Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Heilige Geest  → gaven van de H. Geest en bovennatuurlijk leven.

Wat is de houding van het Opus Dei tegenover de oecumene, is uw andere vraag. Vorig jaar heb ik aan een Franse journalist, naar aanleiding van een ontmoeting met paus Johannes XXIII, een anekdote verteld die naar mijn weten zelfs in publicaties van onze gescheiden broeders weerklank gevonden heeft. Onder de indruk van zijn vaderlijke beminnelijkheid zei ik toen tegen paus Johannes: “Heilige Vader, in het Opus Dei hebben altijd al alle mensen, of ze nu katholiek zijn of niet, een plaats gevonden waar ze zich thuis voelen. De oecumene heb ik niet van u geleerd!” En Johannes lachte, innerlijk bewogen, want hij wist, dat de Heilige Stoel al in 1950 aan het Opus Dei toestemming had gegeven om niet-katholieken, en zelfs niet-christenen, als medewerkers op te nemen.

Feit is dat niet weinigen van onze gescheiden broeders, onder wie ook geestelijken en zelfs bisschoppen van diverse confessies, zich door de geest van het Opus Dei aangetrokken voelen en aan onze apostolische initiatieven medewerken. En naarmate deze contacten sterker worden, vermeerderen zich de tekenen van sympathie en hartelijk begrip tegenover de leden van het Opus Dei, die immers als centraal punt van hun spiritualiteit nemen het eenvoudige voornemen om als christen op verantwoorde wijze de eisen en plichten van het doopsel in praktijk te brengen. De geest en de werkwijze van het Opus Dei vergemakkelijken de ontmoeting der confessies: het streven naar christelijke volmaaktheid en het beoefenen van het apostolaat, juist door de heiliging van het eigen beroepswerk; het leven te midden van de aardse realiteiten die, met volle respect voor hun eigen autonomie, door de geest en de liefde van contemplatief levende mensen bezield worden; de voorrang die wij in de organisatie van onze apostolaatswerken geven aan de persoon, aan de werking van de Heilige Geest in de zielen en aan de eerbied voor de uit het kindschap Gods voortvloeiende waardigheid en vrijheid van de christen; het verdedigen van het legitieme eigen initiatief, binnen het noodzakelijke respect voor het algemeen belang, tegen alle vastgeroeste en institutionalistische opvattingen over het apostolaat van de leken. In deze en andere aspecten van onze leef- en werkwijze - al jaren in praktijk gebracht - vinden onze gescheiden broeders een flink deel van de theologische principes waaruit zowel zij als wij, katholieken, gegronde verwachtingen putten voor de toekomst van de oecumene.

De echt christelijke geest die de verrijzenis van het vlees belijdt, heeft zich logischerwijze altijd verzet tegen een valse vergeestelijking zonder bang te zijn van materialisme beschuldigd te worden. Integendeel, het is geoorloofd van een christelijk materialisme te spreken dat zich dapper te weer stelt tegen materialistische stromingen die zich afsluiten voor de geest.

Wat zijn de sacramenten - sporen van de Menswording van het Woord, zoals de ouden zeiden - anders dan de meest duidelijke uiting van de weg, die God gekozen heeft om ons te heiligen en naar de hemel te leiden? Zien jullie niet dat elk sacrament de liefde van God is - met al haar scheppende en verlossende kracht - die ons gegeven wordt met behulp van stoffelijke middelen? Wat is de Eucharistie, die wij over enige ogenblikken zullen vieren, anders dan het hoogverheven Lichaam en Bloed van onze Verlosser die zich voor ons offert door middel van de nederige materie van deze wereld, wijn en brood, door middel van de elementen van de natuur die door de mens gecultiveerd zijn (vgl. Gaudium et Spes, 38), zoals het laatste oecumenisch concilie in herinnering heeft willen brengen?

In dit licht is het goed te begrijpen dat de heilige Paulus schrijft: Alles behoort jullie toe, maar jullie behoren aan Christus toe en Christus aan God (1 Kor 3,22-23). Het gaat om een opwaartse beweging die de heilige Geest, uitgestort in onze harten, in de wereld wil veroorzaken: een beweging die van de aarde opstijgt tot aan de heerlijkheid van God. En om voor altijd duidelijk te maken dat die beweging zelfs de meest prozaïsch lijkende realiteiten omvat, schrijft de heilige Paulus ook: Of jullie nu eten of drinken, doet alles ter ere van God (1 Kor 10,31).

En sta me nu toe, mijn zonen en dochters, dat ik een ogenblik bij een ander aspect van het dagelijkse leven stil blijf staan dat mij bijzonder na aan het hart ligt. Ik bedoel de menselijke liefde, de zuivere liefde tussen man en vrouw in de verlovingstijd en in het huwelijk. Al langer dan veertig jaar verkondig ik telkens opnieuw in woord en geschrift, dat die heilige menselijke liefde niet alleen iets is wat geoorloofd of geduld wordt als een randverschijnsel van de echte geestelijke waarden, zoals geïnsinueerd zou kunnen worden in het valse spiritualisme dat ik zojuist noemde. Vandaag de dag beginnen daar eindelijk ook die mensen begrip voor te krijgen, die dat tot nu toe nog niet hadden.

De liefde die tot het huwelijk en tot het gezin leidt kan ook een weg naar God zijn, een schitterende weg, een roeping, een wijze van volledige toewijding aan de Heer. Probeer jullie werk zo volmaakt mogelijk te doen, heb ik net gezegd, doe die kleine dingen van elke dag met liefde, ontdek - ik herhaal het - dit goddelijke iets dat in het kleine ligt opgesloten. Daar, in die zo vitale sector van de menselijke liefde, krijgt deze leer een zeer bijzondere betekenis.

Professoren, studenten en jullie allemaal die hier werken voor de Universiteit van Navarra: jullie weten dat ik jullie liefde aan de heilige Maria, Moeder van de Schone Liefde, heb aanbevolen. Daar zien jullie het kapelletje dat we ter ere van haar op de campus van de universiteit gebouwd hebben. Zij is daar om jullie gebeden en het geschenk van jullie prachtige en zuivere liefde in ontvangst te nemen en te zegenen.

Weten jullie niet dat jullie lichaam een tempel is van de Heilige Geest die jullie van God hebben ontvangen, en dat jullie niet meer aan jezelf toebehoren? (1 Kor 6,19). Hoe vaak zullen jullie voor dit beeld van Maria, Moeder van de Schone Liefde, met blijde instemming de vraag van de apostel beantwoorden: ja, wij weten het en met uw machtige hulp, Maagd en Moeder van God, zullen wij ernaar leven!

En jullie zullen de wens voelen opkomen om te bidden, telkens als jullie nadenken over deze indrukwekkende werkelijkheid: de Heilige Geest heeft zoiets stoffelijks als mijn eigen lichaam uitgekozen om daarin te komen wonen… ik behoor niet meer aan mezelf toe,… mijn lichaam en mijn ziel - mijn hele wezen - zijn van God… En dit gebed zal rijk zijn aan praktische gevolgen, die allemaal voortkomen uit hetgeen de apostel Paulus zelf ons vervolgens voorstelt: Verheerlijkt dus God in jullie lichaam (1 Kor 6,20).