opmerkingen van een vriend of vriendin. Hier ligt voor de ouders een gunstige gelegenheid om de vriendschappelijke vertrouwensrelatie met hun kinderen te versterken, en om bij het ontwaken van het zedelijke besef een vervreemding te voorkomen.

Ouders moeten jong van hart zien te blijven, dan zal het voor hen makkelijker zijn om sympathiek te staan tegenover dat wat de jeugd echt bezielt, en zelfs tegenover hun eigenzinnigheden. Het leven verandert en er zijn veel nieuwe dingen die ons misschien niet bevallen. Het is mogelijk dat veel ervan ook helemaal niet beter is dan het oude, maar dat wil niet zeggen dat het slecht is. Het is niets anders dan een uiting van een levensstijl en heeft verder niet veel te betekenen. Vaak ontstaan conflicten alleen maar omdat kleinigheden veel te tragisch genomen worden, waar je met een wat ruimere blik en wat meer zin voor humor best overheen had kunnen stappen.

Maar niet alles hangt van de ouders af. Ook kinderen moeten hun bijdrage leveren. De jeugd is altijd in staat geweest om geestdrift te hebben voor hoge idealen, voor alles wat groot en echt is. Je zou ze moeten helpen om de eenvoudige, in het dagelijkse leven zo vanzelfsprekend gevonden schoonheid van het leven van hun ouders te ontdekken en om ze, zonder ze ermee te vervelen, de ogen te openen voor het feit dat het welzijn van het gezin in veel gevallen een heldhaftige toewijding en zelfverloochening van hun ouders vergt. Kinderen moeten ook leren hun situatie niet te dramatiseren en niet de rol van het onbegrepen slachtoffer te spelen. Ten slotte mogen ze niet vergeten dat ze steeds bij hun ouders in het krijt zullen staan en dat ze op zijn minst met verering en met een kinderlijke, dankbare liefde zouden moeten reageren.

Maar laten we eerlijk zijn, normaal is het zo dat het gezin eensgezind is. Ongetwijfeld komen er wrijvingen en meningsverschillen voor, maar dat is logisch en geeft zelfs een pittige smaak aan ons dagelijkse leven. Die onbenulligheden verdwijnen mettertijd en wat duurzaam overblijft is een echte, ongeveinsde, onbaatzuchtige liefde, die ertoe leidt dat mensen zorg hebben voor elkaar, en dat ze de moeilijkheden van een ander zien en op een fijngevoelige wijze tot een oplossing brengen. En juist omdat dit allemaal het normale is, begrijpen mensen heel goed waarom ik - al sinds de jaren twintig - het vierde gebod het allerzoetste gebod noem.

Naast de eventuele moeilijkheden tussen ouders en kinderen komen ook regelmatig ruzies voor tussen de echtgenoten, die soms de vrede in het gezin ernstig in gevaar brengen. Welk advies zou u echtgenoten in zo'n geval geven?

Dat ze van elkaar houden en beseffen dat er hun hele leven ruzies en moeilijkheden zullen zijn, die echter, indien opgelost op natuurlijke wijze, de liefde meer diepgang zullen geven.

Ieder van ons heeft zijn eigen karakter, zijn persoonlijke smaak, zijn humeur - soms slecht - en zijn fouten. Maar elk mens heeft ook zijn aangename kanten die hem sympathiek en beminnenswaardig maken. Het leven met anderen wordt mogelijk als ieder maar moeite doet de eigen fouten te verbeteren en over de fouten van anderen heen te stappen, in één woord, als er liefde is. Want de liefde overwint alles wat op valse wijze een aanleiding voor vervreemding of scheiding zou kunnen zijn. Maar als je daarentegen de kleine tegenstellingen opblaast en elkaar fouten en vergissingen verwijt, is het met de vrede afgelopen en is het gevaar groot dat de liefde verdwijnt.

De echtgenoten bezitten een bijzondere genade van staat, de genade van het sacrament van het huwelijk, die hen in staat stelt om alle natuurlijke en christelijke deugden te verwerven, die voor het leven met elkaar nodig zijn: wederzijds begrip, goed humeur, geduld, vergeving en fijngevoeligheid in de omgang met elkaar. Belangrijk is dat ze zich niet laten gaan en dat ze niet toelaten dat de zenuwen, de trots of persoonlijke manieën gaan overheersen. Om dat te bereiken moeten de echtgenoten in hun innerlijk leven groeien en van het heilig Huisgezin leren met fijnheid, om menselijke en tegelijk bovennatuurlijke redenen, de deugden van een christelijk gezin in praktijk te brengen. De genade van God, herhaal ik, zal hun daarbij niet ontbreken.

Als iemand zegt dat hij dit of dat niet kan verdragen, dat het hem niet lukt te zwijgen, dan is zo iemand aan het overdrijven om zich te rechtvaardigen. Men moet God de kracht vragen om de eigen grillen de baas te blijven en de nodige zelfbeheersing te krijgen. Want het gevaarlijke van boosheid is dat je je zelfbeheersing verliest en dat woorden dan bitter en beledigend worden en dat je zo, zonder het eigenlijk te willen, kwetst en echt schade aanricht.

In het huwelijk moet je leren zwijgen, afwachten en de dingen op een positieve, optimistische wijze ter sprake brengen. Als manlief zich opwindt, is voor zijn vrouw het ogenblik gekomen om bijzonder geduldig te zijn, tot hij weer kalm geworden is; en omgekeerd. Als ze alle twee van elkaar houden en oprecht ernaar streven hun liefde te laten groeien, zal het niet vaak gebeuren dat ze zich alle twee op hetzelfde moment door hun slechte humeur laten beheersen.

En nog iets belangrijks: we moeten ons aanleren te denken dat we nooit helemaal gelijk hebben. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het in zaken waarover je gewoonlijk van mening kunt verschillen, zo is dat je waarschijnlijk minder gelijk hebt naarmate je er meer op staat helemaal gelijk te hebben. Wie daarvan uitgaat heeft er minder moeite mee om zijn houding te corrigeren en, als het nodig is, excuses aan te bieden, wat altijd de beste manier is om aan een ruzie een eind te maken en om weer in liefde vrede te sluiten. Ik zou jullie niet willen aansporen om ruzie te maken, maar het is helemaal niet vreemd als we eens een woordenwisseling met iemand hebben, en juist met de mensen van wie we het meest houden en met wie we altijd te maken hebben. Zolang je ervoor zorgt dat het maar niet al te vaak gebeurt zijn die echtelijke ruzies geen bewijs dat er gebrek aan liefde is; integendeel, ze kunnen er zelfs toe bijdragen dat de liefde dieper wordt.

En ten slotte nog dit advies: ouders moeten nooit ruzie maken in tegenwoordigheid van hun kinderen. Een woord, een blik of een gebaar zou al voldoende moeten zijn om er elkaar op tijd aan te herinneren. Is een woordenwisseling niet te vermijden, dan zullen ze later de gelegenheid hebben om, als ze kalmer geworden zijn, erover te kibbelen. De sfeer in het gezin moet gekenmerkt zijn door echtelijke vrede, want dat is de noodzakelijke voorwaarde voor een diepe en degelijke opvoeding. De kinderen moeten in hun ouders een voorbeeld van toewijding, oprechte liefde, wederzijdse steun en begrip zien. Het mag niet zover komen dat onbelangrijke ruzietjes van elke dag de kinderen de realiteit van de ouderlijke liefde doen vergeten, die in staat is om alle moeilijkheden te overwinnen.

Soms nemen we onszelf veel te serieus. Ieder maakt zich wel eens kwaad, soms terecht, andere keren omdat de geest van versterving ontbreekt. Het belangrijkste is met een glimlach te laten zien dat door kwaadheid de genegenheid helemaal niet veranderd is en dat de goede verstandhouding in het gezin weer hersteld is. In één woord, de echtgenoten moeten hun kinderen en elkaar liefhebben, want op die wijze hebben ze God lief.

Echte armoede bestaat grotendeels in het offer, het kunnen afzien van het overbodige, dat niet zozeer met theoretische maatstaven gemeten wordt, maar veeleer met deze innerlijke stem die ons waarschuwt, wanneer het egoïsme of de overdreven gemakzucht binnendringt. Comfort, in de positieve zin van het woord, is noch luxe noch overdaad, maar een middel om het leven voor het eigen gezin en voor andere mensen prettiger te maken, zodat ze God beter kunnen dienen.

Armoede bestaat in het zich onthechten van de aardse dingen, in het vermogen om eventueel ook onprettige dingen en het gebrek aan materiële middelen met blijdschap te accepteren. Bij armoede hoort ook dat men de hele dag bezet heeft met een flexibel rooster en elk uur met een nuttige bezigheid kan vullen, dat men de dingen zo goed mogelijk doet en ervoor zorgt dat ook kleinigheden stipt, netjes en in een goed humeur verlopen. In een dergelijke dagindeling moet, afgezien van de tijden voor het gebedsleven, de nodige tijd vrij blijven voor zinvolle ontspanning en voor het samenzijn met het gezin, en verder voor lectuur, hobby's, kunst en dergelijke. Kortweg, het gaat erom, voor de dienst aan onze medemensen en ook voor onszelf tijd te vinden, zonder te vergeten dat alle mensen, mannen en vrouwen, en niet alleen de armen, de plicht hebben te werken. Rijkdom en materiële welvaart zijn alleen maar een teken dat men meer verplicht is om verantwoordelijkheid tegenover de hele maatschappij te voelen.

Wat aan het offer zin geeft is de liefde. Elke moeder weet wat het betekent zich voor de kinderen op te offeren, niet alleen maar een paar uur van de dag aan ze te besteden, maar zich een leven lang aan hun welzijn te wijden. Je gedurende je hele leven op je medemensen oriënteren en zo'n gebruik maken van de dingen dat je de anderen altijd iets kunt geven, dat zijn heel concrete aspecten van de armoede die garanderen dat je echt onthecht bent.

Voor een moeder is het niet alleen van belang zelf zo te leven, maar ook haar kinderen in deze geest op te voeden. Ze moet in hen het geloof, de optimistische hoop en de liefde aanwakkeren; hun leren hun egoïsme te overwinnen en edelmoedig een deel van hun tijd te besteden om minder bedeelde mensen te helpen door aan hun leeftijd aangepaste taken uit te voeren, waardoor de zin van menselijke en goddelijke saamhorigheid tot uiting komt.

Kort samengevat: ieder moet in het leven zijn roeping vervullen. Het beste voorbeeld van armoede zijn voor mij altijd deze vaders en moeders van kinderrijke en arme gezinnen geweest, die helemaal voor hun kinderen leven, die met hun inspanning en doorzettingsvermogen, vaak zonder ook maar één woord over de moeilijkheden te uiten, het gezin vooruit helpen, er een blij thuis van maken, waarin allen leren beminnen, dienen en werken.