Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Gesprekken met mgr. Escrivá» waarvan het onderwerp is Universiteit → liefde tot de waarheid.

Monseigneur, kunt u ons zeggen wat u als de belangrijkste taak van de universiteit beschouwt. Welke plaats komt naar uw mening aan de religieuze vorming binnen de universitaire studie toe?

Dat de universiteit een bijdrage van de eerste orde moet leveren aan de menselijke vooruitgang weet u heel goed, omdat u vol ijver als student aan deze taak meewerkt. Daar het leven van de volkeren talloze vaak zeer complexe problemen van culturele, sociale, economische en geestelijke aard met zich meebrengt, zal ook de vorming die de universiteit biedt, met al die aspecten rekening moeten houden.

Het is niet voldoende de wens te koesteren om het algemeen welzijn te dienen. De wijze waarop die wens in de praktijk omgezet kan worden is bekwame mannen en vrouwen te vormen, die op hun beurt in staat zijn de vruchten van deze vorming aan anderen door te geven.

U had een vraag over de religieuze vorming. De godsdienst is de grootste rebellie van de mens die niet als een beest wil leven, die zich niet tevreden stelt en die niet tot rust komt alvorens zijn Schepper te kennen en omgang met Hem te hebben. De studie van de godsdienst is daarom een fundamentele noodzaak. Een mens die het aan godsdienstige vorming ontbreekt is niet echt ontwikkeld. De godsdienst moet daarom ook op de universiteit zijn plaats hebben, en onderwezen worden op hoog, wetenschappelijk niveau, van goede theologie. Een universiteit waar de godsdienst ontbreekt is onvolledig, want ze miskent een essentiële dimensie van de mens die de andere dimensies niet uitsluit, maar die eraan ten grondslag ligt.

Anderzijds mag nooit de vrijheid van de gewetens geschonden worden: het godsdienstonderwijs moet vrijwillig zijn. Maar wel zal een christen die conform zijn geloof wil leven zich bewust zijn van de zware verplichting die hij heeft om op dat terrein een grondige kennis te verkrijgen. Hij heeft beslist een uitgebreide kennis van de geloofsleer nodig om zijn leven daarnaar te kunnen inrichten en om door woord en voorbeeld een getuigenis van Christus te kunnen afleggen.

Kunt u tot slot nog een paar woorden zeggen over ons werk in de studentenpers?

Het beroep van journalist is iets geweldigs, ook het werk aan een studentenkrant. Jullie kunnen er veel toe bijdragen om onder jullie medestudenten de liefde voor echte idealen en de bereidheid om het eigen egoïsme te overwinnen te bevorderen. Dat geldt ook voor het ontwikkelen van het gevoel voor gemeenschappelijke taken en voor broederschap onder de mensen. En nu opnieuw kan ik niet nalaten jullie uit te nodigen om de waarheid te beminnen.

Ik moet jullie eerlijk mijn afkeer bekennen van de “sensatiezucht” van bepaalde journalisten die de waarheid maar half vertellen. Informeren betekent niet dat je halverwege tussen waarheid en leugen blijft staan; dat heeft niets meer te maken met informatie of met moraal. Mensen, die een paar halve waarheden met een flink aantal vergissingen en zelfs met opzettelijke laster vermengen kun je geen journalisten noemen. Het zijn dan alleen maar een paar meer of minder goed geoliede tandwielen in het raderwerk van bepaalde organisaties die onwaarheden verspreiden in de overtuiging dat deze dan vanzelf, dankzij de onnozelheid en de domheid van niet weinig mensen, tot vervelens toe herhaald worden.

Ik moet bekennen dat die valse journalisten er, wat mij betreft, goed vanaf komen, want er gaat geen dag voorbij of ik bid voor hen en vraag de Heer om ze een zuiver geweten te geven.

Ik wil jullie dus vragen om de liefde voor de goede journalistiek te verspreiden, die niet tevreden is met onbevestigde geruchten en niet met het men zegt, dat door warhoofden bij elkaar gefantaseerd is. Geef informatie met feiten, met resultaten, zonder over de bedoelingen van de mensen te oordelen en respecteer op een gelijkmoedige wijze de legitieme verscheidenheid van meningen, zonder te vervallen in persoonlijke aanvallen. Waar echte informatie ontbreekt is het zeer moeilijk dat mensen het goed met elkaar kunnen vinden. Echte informatie is niet bang voor de waarheid, ze laat zich niet leiden door persoonlijk voordeel, noch door een vals prestige of door economische kansen.