Lijst van punten

Er zijn 3 punten in «Christus komt langs » waarvan het onderwerp is Gewone leven  → werk.

Het werk heiligen, zich heiligen in het werk, anderen heiligen door het werk

Als ik de geest van het Opus Dei — de organisatie waaraan ik mijn leven gewijd heb — uiteenzet, dan zeg ik dat de spil waar alles om draait het gewone werk is, het beroepswerk midden in de wereld. De goddelijke roeping nodigt ons uit om deel te nemen aan de unieke zending van de Kerk door van Christus te getuigen tegenover onze medemensen en alles naar God te voeren.

De roeping steekt een licht aan waardoor we de zin van ons leven kunnen zien. In het heldere licht van het geloof wordt het waarom van ons aardse bestaan duidelijk. Ons leven — het verleden, het heden en wat nog komen zal — krijgt dan een nieuwe dimensie met een ongekende diepte. Alles in ons leven krijgt een plaats: we begrijpen waar Onze Lieve Heer ons naar toe wil brengen en we voelen ons volkomen opgenomen door de taak die ons is toevertrouwd.

God haalt ons uit de duisternis van onze onwetendheid, Hij maakt een einde aan onze onzekere weg door het leven en roept ons met luide stem, zoals Hij eens deed met Petrus en Andreas: Venite post me, et faciam vos fieri piscatores hominum, kom, volg Mij, Ik zal u vissers van mensen maken, (Mt 4, 19) ongeacht onze plaats in de wereld.

Wie leeft uit het geloof kan met moeilijkheden, conflicten, verdriet en zelfs met bitterheid te maken krijgen, maar hij wordt nooit ontmoedigd of wanhopig, want hij weet dat zijn leven zin heeft, hij weet waarom hij op de wereld is. Ego sum lux mundi, heeft Christus uitgeroepen, qui sequitur me non ambulat in tenebris, sed habebit lumen vitae, Ik ben het licht van de wereld, wie Mij volgt dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht des levens bezitten (Joh 8, 12).

Als we het waard willen zijn dit licht van God te ontvangen, dan moeten we liefhebben. We moeten in alle nederigheid ons verlangen naar verlossing onderkennen en met Petrus uitroepen: Heer, naar wie zouden wij gaan?Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt (Joh 6, 69-70). Als wij ons hart echt openen voor de stem van God kunnen wij ook zeggen dat wij niet in het duister ronddwalen, want boven onze armzaligheid en onze persoonlijke tekortkomingen schijnt het licht van God, zoals de zon boven de onweerswolken.

Het geloof en de christelijke roeping zijn van invloed op heel ons leven, en niet alleen op een gedeelte daarvan. De relatie met God kan niet anders dan een relatie van overgave zijn en krijgt daardoor een absoluut karakter. De houding van de mens die gelooft, is het leven met al zijn dimensies in een nieuw perspectief te zien: het perspectief dat God eraan geeft.

We zijn hier nu bij elkaar op dit feest van de heilige Jozef en ik realiseer me dat jullie in verschillende beroepen werkzaam zijn, dat jullie een gezin hebben, van verschillende landen en rassen zijn en verschillende talen spreken. Jullie zijn opgeleid in onderwijsinstellingen, op werkplaatsen en kantoren, en in die jaren hebben jullie professionele en persoonlijke banden met jullie collega”s gekregen en meegewerkt aan de oplossing van de gemeenschappelijke problemen in je bedrijf en in de maatschappij.

Welnu, ik wil jullie er nog eens aan herinneren dat niets daarvan vreemd is aan de plannen van God. Jullie menselijke roeping is een deel, een belangrijk deel, van jullie goddelijke roeping. Daarom moeten jullie heilig willen worden en ook bijdragen aan de heiliging van jullie medemensen; met andere woorden, jullie moeten naar heiligheid streven door je werk en je omgeving te heiligen. Het werk dat jullie dagen vult, drukt een stempel op je persoonlijkheid en op de manier waarop jullie in de wereld en in jullie gezin staan en in het land waar jullie geboren zijn en waarvan jullie houden.

Werk hoort noodzakelijk bij het leven van de mens. Het brengt inspanning, vermoeidheid en uitputting met zich mee, vormen van lijden en strijden die horen bij het menselijk bestaan, en die een teken zijn van de realiteit van de zonde en van de noodzaak van de verlossing. Maar op zichzelf is werken geen vloek of straf. Wie zo redeneert heeft de heilige Schrift niet goed gelezen.

Het wordt tijd dat wij, christenen, openlijk en duidelijk verkondigen dat werken een geschenk van God is en dat het absoluut geen zin heeft de mensen in categorieën te verdelen op basis van het soort werk dat zij doen, waarbij het ene hoger wordt aangeslagen dan het andere. Werk, ieder werk, getuigt van de waardigheid van de mens en van zijn heerschappij over de schepping. Juist op dat terrein ontwikkelen we onze persoonlijkheid. Het werk schept een band met andere mensen, het is een inkomstenbron voor het gezin, het is een middel om bij te dragen aan de verbetering van de maatschappij waarin we leven en aan de vooruitgang van de hele mensheid.

Voor een christen worden deze perspectieven nog wijder en grootser, want voor hem betekent werken dat hij deelneemt aan het scheppingswerk van God. Deze heeft de mens, toen Hij hem schiep, gezegend met de woorden: Wees vruchtbaar en vermenigvuldig u; bevolk de aarde en onderwerp haar; heers over de vissen van de zee, de vogels in de lucht en over alle levende wezens die zich op aarde voortbewegen (Gen 1, 28). Omdat Christus gewerkt heeft is de arbeid voor ons bovendien een verloste en verlossende realiteit. Het werk is niet alleen de leefwereld van de mens, maar ook een middel, een weg naar de heiligheid, iets dat geheiligd kan worden en heilig maakt.

Verwijzingen naar de H. Schrift