Lijst van punten

Er zijn 6 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Liefde tot God → opdragen van de arbeid.

Beginnen aan een werk doen er veel; het afmaken doen er maar weinig. Laten wij proberen bij die laatste groep te horen; wij, die als kinderen van God proberen te leven. Vergeet niet dat alleen de werkzaamheden die men met liefde tot een goed einde brengt, kunnen rekenen op de instemming van de Heer, zoals we in de Heilige Schrift kunnen lezen: beter het einde dan het begin (Pr 7, 8).

Misschien hebt u me bij andere gelegenheden deze anekdote al eens horen vertellen, maar toch hecht ik er aan haar nog eens naar voren te brengen, omdat het voorval zo beeldend, zo leerzaam is. Op een keer zocht ik in het Rituale Romanum het formulier voor de zegening van de laatste steen van een gebouw, de belangrijkste bouwsteen omdat deze een symbool is voor de zware, moedige en noeste arbeid van veel mensen, gedurende vele jaren. Ik was stomverbaasd toen ik merkte dat dit formulier niet bestond en dat men gebruik zou moeten maken van de benedictio ad omnia, een zegening voor algemeen gebruik. Ik moet toegeven, dat het me onmogelijk leek, dat een dergelijke lacune bestond en ik nam nog eens langzaam, maar tevergeefs, het register van het Rituale door.

Veel katholieken hebben de overtuiging laten varen, dat een rechtschapen levenswandel, zoals de Heer van zijn kinderen verlangt, een echte zorgvuldigheid vergt bij het vervullen van ieders eigen taken die ze dienen te heiligen tot in de allerkleinste kleinigheid.

Wij kunnen de Heer alleen maar iets aanbieden dat —binnen onze povere menselijke begrenzingen— volmaakt is, zonder smet, met zorg gerealiseerd tot in de kleinste details. God aanvaardt geen klungelwerk. Gij zult niets offeren met een gebrek, vermaant ons de Heilige Schrift, dan schept Jahwe geen behagen in u (Lev 22, 20). Daarom zal ieders werk, de arbeid die op onze dagen en energie beslag legt, een offergave moeten zijn die de Schepper waardig is, operatio Dei, werk van God en werk voor God: kortom, een taak die af is, smetteloos.

Voorbeeld geven door het beroepsleven

Laten we de vergissing vermijden te denken, dat apostolaat zich beperkt tot het getuigenis van enkele vrome praktijken. U en ik, wij zijn christen, maar tegelijkertijd en zonder discontinuïteit, burgers en werkers, met duidelijke verplichtingen die we nakomen op een voorbeeldige wijze, als we ons werkelijk willen heiligen. Het is Jezus Christus die bij ons aandringt: Gij zijt het licht der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt! Men steekt toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op de standaard, zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is (Mat 5, 14-16).

Uw beroepsarbeid —welke dan ook— verandert in een lamp die uw collega's en vrienden verlicht. Daarom herhaal ik graag tegen mensen die tot het Opus Dei toetreden, en mijn bewering is ook voor u allen bestemd die mij horen: wat heb ik er aan als ze me zeggen, dat die-of-die een goede zoon van mij is —een goed katholiek— maar een slecht schoenmaker? Als hij geen moeite doet zijn vak goed te leren en met zorg uit te oefenen, zal hij het nooit kunnen heiligen en niet aan de Heer kunnen aanbieden. En de heiliging van het werk van alledag fungeert als spil van de ware spiritualiteit van ons allen die —ondergedompeld in de tijdelijke werkelijkheid— vastbesloten zijn om een intieme omgang met God te zoeken.

Possumus (Mat 20, 22), ja, dat kunnen wij, wij kunnen ook deze slag winnen, met de hulp van de Heer. Weest ervan overtuigd dat het niet moeilijk is het werk om te zetten in een biddend gesprek. We hoeven het alleen maar op te dragen en de handen uit de mouwen te steken en God zal het horen en ons bemoedigen. We zullen ons de stijl van contemplatieve zielen eigen maken, te midden van het dagelijks werk! Omdat we doordrongen zijn van de zekerheid, dat Hij naar ons kijkt en ons een nieuwe overwinning vraagt: dat kleine offer, die glimlach voor iemand die ons lastig valt, het beginnen met het minst aangename maar meest urgente karwei, het scheppen van orde tot in de details, het met volharding vervullen van de plicht, ook al zou het gemakkelijk zijn die te verwaarlozen, het niet uitstellen tot morgen, wat vandaag nog gedaan kan worden: alles om Hem te behagen, God, onze Vader. En misschien hebt u op tafel of op een verscholen plaats die minder de aandacht trekt, maar die u dient als de wekker van de contemplatieve geest, een kruisbeeld, als een handleiding voor ziel en geest waaruit u lessen van dienstbaarheid haalt.

Als u besluit —zonder gekkigheid, zonder de wereld te verlaten, te midden van uw gebruikelijke besognes— deze wegen van contemplatie in te slaan, zult u zich onmiddellijk een vriend van de Meester voelen, met de goddelijke opdracht voor de gehele mensheid de goddelijke paden op aarde open te leggen. Ja, met uw werk draagt u er aan bij, dat het rijk van Christus zich uitstrekt over alle continenten. En ze zullen zich aaneenrijgen, het ene na het andere, uren werk opgedragen voor verre volkeren die voor het geloof geschapen zijn, voor de volkeren in het oosten die op barbaarse wijze verhinderd worden hun geloof in vrijheid te belijden, voor de landen met een vanouds christelijke traditie, maar waar het licht van het evangelie verduisterd schijnt en de zielen onderling twisten in de duisternis van de onwetendheid… Wat een waarde vertegenwoordigt dan een uur, of dat nog even doorgaan met dezelfde toewijding, een paar minuten meer, totdat de taak volbracht is. U zet op een praktische en eenvoudige wijze contemplatie om in apostolaat, gevolg gevend aan een dwingende behoefte van uw hart dat eenstemmig klopt met het allerzoetste en barmhartige Hart van Christus, onze Heer.

Alles doen uit liefde

Maar hoe moet ik dat doen —schijnt u me te vragen— altijd in diezelfde geest handelen, die me ertoe zal brengen mijn beroepswerkzaamheden altijd perfect tot een einde te brengen? Het antwoord komt niet van mij, maar van de apostel Paulus: Werk altijd manmoedig en dapper, meer en meer: laat alles bij u gebeuren met liefde (1 Kor 16, 13-14). Doe alles uit liefde en in vrijheid; geef geen kans aan angst of routine: dient God, onze Vader.

Ik citeer graag —omdat ik ze heel beproefd vindt— deze versregels, die niet erg kunstzinnig, maar wel zeer beeldend zijn: “Je leven is liefde en anders niet / en dat je in de minne vaardig bent, / komt door de kracht van het verdriet, / die niemand beter minnen liet / dan hem die ook veel lijden kent”. Werpt u op uw beroepsverplichtingen uit liefde: doe alles uit liefde, daar hamer ik op, en zie dan —juist omdat u liefhebt, ook al proeft u de bitterheid van het onbegrip, van onrechtvaardigheid, van ondankbaarheid en zelfs van het eigen menselijk falen— de wonderen die uw werk voortbrengt. Kostelijke vruchten, zaad van eeuwigheid.

Om dit doel te bereiken moet ons handelen door de Liefde geïnspireerd zijn en moeten we ons nooit gedragen, alsof we gebukt gaan onder een straf of een vervloeking: En al wat gij doet in woord of werk, doet alles in de naam van Jezus, de Heer, en breng door Hem dank aan God de Vader (Kol 3, 17). Zo brengen we onze werkzaamheid tot een volmaakt einde, zo benutten we onze tijd volledig, want we zijn instrumenten die verliefd zijn op God en die zich volledig bewust zijn van de verantwoordelijkheid en het vertrouwen die de Heer ons schenkt ondanks onze eigen zwakheid. Treedt bij elk van uw activiteiten —omdat u rekent op de kracht van God— op als iemand die uitsluitend gedreven wordt door de Liefde. Maar laten we onze ogen niet sluiten voor de werkelijkheid. Laten we ons niet vergenoegen met de onschuldige en oppervlakkige visie die ons laat denken, dat ons een gemakkelijke weg wacht en dat een paar oprechte voornemens en een vurig verlangen God te dienen voldoende zijn om die af te leggen. Een ding staat vast: in de loop van de jaren —misschien eerder dan we denken— zullen zich buitengewoon lastige situaties voordoen die een grote opofferingsgezindheid en nog meer zelfverloochening vergen. Koester dan de deugd van de hoop en maak dan onverschrokken de kreet van de Apostel tot de uwe: Ik ben er zelfs van overtuigd, dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid waarvan ons de openbaring te wachten staat (Rom 8, 18). Overweeg dit overtuigd en vredig: hoe zal de oneindige Liefde van God zijn als die wordt uitgestort over dit armzalige schepsel. Het uur is gekomen om, midden onder uw gewone bezigheden, uw geloof in praktijk te brengen, uw hoop op te wekken en uw liefde aan te wakkeren. Dat betekent het activeren van de drie theologale deugden, die ons aanzetten onmiddellijk, zonder bijgedachten, onomwonden, zonder omwegen, de dubbelzinnigheden uit te bannen uit onze beroepsactiviteiten en ons innerlijk leven.

Daarom, geliefde broeders —opnieuw de stem van de heilige Paulus— weest standvastig en onwankelbaar, en gaat altijd voort met het werk des Heren; gij weet toch, dat uw inspanning, dank zij Hem, niet vergeefs is (1 Kor 15, 58). Ziet u? Een heel netwerk van deugden is in het geding bij het uitoefenen van ons beroep, met het voornemen het te heiligen. Sterkte, om te volharden in onze arbeid, ondanks de gewone moeilijk heden, en zonder ons te laten overmeesteren door uitputting. Matigheid om zich zonder terughoudendheid te kunnen geven en gemakzucht of egoïsme te overwinnen. Rechtvaardigheid om onze plichten te vervullen jegens God, de samenleving, het gezin, collega's. Verstandigheid om in elk geval te weten wat te doen en om zonder dralen aan de slag te gaan… En dat alles —het kan niet vaak genoeg gezegd worden— uit liefde, met een levendig en rechtstreeks verantwoordelijkheidsgevoel voor de vrucht van ons werk en het bereik van ons apostolaat daarin.

“Daden zijn liefkozingen, fraaie woorden niet”, zegt een volkswijsheid en ik denk dat het niet nodig is daar iets aan toe te voegen.

Heer, verleen ons uw genade. Open voor ons de deur van de werkplaats in Nazaret zodat we kunnen leren van het kijken naar U, met uw Moeder, de heilige Maria, en met de heilige patriarch Jozef —die ik zozeer bemin en vereer— gedrieën toegewijd aan een leven van heilige arbeid. Onze arme harten zullen erdoor geraakt worden. We zullen U zoeken en U vinden in het dagelijks werk waarvan U wilt, dat we het omzetten in een werk van God, een werk van Liefde.

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift