Lijst van punten

Er zijn 2 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Genoegdoening.

Het zout van de versterving

Om heilig te worden heeft de gewone christen geen habijt of ander uiterlijk teken nodig. Hij is geen kloosterling en hij trekt zich niet uit de wereld terug, omdat de wereld de plaats is waar hij Christus ontmoet. Hij onderscheidt zich door het innerlijke: door het voortdurend aanwezig hebben van God en door de geest van versterving. In feite gaat dit samen, want versterving is niets anders dan het gebed van de zintuigen.

De christelijke roeping is een roeping tot offer, tot boete en verzoening. We moeten eerherstel brengen voor onze eigen zonden — hoe vaak hebben we onze blik niet afgewend om God niet te hoeven zien! — en voor die van alle mensen. We moeten Christus van dichtbij volgen: altijd dragen wij het sterven van Jezus in ons lichaam mee, zijn zelfverloochening, zijn lijden aan het kruis, want ook het leven van Jezus moet in ons lichaam openbaar worden (2 Kor 4, 10). Onze weg is die van het offer, en in deze zelfverloochening zullen wij gaudium cum pace, vreugde en vrede vinden.

We kijken niet met een trieste blik naar de wereld. Sommige schrijvers van heiligenlevens hebben, misschien onbedoeld, de catechese een slechte dienst bewezen. Ze wilden hoe dan ook buitengewone dingen in het leven van Gods dienaren vinden, te beginnen met het huilen van de pasgeboren baby. Ze vertellen dat sommige heiligen als klein kind niet huilden en dat ze op vrijdag uit versterving geen moedermelk dronken… Jij en ik zijn gewoon huilend ter wereld gekomen en wij dronken aan de borst van onze moeder, zonder ons zorgen te maken over vasten- en onthoudingsdagen…

Maar met de hulp van God hebben wij geleerd om in de opeenvolging van schijnbaar eentonige dagen een tijd van echte boetedoening, spatium verae penitentiam, te ontdekken, en ons op zulke momenten voor te nemen om emendatio vitae, ons leven te beteren. Dat is de manier om onze ziel open te stellen voor de genade en de ingevingen van de heilige Geest. Met die genade, herhaal ik, komen gaudium cum pace, vreugde, vrede en volharding op onze weg (Gaudium cum pace, emendationem vitae, spatium verae poenitentiae, gratiam et consolationem Sancti Spiritus, perseverantiam in bonis operibus, tribuat nobis omnipotens et misericors Dominus. Amen (Breviarium Romanum, voorbereidingsgebed voor de heilige Mis).

De versterving is het zout van ons leven. En de beste versterving is in de loop van de dag te strijden in kleine dingen: tegen de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en tegen de hoogmoed. Verstervingen die geen versterving voor anderen zijn, die ons helpen om meer attenties te hebben, meer begrip en een grotere openheid voor iedereen. Je hebt geen geest van versterving als je lichtgeraakt bent, als je alleen maar met je egoïsme bezig bent, als je dominant bent, als je geen afstand kunt doen van het overbodige en soms zelfs van het noodzakelijke, en als je humeurig wordt wanneer de dingen niet lopen zoals je had gedacht. Maar je hebt wel geest van versterving als je jezelf alles voor allen kunt maken, om er zoveel mogelijk te winnen (1 Kor 9, 22).

De heilige Mis vieren betekent voortdurend in gebed zijn, want ieder van ons heeft daar een persoonlijke ontmoeting met God waarbij we Hem aanbidden, Hem loven, Hem smeken, Hem dankzeggen, eerherstel brengen voor onze zonden, ons zuiveren en ons in Christus één voelen met alle christenen.

Misschien vragen we ons wel eens af hoe wij aan zoveel liefde van God kunnen beantwoorden en we zouden graag een duidelijk programma voor een christelijk leven willen zien. De oplossing is gemakkelijk en ligt binnen het bereik van alle gelovigen: van harte meedoen met de Mis, in de Mis leren God te ontmoeten, want in dit Offer ligt alles besloten wat de Heer van ons wil.

Ik wil jullie graag herinneren aan iets waar jullie al zo vaak bij aanwezig zijn geweest: de liturgie van de Mis. Als wij die stap voor stap doornemen zal Onze Lieve Heer ons misschien laten ontdekken waarin we moeten beteren, welke gebreken wij moeten uitroeien en hoe we met alle mensen als broeders en zusters moeten omgaan.

De priester gaat naar het altaar van God, naar God die onze jeugd verblijdt. De heilige Mis begint met een vreugdezang, want God is aanwezig. Die vreugde uit zich vol eerbied en liefde in de kus op de altaartafel, een symbool van Christus en een herinnering aan de heiligen; het is een kleine, maar geheiligde plaats, omdat hier het heilig sacrament dat een oneindige werkzaamheid heeft, voltrokken wordt.

In de schuldbelijdenis komen we voor onze onwaardigheid te staan, niet door een abstracte herinnering aan onze schuld, maar door ons onze zonden en fouten voor de geest te halen. Daarom herhalen wij: Kyrie eleison, Christe eleison, Heer, ontferm U over ons; Christus, ontferm U over ons. Als de vergiffenis die we nodig hebben afhankelijk zou zijn van onze verdiensten, dan zou er op dat moment een bitter verdriet in ons opkomen. Maar aangezien Hij goed is krijgen we door de barmhartigheid van God vergiffenis, en we loven Hem dan ook onmiddellijk door het Gloria in te zetten: Want Gij alleen zijt de Heilige, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste, Jezus Christus, met de heilige Geest, in de heerlijkheid van God de Vader.