Lijst van punten

Er zijn 5 punten in «Vrienden van God» waarvan het onderwerp is Sterkte → geduld, sereniteit .

Wie sterk is, heeft geen haast om de vrucht van zijn deugd binnen te halen. Sterkte laat ons in alle rust genieten van die menselijke en goddelijke deugd, geduld. “Dank zij uw geduld zult gij uw ziel behouden. (Luc 21, 19) Het bezit van de ziel is mogelijk door het geduld dat werkelijk oorsprong en behoedster van alle deugden is. Wij bezitten de ziel met het geduld, want in het leren beheersen vanonszelf beginnen we te bezitten wat we zijn” (H. Gregorius de Grote, Homiliae in Evangelia, 35, 4 (PL 76, 1261)). Dat geduld prikkelt ons vol begrip tegenover anderen te zijn, in de overtuiging dat zielen, net als goede wijn, beter worden met de jaren.

Sterkte en geduld: kalmte. Maar niet de kalmte die in het belang van persoonlijke rust geen aandacht heeft voor zijn broers en zussen en niet voor de grote taak, die iedereen aanbelangt, het op grote schaal verspreiden van het goede over de wereld. Kalmte omdat er altijd vergeving mogelijk is, omdat er voor alles een geneesmiddel is; behalve voor de dood en de dood is —voor de kinderen Gods— het leven. Kalmte, al was het maar om verstandig te kunnen handelen. Wie de kalmte bewaart is in staat zijn verstand te gebruiken, de voors en tegens af te wegen, met rijp beraad de gevolgen te overzien van gemaakte plannen. En dan kan hij besluitvaardig handelen.

Niet de mens die zich nooit vergist, is verstandig, maar hij die zijn fouten weet goed te maken. Hij is verstandig, omdat hij het liever twintig keer mis heeft dan dat hij vervalt in een gemakkelijk 'als ik niets doe, doe ik niets fout'. Hij handelt niet dom en overijld of met zotte roekeloosheid, maar is zich het risico van zijn beslissingen bewust en ziet niet, uit angst niet te slagen, ervan af het goede te verwerven. We leren in ons leven evenwichtige vrienden en collega's kennen die objectief zijn, die niet uit hartstocht de weegschaal naar de kant van hun gemak laten doorslaan. In die mensen hebben wij, bijna instinctief, vertrouwen omdat ze zich zonder aanmatiging en zonder koude drukte steeds goed en rechtschapen gedragen.

Zonder deze hartversterkende deugd kan de christen niet leven, maar de laatste doeleinden van de verstandigheid liggen niet in sociale harmonie of in de zekerheid geen spanningen te veroorzaken. Het einddoel is het vervullen van de Wil van God die wil dat we eenvoudig zijn, maar niet kinderachtig; vrienden van de waarheid, maar nooit onbezonnen of lichtzinnig. Het hart van de verstandige zal kennis bezitten (Spr 18, 15). Het is het kennen van de liefde van God, het laatste weten, de kennis die ons redden kan door alle schepselen de vruchten van vrede en begrip te brengen en, aan elke ziel, het eeuwig leven.

Bij het lezen van het epistel van vandaag (Dan 14, 27 en 28-42) zag ik Daniël te midden van de uitgehongerde leeuwen, en zonder pessimisme —ik kan niet zeggen dat 'vroeger alles beter was', want alle tijdperken zijn goed en slecht geweest— dacht ik, dat in de periode van vandaag er ook heel wat leeuwen vrij rondlopen en dat wij daarbij in de buurt moeten leven. Leeuwen op zoek naar buit om te verslinden, tamquam leo rugiens circuit, quaerens quem devoret (1 Petr 5, 8).

Hoe kunnen we deze roofdieren ontlopen? Misschien zal het ons niet als Daniël vergaan. Ik zie niet overal wonderen gebeuren, maar ik houd van deze grootse macht van God en ik begrijp, dat het voor Hem heel gemakkelijk was de honger van de profeet te stillen of hem voedsel voor te schotelen. Hij deed het niet. Integendeel, Hij gaf een andere profeet, Habakuk, bevel op wonderbare wijze uit Judea te komen om Daniël voedsel te brengen. Omdat Daniël zich niet bij toeval in de leeuwekuil bevond, maar door de valsheid van de trawanten van de duivel, stelde God er belang in een groot wonder te doen, omdat Daniël een dienaar van God was en een verdelger van afgodenbeelden.

Wij moeten ook, zonder spectaculaire wonderen te doen, maar door een gewoon christelijk leven, door vrede en vreugde te zaaien, op dezelfde manier veel afgodsbeelden vernietigen: wanbegrip, onrecht, onwetendheid, de valse selfsupporting mens die God met arrogantie de rug toekeert.

Wees niet bang, vrees geen enkel kwaad, ook als de omstandigheden waarin u werkt afschuwelijk zijn, erger dan die van Daniël in zijn kuil met die verscheurende beesten. Gods hand is ook machtig en als het nodig was, zou Hij er wonderen meebrengen. Wees trouw! Blijf trouw met een liefhebbende, bewuste, vreugdevolle trouw aan de leer van Christus, in de overtuiging dat de tegenwoordige tijd niet erger is dan andere tijden en dat de Heer de Heer van alle tijden is.

Ik heb een oude priester gekend die —met een glimlach— over zichzelf zei: ?ik ben altijd kalm, rustig? Zo hebben wij ons ook te gedragen, gewoon midden in de wereld, omringd door hongerige leeuwen, maar zonder de vrede te verliezen: kalm. Met liefde, geloof en hoop, zonder ooit te vergeten, dat de Heer de wonderen zal vermeerderen.

Leermeesteres van de hoop. Maria verkondigde: van heden af prijst elk geslacht mij zalig (Luc 1, 48). In menselijke termen zou men zich kunnen afvragen waar die hoop op gebaseerd was? Wie was zij voor de mannen en vrouwen van toen? De grote vrouwen van het oude testament —Judit, Ester, Debora— verwierven al hier op aarde menselijke roem, zij werden door het volk toegejuicht, geprezen. De troon van Maria is de troon van haar Zoon, het Kruis. En de rest van haar leven, tot zij met lichaam en ziel ten hemel werd opgenomen, maakt haar zwijgende aanwezigheid indruk op ons. De heilige Lucas, die haar goed kende, vermeldt, dat zij bij de eerste leerlingen was, in gebed. Zo beëindigde zij, die door alle schepselen tot in eeuwigheid eer gebracht zou moeten worden, haar dagen hier op aarde.

Wat steekt de hoop van onze Vrouwe schril af tegen ons ongeduld. We dringen er vaak bij God op aan, dat Hij ons het kleine beetje goed dat we voor Hem tot stand gebracht hebben, terstond beloont. De eerste moeilijkheid doet zich nog niet voor, of we beklagen ons. Wij zijn vaak niet in staat de poging door te zetten, de hoop niet te verliezen. Omdat ons geloof te kort schiet: Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is (Luc 1, 45).

Verwijzingen naar de H. Schrift
Verwijzingen naar de H. Schrift