Lijst van punten

Er zijn 24 punten in «De Voor» waarvan het onderwerp is Strijd, ascetische .

Niet iedereen kan rijk, geleerd of beroemd worden… Toch zijn we wèl allemaal -ja, “wij allemaal”- geroepen om heilig te worden.

Trouw zijn aan God vereist strijd. En wel een man-tot-man gevecht - de oude mens tegenover de man van God-, in de ene kleine aangelegenheid na de andere, zonder toegeven.

Ik ontken niet dat je wel erg hard op de proef wordt gesteld: je moet tegen de helling op, tegen “al je gevoelens in”.

Wat mijn raad is? - Herhaal: Omnia in bonum!, alles wat er gebeurt, - alles wat me overkomt, is voor mijn bestwil - Dus - dit is de juiste conclusie : aanvaard wat je zo hard vindt als een aangename werkelijkheid.

Vandaag de dag is het niet genoeg om alleen maar een goede vrouw of een goede man te zijn. - Bovendien, wie er tevreden mee is dat hij bijna - goed is, is niet goed genoeg: het is nodig om - revolutionair - te zijn.

Tegenover het hedonisme, tegenover de heidense en materialistische waren die ons worden aangeprezen, wil Christus non-conformisten, rebellen van de Liefde!

Heiligheid, de ware ijver om haar te bereiken, neemt geen rustpauzes of vakanties.

Sommigen gedragen zich hun hele leven lang, alsof de Heer alleen over zelfgave en rechtschapenheid gesproken had tot mensen die dat niets kost - die bestaan niet - of tot mensen die daar niet voor zouden hoeven vechten.

Ze vergeten dat Jezus voor allen heeft gezegd: het Rijk der Hemelen wordt met geweld ingenomen, met de heilige strijd van ieder ogenblik.

Wat hebben velen een drang om te hervormen!

Zou het niet beter zijn als wij onszelf zouden hervormen, ieder voor zich, om trouw uit te voeren wat ons is geboden?

Je dobbert rond in de bekoringen, brengt jezelf in gevaar, speelt met je blikken en met je fantasie, kletst over - flauwekul. - En dan schrik je als je wordt overvallen door twijfels, scrupules, toestanden van verwarring, verdrietigheid en ontmoediging.

Je moet toegeven dat je weinig consequent bent.

Na het enthousiasme van het begin zijn de aarzelingen, twijfels en angsten begonnen. Je tobt over je studie, je familie, financiële problemen en vooral over het idee dat je het leven niet aan kunt, dat je misschien te hoog hebt gegrepen, dat je geen levenservaring hebt.

Ik zal je een probaat middel geven om die angsten - bekoringen van de duivel of van je gebrek aan edelmoedigheid! - te overwinnen: - minacht ze, verwijder ze uit je gedachten. De Meester preekte dit al twintig eeuwen geleden op een indringende manier: “Kijk niet om naar wat achter u ligt!”.

Wij moeten in onze ziel een echte afschuw voor de zonde koesteren. Heer, geef dat ik U niet meer beledig! - zeg Hem dat bij herhaling met een berouwvol hart.

Maar schrik niet als je de last van je arme lichaam en van de menselijke hartstochten voelt: het zou onnozel en domweg kinderachtig naïef zijn als je er nu pas achter zou komen dat - dat - bestaat. Je misère is geen hinderpaal, maar een aansporing om je meer met God te verenigen, om Hem voortdurend te zoeken, want Hij zuivert ons.

Als je verbeelding koortsig met jezelf bezig is en illusies en situaties rond jezelf creëert die normaal gesproken niet bij je levensweg passen, leiden die je op een dwaze manier af, doen je in je ijver verkoelen en verwijderen je van de aanwezigheid van God. - IJdelheid.

Als je je gedachten over anderen laat gaan, val je gemakkelijk in de fout dat je gaat oordelen - terwijl dat je taak niet is - en ga je hun gedrag negatief en weinig objectief uitleggen. - Roekeloze oordelen.

Als je je verbeelding laat gaan over je eigen talenten en je manier van uiten, of over het klimaat van bewondering dat je bij anderen oproept, loop je het gevaar je zuiverheid van bedoelingen te verliezen en voedsel te geven aan je trots.

In het algemeen is het tijdverspilling om je verbeelding de vrije loop te laten, en daar komt bij dat, als je haar niet in toom houdt, zij de weg vrij maakt voor een hele rits van vrijwillige bekoringen.

Laat geen dag je innerlijke versterving achterwege!

Wees niet zo dom naïef om te denken dat je bekoringen moet meemaken om jezelf ervan te vergewissen dat je op de goede weg standvastig bent. Dat zou hetzelfde zijn als dat je zou willen dat iemand je hart zou stilzetten om jezelf te bewijzen dat je echt wil leven.

Ik heb altijd al gedacht dat velen hun weerstand tegen de genade uitdrukken met de woorden - morgen, - later.

Nog een paradox in het geestelijk leven: de ziel die het minst een verandering van zijn gedrag nodig heeft, slooft zich er het meest voor uit en rust niet voor ze die heeft bereikt. En omgekeerd.

Soms bedenk je “problemen”, omdat je niet doordringt tot aan de wortels van je gedrag.

Het enige wat je mist, is een vastberaden koerswijziging: trouw je plicht doen en de aanwijzingen die men je gegeven heeft in de geestelijke leiding stipt opvolgen.

Weer heb je sterker de urgentie, het “idée fixe” gevoeld om een heilige te moeten zijn; je hebt zonder aarzeling de dagelijkse strijd aangebonden, in de overtuiging dat je moedig iedere uiting van kleinburgerlijke middelmatigheid in jezelf moet afkappen.

En toen je in je gebed sprak met de Heer, heb je nog duidelijker begrepen dat strijd hetzelfde is als Liefde en heb je Hem om een grotere Liefde gevraagd, zonder angst voor de veldslag die je te wachten staat, omdat je zult vechten door Hem en met Hem en in Hem.

In de war? - Wees eerlijk en erken dat je liever de slaaf bent van je eigen egoïsme dan dat je God of die ziel wil dienen. - Geef toe!

Beatus vir qui suffert tentationem… gezegend is de man die een bekoring ondergaat, want nadat hij op de proef is gesteld zal hij de kroon van het Leven ontvangen.

Wordt je niet vervuld van blijdschap als je bedenkt dat die innerlijke sport een bron van vrede is die nooit zal opdrogen?

Nunc coepi! - nu begin ik! Dat is de uitroep van de verliefde ziel die ieder ogenblik, of zij nu trouw is geweest of in edelmoedigheid tekort is geschoten, haar verlangen hernieuwt om God met een totale overgave te dienen - lief te hebben!

Het raakte je tot in het diepst van je ziel toen jou werd gezegd: wat jij zoekt is geen bekering, maar een mooie verpakking voor je ellende… en zó lekker gemakkelijk - maar met een bittere bijsmaak! - je trieste last verder voort te kunnen slepen.

Je weet niet of wat je overkomt lichamelijke matheid is of een soort innerlijke moeheid, of allebei tegelijk : je strijdt zonder dat je strijd levert, zonder lust om tot een echte, duidelijke verbetering te komen, zodat je in staat zult zijn om de zielen aan te steken met de vreugde en de liefde van Christus.

Ik wil je herinneren aan de duidelijke woorden van de Heilige Geest: alleen degene die legitime - werkelijk en ondanks alles - heeft gestreden zal de zegekrans ontvangen.

Ik zou beter kunnen leven, vastberadener kunnen zijn, meer enthousiasme om me heen kunnen verspreiden… Waarom doe ik het dan niet?

Omdat - neem me mijn openhartigheid niet kwalijk - je een domoor bent: de duivel weet deksels goed dat een van de slechtst bewaakte toegangspoorten tot die van de menselijke domheid is: de ijdelheid. Daar gaat hij nu met alle macht tegen aan: door sentimentele herinneringen in je op te roepen; door je ik-ben-altijd-het-zwarte-schaap complex, met de daarbij horende hysterische visie op jezelf; door je het idee in te geven dat je zogenaamd een gebrek aan vrijheid hebt

Waarom wacht je er nog mee de uitspraak van de Meester tot je door te laten dringen: Waakt en bidt, want ge kent dag noch uur?

Branieachtig en onzeker zei je me dat je vond dat sommigen de weg naar boven gaan, anderen naar beneden - en dat weer anderen, zoals jezelf, rustig aan de kant blijven zitten.

Je apathie stemde me treurig en ik zei tegen je: enkelen van degenen die zo blijven hangen worden op sleeptouw genomen door degenen die naar boven gaan; maar meestal met een grotere kracht door degenen die naar beneden gaan. Bedenk wat een gevaarlijke dwaalweg je inslaat!

De heilige bisschop van Hippo heeft dat al gesignaleerd: niet vooruitgaan betekent achteruitgaan.

Er zijn in je leven twee dingen die niet bij elkaar passen: je verstand en je gevoel.

Je verstand - verlicht door het geloof - laat je niet alleen duidelijk de weg zien, maar ook het verschil tussen de heldhaftige en de domme manier om die te gaan. Vooral toont het je de grootsheid en goddelijke schoonheid van de ondernemingen die de Drieëenheid in onze handen legt.

Het gevoel daarentegen klampt zich vast aan alles wat je afkeurt, zelfs nog op het ogenblik dat je het afkeurenswaardig vindt. Het lijkt wel of duizend en een onbenulligheden op de loer liggen om hun kans te grijpen. En zodra je armzalige wil - door lichamelijke vermoeidheid of gebrek aan bovennatuurlijke visie op de dingen - verzwakt is, hopen die kleinigheden zich op, woelen ze in je verbeelding rond tot ze een berg vormen die neerdrukt en ontmoedigt. Het zijn bijvoorbeeld de nare aspecten van je werk; tegenzin om te gehoorzamen; tekort aan hulpmiddelen; valse aantrekkingskracht van een makkelijk leventje; kleine en grote weerzinwekkende bekoringen; opwellingen van sentimentaliteit; vermoeidheid; de bittere smaak van je geestelijke middelmatigheid - En soms ook angst: angst omdat je weet dat God wil dat je heilig bent en je het niet bent.

Mag ik het je ongezouten zeggen? Je hebt - redenen - te over om achterom te kijken en je hebt te weinig durf om aan de genade te beantwoorden die Hij je schenkt, want Hij heeft je immers geroepen om een andere Christus te zijn, ipse Christus! - Christus zelf. Je bent de aansporing van de Heer aan de Apostel vergeten: - Je hebt genoeg aan mijn genade!, wat bevestigt dat je het kunt, als je maar wilt.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift